vrijdag 28 december 2007

Google Rocks! Rules! Googles!

Vlaamse vrienden,

Dat de techniek voor niets stond, wisten we al sinds de Flanders Technology-campagne van de Vlaamse Regering. Maar Google, ik moet het even kwijt, is gewoonweg fan-tas-tisch. Dit informaticaproject kent gewoon geen grenzen.

Vooreerst heb je de gewone zoekmachine voor sites en plaatjes, die iedereen gebruikt. Wie kent nog Yahoo! of Alta Vista? Google Search biedt je een cleane, verzorgde stijl en een minimalistische look, gecombineerd met de meest relevante informatie. Maar er is nog zoveel meer. Sinds een week vindt u op de spierwitte pagina bovenaan een balkje met een aantal tools die je het leven alleen maar plezanter kunnen maken. Dat dat nog niet eerder gebeurd is!

Naast G-mail, die een van de eerste maildiensten was met een gigantische webcapaciteit, leerde de wereld ook Google Earth kennen, een ongeziene technische prestatie waarbij satellietbeelden geprojecteerd werden op een wereldbol, en waar je allerlei lagen (routeplanner, natuurlijke rijkdommen, criminaliteitscijfers) overheen kunt zetten. Er is zelfs een verregaande integratie met Wikipedia, waardoor je door op een vulkaan te klikken meteen alle info over die vulkaan te zien krijgt. En alsof dat nog niet genoeg is kun je in Firefox in het zoekvak nog een Google Earth-bot toevoegen, waardoor je gecombineerd kunt zoeken. Soms sta ik paf.

Maar het is bijlange nog niet gedaan. Naast Google Earth heb je ook Google Maps, die stukken handiger is dan allerlei drukke navigatieprogramma's, en op vele vlakken innoveert. Je kunt er bijvoorbeeld je huis als startpunt instellen, en telkens je iets zoekt, hoef je dus al een deel, de plaats van vertrek niet meer in te stellen. Geef je een feestje, dan kun je kaarten aanmaken voor je vrienden en de link daarvan doorsturen. Nog zotter is Google Books, waarmee je op onderwerp boeken kunt zoeken. Google overspant dus vele catalogi van bibs in één webbased framework. Ook de Boekentoren van Gent zegde onlangs zijn samenwerking toe. De boekbeschrijvingen zijn werkelijk ongelofelijk, met een zoekfunctie per pagina, een inhoudstafel, afbeeldingen, je kunt boeken zonder auteursrecht zelfs on-line lezen. Maar er is meer: uit de lijst van boeken die je door je zoektochten vindt, kun je de boeken selecteren die al in jouw bib thuis zitten en toevoegen aan "Mijn bibliotheek". Deze bib is bovendien publiekelijk, waardoor je mensen kunt vinden die dat boek ook thuis staan hebben. Enorm handig als je net dat ene boek nergens meer vindt dat je toch graag zou bestuderen.

Wat ik ook dagelijks gebruik is Google Reader, daarmee kan ik alle sites in het oog houden die een RSS-functie hebben. Van het moment dat iets nieuws verschijnt (een artikel of aankondiging), dan vind ik die melding in mijn Reader. Of wat dacht je van Google Discussiegroepen, waar je voor klasgenoten een eigen volledig functioneel forum kunt opzetten, inclusief de mogelijkheid om bestanden up te loaden. Het stopt niet. Om te chatten gebruik ik meer en meer Google Talk, dat wederom clean en gebruiksvriendelijk is. Ik zou haast Google Agenda vergeten, waar ik komende debatten op aanbreng, en die ik bovendien kan delen met anderen. Of Google Translate, dat weeral zo minimalistisch is als maar kan zijn, en waar je in ongelofelijk veel talen woorden kunt laten vertalen, en soms zelfs hele webpagina's.

Had ik u al over Google Scholar verteld? Ik dacht het niet. Google Wetenschap, zijn Nederlandstalige equivalent, ontsluit een zee aan wetenschappelijke artikels en boeken, vermeld hun citations (dat is het aantal keer dat de desbetreffende bron door een andere auteur geciteerd werd) en toont meteen vijf auteurs die met onderwerpen verwant aan je zoekterm bezig zijn. Ik ben er zeker van dat binnekort onderzoeksportalen zoals EBSCO en verschillende E-BIBS van universiteiten overvleugeld zullen worden door deze technologie.

En dan is er natuurlijk nog Youtube, overgenomen door Google Video en Blogger, deze eigenste blogleverancier, overgenomen door Google Blogs en werkend met dezelfde techniek. Ben ik aan het einde van mijn Latijn? Verre van. Wat dacht je van Google Docs, je eigen Office online? Google creëerde een webbased softwarepakket, waardoor je eigenlijk online de equivalenten van Word, Excel en PowerPoint kan gebruiken. Uitvindersbloed? Via Google Patents vind je meteen of je origineel bent! Google Desktop dan? Doorzoekt alles, maar dan ook alles dat op je computer staat: mails, adressen, documenten, spreadsheets, weet ik veel, you name it!

En ach, ik stop er best mee. Maar nog eentje om het af te leren. In je zoekvak zelf zit ook een "treinopspoorder" (tik gewoon vertrek- en eindstation in, en je krijgt de eerste trein die in die richting vertrekt), een Google Calculator (tik gewoon je bewerking in en Google rekent het voor je uit) en voor wie helemaal crazy wil gaan is er nog Google Kladblok. En Picasa. En Orkut. En nu stop ik echt.

En dan te bedenken dat al die technologie op één of andere manier met elkaar gecombineerd kan worden. Ik word er even stil van. De toegang tot dit alles? Maak een Google Account aan, en een nieuwe wereld gaat voor je open.

Dit moest er gewoon even uit: Google Rocks! Rules! Googles!

Beste groeten,

Smithson

PS: Bad side: privacy. Daar schrijf ik later nog wel eens over.

zaterdag 22 december 2007

De 101 Dalmatiërs



De zopas gevormde regering Verhofstadt-III ziet er niet fraai uit. Het is een lappendeken geworden van alles wat niet groen en niet extreem-rechts is. De Vlaamse socialisten kiezen ook voor een vrijbuiterspositie, maar reken maar dat er genoeg afstemming is met de ‘kameraad-internationalen' uit het zuiden. Deze regering is een pleister op een houten been die als enige verdienste heeft dat de teller is gestopt op 192, hetgeen psychologisch een steeds zwaardere druk op het regime legde. De 200 mocht in geen geval bereikt worden, het zou te mooie krantenkoppen opleveren. En stel je maar eens voor dat de Koning zijn kersttoespraak moet geven zonder regering. Kleur moeten bekennen moet blijkbaar in alle geval vermeden worden.

Wat deze regering echter zal kunnen uitrichten is nog maar de vraag. De koopkracht verhogen? Een behoorlijke pretentie als je het mij vraagt. Men insinueert immers dat een nationale regering nog vat heeft op de economie die zich transnationaal ontwikkelt, terwijl de belangrijkste instrumenten daartoe, namelijk de monetaire en fiscale politiek, op Europees niveau beslist worden. En zoals Matthias Storme eerder ook al stelde in Doorbraak, is een federale regering eigenlijk niet zo onmisbaar: de bevoegdheden die het dichtst bij de burgers voelbaar zijn zitten op gewestniveau, de rechterlijke tak van ons staatsapparaat kan perfect zonder regering, en de belangrijkste socio-economische taken zitten toch in handen van onze neocorporatistische organisaties zoals daar zijn vakbonden en mutualiteiten.

In de politieke commentaren van Vlaamsgezinde bloggers lees ik de laatste dagen dan ook een soort communautaire angst, zelfs een zeker defaitisme, die ik niet begrijp. Op communautair vlak is met de vorming van deze regering immers nog niets verloren, er zijn nog geen potten gebroken. Meer nog, er is zelfs een nieuw zwaard aan een paardenhaar geknoopt: als tegen 23 maart geen duidelijke communautaire voorstellen op tafel liggen, dan stapt CD&V uit de regering (toespraak Jo Vandeurzen ledencongres do 20 december 2007). Als dat waar is en blijft, dan moét er wel een staatshervorming komen. Dat is haast wiskundig zeker, zelfs al maakt CD&V de bocht van haar leven.

Volgt u even mee. Een federale regering heeft 76 zetels nodig. Stapt CD&V uit deze bonte hondenpels, dan zijn er van die 101 nog 71 vlekjes over, en valt de regering die minstens 76 zetels behoeft. Zwicht de CD&V toch voor een definitieve regeringsdeelname na 23 maart, dan mogen we er redelijkerwijze vanuit gaan dat het kartel barst. Een regering kan dan wel verder gaan, maar dat lijkt bijzonder onwaarschijnlijk. Dat zou in concreto betekenen dat Leterme de 16 voor niets heeft laten staan, toen hij er uitzicht op had. Een fenomenale bocht waarbij de zelfs CD&V, die wel wat gewoon is, in de vangrails belandt. Het mooie is dat 2009 dichter komt en CD&V zich die bocht, moest zij ze nog willen maken, steeds minder kan veroorloven. The point of no return is nu bereikt. Nu is het tijd om te bewijzen wat die “&V” waard is.

In het eventuele geval (pleonasme, ik weet het) dat CD&V nu toch, trotzdem alles, de Vlaamse zaak de rug toekeert, dan nog komt er geen staatshervorming die nadelig kan zijn voor Vlaanderen. Daarvoor zijn immers 100 zetels benodigd, en wat belangrijker is, (minstens!) 45 daarvan moeten aan Vlaamse kant gevonden worden. Laat ons dus even zien wie die gaat leveren, moest er het snode plan bestaan om de Vlamingen een pacificerende staatshervorming light door de strot te rammen. Er zijn 88 Vlaamse zetels, waar meteen al de vijf van N-VA afgaan als mogelijke leveranciers voor een Vlaamse meerderheid. Nog 83 stuks om er 45 in te vinden. Van meet af aan ook geïmmobiliseerd zijn de 17 zetels van het VB. Die stemmen nooit in met een staatshervorming die nadelig is voor Vlaanderen, dat is zeker. Bovendien zou dat een wisselmeerderheid veronderstellen, wat niet zo eenvoudig is met een partij die gevangen zit in het CS. Exit VB dus.

Nog 66 zetels om er 45 uit te halen. Bij de Vlaamse groenen moet men ook niet gaan zoeken, want dat zou het einde betekenen van hun unitaire fractie met Ecolo, een tweede grote onwaarschijnlijkheid. Exit Groen! Nog 62 zetels om er 45 uit te halen. LDD? Nooit. Exit LDD. Nog 57. Er blijven dus nog 12 zetels die op de wip zitten om een meerderheid te leveren voor een staatshervorming die nadelig zou kunnen zijn voor Vlaanderen en nog drie partijen die die zetels zouden kunnen leveren: SP.A-Spirit, Open-VLD, en CD&V.

Stripped to the bone kunnen die inderdaad die 57 zetels leveren, maar dat is toch wel heel onwaarschijnlijk. De OpenVLD, die er een kiesbelofte van maakte in geen geval een tripartite te zullen aangaan, wordt in dat geval in 2009 genadeloos afgemaakt. LDD zit immers te kwijlen op de rechterflank en wordt slapend rijk. Daarnaast is het nog maar de vraag of de socialisten in een staatshervormende meerderheid wil stappen waarin zij de kleinste partij zijn. Bovendien zijn de banden met de PS nog heel sterk. En dan moet nog rekening gehouden worden met de interne conflicten die dat alles zou veroorzaken bij diegenen met een Vlaamse reflex: de spiritisten bij SP.A bijvoorbeeld, maar ook de Vandeurzens en Somersen van deze wereld. Nee, een staatshervorming die nadelig is voor Vlaanderen, of geen staatshervorming, dat is een haast wiskundige onmogelijkheid.

De grondhouding in de komende onderhandelingen moet er dus volgens mij een zijn van voluntarisme. We moeten goed beseffen dat we de Walen in de tang hebben, zelfs al zouden de drie voormelde onwaarschijnlijkheden (split kartel, split Groen-Ecolo fractie, verdwijnen van veto Open-VLD tegen definitieve tripartite) toch werkelijkheid worden. Voor het eerst bevinden we ons in de unieke positie om in diplomatische bewoordingen te zeggen waar het op staat: Franstalige broeders, willen jullie nog een België? Wel, dan zal het een België zijn op onze voorwaarden. “Faites vos jeux, rien ne va plus.”

HLRF !

Smithson.

vrijdag 21 december 2007

Don’t you just love mathematics?

Op een drafje:

1. Geen duidelijk voorstel voor staatshervorming? CD&V uit de regering: 101 – 30 = 71, regering valt.

2. CD&V zwicht toch? N-VA verbreekt kartel: 101 – 6 = 95, geen staatshervorming mogelijk, want geen 2/3e meerderheid.

3. Alternatieve 2/3e met nog meer Waalse partijen? Onrealistisch, want ze willen er nu al geen.

4. Alternatieve 2/3e met nog meer Vlaamse partijen? Onmogelijk, want enkel SP.A-Spirit (14 zetels) kan bijspringen: 101 – 30 + 14 = 85. Ecolo vormt een unitaire fractie (12 zetels), maar zelfs met hen komt men niet aan de benodigde 29 (14 + 12 = 26)

Conclusie:

Zo lang het kartel niet uit verband gespeeld wordt, is alles communautair mogelijk. Gewoon kwestie van koppig standhouden. “Bokitoproof” als je het mij vraagt.

HLRF!

Smithson.

PS: Troef achter de hand? Wisselmeerderheid met VB?

Aangezien Cordon al twee maal doorbroken werd (7 november BHV en 26 november hoofddoekenverbod Gent) - waar de pers met geen woord over rept - eens samenzitten met die mannen en een plan B in elkaar boksen. Indien iets voorligt dat de Baert-doctrine doorstaat, mee laten goedkeuren. Is potentieel van 17 extra zetels)

maandag 17 december 2007

De Vlaamse Pravda

Van 1917 tot 1991 verscheen in Rusland de regimekrant Pravda, of "De Waarheid". Wat minder bekend is, is dat naast de Pravda ook de Izvestia verscheen, of "De Nieuwsberichten". Russische dissidenten (dank de heer steeds voor dissidenten, zij zaaien de zoete zonde van falsificatie om zich heen) gingen nogal lacherig om met deze propaganda-instrumenten van het regime: "V Pravde njet izvestij, v Izvestiach pravdy njet". Vrij vertaald: "In De Waarheid staan geen nieuwsberichten, in De Nieuwsberichten staat geen waarheid." In hoeverre kunnen wij dit toepassen op onze eigen Vlaamse media? Wat vertellen en verzwijgen zij? Wat is nieuws en wat niet?

Ik richt mijn pijlen eerst en vooral op De Morgen (На утро voor de liefhebbers). Een mooier voorbeeld van een regimekrant kan ik niet vinden. Zondagmiddag bladerde ik door een exemplaar van een paar dagen oud, op zoek naar wat ergernis en mijn geduld werd niet lang op de proef gesteld. In een eerste artikel (lees hier de webversie) las ik over de petitie www.reddesolidariteit.be die de kaap van de 100 000 ondertekenaars gehaald had. De exacte woorden herinner ik mij niet meer, maar in het artikel voegde men er min of meer aan toe: "er waren meer Vlaamse handtekeningen (60 000) dan Waalse, wat een duidelijk bewijs is van de solidariteit, ook in Vlaanderen". Nou moe.

Liegt De Morgen in dit artikel? Nee. Verzwijgt ze de waarheid? Nee. Maar ze insinueert wel dat de actie in Vlaanderen een succes is. En dat is ze niet. 60 000 mensen, dat is 1 % van de Vlamingen. En dat er meer Vlamingen dan Walen de petitie ondertekend hebben is geen teken van de wens tot solidariteit, maar het logische wiskundige gevolg van het feit dat er nu eenmaal meer Vlamingen zijn dan Walen zijn, die deze petitie überhaupt kúnnen ondertekenen. In relatieve termen (aantal handtekeningen tegenover aantal inwoners) scoort Vlaanderen zelfs slechter dan Wallonië, aangezien relatief meer Walen de petitie tekenden dan Vlamingen.

Is dit spijkers op laag water zoeken? Word ik paranoïde? Ik stel mijn oordeel even uit en blader verder. Een artikel over het Milles-Collines-incident. Een godsvruchtige DM-reporter bekijkt een week aan een stuk het VRT-nieuws en het RTBF-nieuws, en vergelijkt de twee. En wat blijkt, wonder boven wonder: de RTBF-uitzendingen zijn "niet haatdragender" dan die van de VRT. Het orakel heeft gesproken, het Salomonsoordeel is geveld, de DM-lezer kan weer rustig verder lurken aan zijn vredespijp. Welke criteria voor de variabele haatdragendheid hierbij gehanteerd werden, is me niet duidelijk, maar het staat gedrukt, zwart op wit: de RTBF is niet - lees maar goed: niet - niet dus - niet haatdragend. Niet he. Niet.

Komaan zeg! Men moet ziende blind zijn om het verschil tussen de houding van de media boven en onder de taalgrens te zien. Of hebt u al ooit Philippe Laloux in vol ornaat op de voorpagina van Le Soir de CDH zien aanvallen als de partij die alles blokkeert, zoals Yves Desmet dat deed met de N-VA? Hebt u er ooit al Christophe Deborsu op betrapt zijn studiogasten tot uitspraken te dwingen tégen de eigen onderhandelaars in, zoals Kathleen Cools dat deed met een vakbondsman in Ter Zake na de BHV-stemming? Terwijl de Waalse media solidair zijn met hun onderhandelaars - en niet enkel met de PS zoals vaak valselijk beweerd wordt - staan de media-iconen aan Vlaamse kant in de rij om de dubieuze eer op te strijken hen als eerste een mes in de rug te hebben gestoken.

Wat ik de laatste tijd nog veel merkwaardiger vind, is hoe mediafiguren nu ook elkáár beginnen te interviewen. Op Radio 1 interviewt Annelies Beck quasi elke ochtend een krantencommentator en op Canvas zie ik in Ter Zake hoe mevrouw Cools Tim Pauwels ondervraagt. In De Morgen zie ik grote promotie voor Lux met daarin Saskia Decoster (Saskia wie?) terwijl op Canvas de slogan "Een open geest beleeft meer" niet van de lucht is. Is er iets mis met media die mediumoverschrijdend samenwerkt? Helemaal niet, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat zij elkaars politieke echo's versterken, zodat grijze waarheden en halve leugens de status van alomtegenwoordige evidentie verkrijgen.

Een weekje RTBF-watchen in tijden van volstrekte politieke luwte na de aanstelling van Verhofstadt als interim-informateur (12 dec), een politicus die acht jaar lang door onze media op handen werd gedragen, is dan ook een staaltje van hoernalistiek dat er niet om liegt. Onze Vlaamse media is duidelijk paars en wie dat niet toegeeft, ontkent het licht van de zon. En De Morgen, een kwaliteitskrant? Mijn gat.

HLRF!

Smithson.

zaterdag 1 december 2007

CDH: De partij van de koning ?



Vlaamse vrienden,

Het is plots snel gegaan met de regeringsvorming. Leterme heeft eindelijk gedaan wat hij al veel eerder had moeten doen: de Franstalige partijen voor het blok zetten: "Faites vos jeux, rien ne va plus". Tegen negen uur vanochtend moesten de partijen antwoorden op drie vragen:

1. Zijn alle onderwerpen bespreekbaar in de conventie over de staatshervorming? (Dus ook sociale zekerheid)
2. Is er genoeg bereidheid om akkoord te gaan met meer fiscale autonomie voor de regio's?
3. Bent u bereid een twee derde meerderheid te leveren zonder extra voorwaarden?

Als ultimatum kan dit tellen. Didier Reynders (MR) die eerder al een opening maakte naar de Vlaamse onderhandelaars, liet net zoals met CD&V/N-VA (vanzelfsprekend) en OpenVLD (minder vanzelfsprekend, Somers wil wel, maar moet rug dekken tegen Verhofstadt en De Gucht) weten op deze vragen drie keer ja te antwoorden. Enkel CDH heeft het ultimatum eigenlijk al overschreden, maar belooft voor de middag nog een standpunt te zullen innemen.

Weeral ligt het lot van de formatie dus in handen van een partij die in haar geheel maar de helft van de stemmen (404.077 om precies te zijn) haalt van de voorkeursstemmen ( 796.521 om precies te zijn) van Leterme alleen. Dat doet toch wel even nadenken. Hoe komt het toch dat dit kleine partijtje zoveel macht heeft? Een gespreksavond met Noël Vaessen, georganiseerd door Jong N-VA UGent leerde me in ieder geval al heel wat bij: de CDH is de partij van de koning. Dit is geen gratuite bewering, want een blik achter de schermen van deze partij leert ons heel wat over de Belgicistische machinerieën die de democratie ondergraven.

De voorloper van de CDH was de PSC van Maystadt en verkeerde al langere tijd in crisis. De machtswissel aan de top kon niet lang meer uitblijven en zeker niet toen uitlekte dat prominent figuur Melchior Whatelet in zijn functie als Minister van Justitie onder Dehaene-I (1992-1995) de vervroegde vrijlating van Marc Dutroux ondertekend had. Whatelet af, tijd voor nieuwe gezichten. Op 18 mei 2002 werd uit de oude PSC het nieuwe "Centre Démocrate Humaniste" geboren met Joëlle Milquet aan de leiding. Zij nam eerder al het voorzitterschap op zich en bereidde deze restyling ook voor. Zij leek het nieuwe boegbeeld te gaan worden.

Maar de oude krokodillen waren niet dood. Vooral Wathelet, die zijn politieke carrière zo in mineur zag eindigen, was er nog steeds op gebrand mee te spelen. Was het niet voor de schermen, dan erachter, ter meerder eer en glorie van het Franstalige vaderland. Volgens Vaessen, die de interne paleiselijke keuken bijzonder goed kent, speelt Wathelet tot op vandaag nog een prominente rol in de partij, óók in de regeringsvorming. Volgens Vaessen is het Wathelet en niemand anders die de rechtstreekse link met de koning vezorgt. Of beter gezegd met de onderkoning: de kabinetschef van de koning Jacques van Ypersele-De Strihou.

Deze bijzonder machtige man (die men steeds terugvindt in "de club van vijf" zoals wijlen Joost Ballegeer die in zijn boek beschreef: Jean-Pierre Debandt, Maurice Lippens, Etienne d'Avignon en Albert Frère) was namelijk vroeger ook kabinetschef van Wathelet, waardoor die twee een rode lijn met elkaar hebben! Dat betekent dat de CDH, met Milquet in de frontlinie, de best geïnformeerde partij is van deze hele formatie. "Nog voor Letermes auto van het domein van Laken afgereden is, weet Milquet wat de positie van de formateur is", aldus Vaessen.

Daarom lukt de formatieopdracht van Leterme niet: zijn belangrijkste troef, het beschikken over de laatste en meest adequate informatie, waardoor hij andere partijen te snel af zou kunnen zijn, is uitgespeeld. Alle normale voordelen die een formateur heeft tegenover gewone onderhandelaars worden door dit permanent lek teniet gedaan. Een partij die beter geïnformeerd is dan de formateur zelf zal zich in tegenstelling tot andere partijen minder snel in uitspraken verbranden, minder snel 'bereidheden' laten innemen die later niet meer teruggenomen kunnen worden. Het aftoetsen van het mogelijk wisselgeld, het inspelen op interne partijevoluties en allerlei andere onderhandelingstechnieken zijn achterhaald als men als formateur niet langer de meest geïnformeerde is. Leterme moet proberen de oranje-blauwe partijen te overtuigen, maar moet tegelijk zeer omzichtig omspringen met zijn informatie, want wat de koning weet, dat weet CDH ook. En de koning is tot nader order nog het best geïnformeerd van allen. In tijden van topoverleg is elk brokje informatievoorsprong op een andere partij van essentieel belang. Dit spel wordt dus niet "neutraal" gespeeld, zoals de grondwet de koning voorschrijft. Maar in België komt de werkelijkheid al langer niet meer overeen met de wettelijkheid.

En dan is er nog Van Rompuy. Niet de koning gaf het formateurschap terug aan Leterme na die eerste mislukte poging, maar Van Rompuy zelf. Op weg in zijn auto voor zijn gesprek naar Wallonië, waar de koning op dat moment verbleef, werd alles geregeld. Terwijl de meest logische zet was geweest om Reynders nu eens in de "panier de crabes" te zetten, werd Leterme nogmaals van de loopplank afgeduwd. En dat door een man die in de Rand zoveel stemmen haalde met zijn uitgesproken communautair geladen campagne! Mijn aanvankelijk enthousiasme voor deze Rodenaar is dus serieus bekoeld. Mijn voorlopig oordeel is dat hij gerecupereerd is door het Belgisch establishment met de eervolle functie van Kamervoorzitter, waardoor hij er de facto en de jure deel is van gaan uitmaken. Dan redeneer je anders, liggen je loyauteiten anders. Hopend op een titel van Minister van Staat probeert Van Rompuy nu de brokken te lijmen. Ergens moet het wroegen en wringen, "mais la fonction crée la personne." In mijn politieke analyse heb ik hem dus in de modus "niet te vertrouwen" gezet.

Conclusie van dit alles voor mij is dat we niet te hard moeten zijn voor Leterme. Ik vind het persoonlijk ongelofelijk hoeveel geduld hij aan de dag gelegd heeft, en hoe goed de bloeddoorstroming in het kartel gebleven is: in de media werden de moves van CD&V als bochten beschreven, vanuit Vlaamsgezind standpunt heb ik daar echter niets van gemerkt. Voor mij is het verwonderlijk hoe sterk het kartel op één lijn is gebleven. De Wever en Vandeurzen staan respectievelijk rechtstreeks in contact met het reflectiecomité van de N-VA en met Leterme zelf. Alleen OpenVLD baarde mij zo nu en dan zorgen.

Laat ons voor het verder verloop van de dag nu dit veronderstellen: CDH plooit niet (kan niet anders dan volhouden), Leterme formateur af (géén mislukking in mijn ogen, maar een succes), Reynders mag proberen (moest al het veld in gestuurd zijn na de eerste mislukking (sic!) van Leterme) en laat dan maar eens de Franstaligen over de brug komen. Dit zou stroken met mijn eerdere analyse als oplossing voor deze crisis naar voor schoof: Didier Reynders premier. De gedachtengang hierachter vind u mijn post: "Valse fixaties"

Laat ons hopen op een doorbraak!
Het ziet er goed uit: CDH ein-de-lijk geïsoleerd!

HLRF!

Smithson.

vrijdag 16 november 2007

Voorlopige bedenkingen bij poll op deze site



Vlaamse vrienden,

Deze blog blinkt niet uit in hits per dag, maar dat zal me worst wezen. "HITS", zo sprak Peter Hinssen midden september op een colloquium over web 2.0-toepassingen voor archivarissen, "is de afkorting voor 'How Idiots Track Succes'". Daar sluit ik mij bij aan. Liever tien lezers die nadenken over wat ik hier schrijf, dan duizend die hier komen om de leukste filmpjes of weetjes.

Die tien lezers hebben in de afgelopen dagen blijkbaar hun stem uitgebracht op mijn poll. Daarin wierp ik de vraag op of het democratisch is dat een minderheid een meerderheid kan blokkeren door procedures en regels. Deze vraag is zo breed en abstract dat het eigenlijk zinloos is ze zonder verdere nuancering te stellen, en ook de antwoordcategorieën die ik definieerde zijn niet wat je noemt exclusief: het ene antwoord hoeft niet tegenstrijdig te zijn met het andere.

Maar toch: de resultaten verassen mij. Hoewel ik steeds open contacten onderhouden heb met belgicistische bloggers (op enkele uitzonderingen na) vermoed ik toch dat de meeste lezers ook Vlaamsgezind zijn. Aangenomen dat dat zo is, is het toch wel opmerkelijk dat de eerste antwoordmogelijkheid het best scoort: "Ja, minderheden moeten beschermd worden". Nog meer verwonderd was ik toen ik via een chatgesprek met een Vlaamsgezinde collega vernam dat die ook die eerste optie gekozen had. Tijd voor wat verduidelijking van mijn standpunt en enkele reflecties, dacht ik bij mezelf.

De vraag of minderheden moeten beschermd worden is eigenlijk een fundamenteel democratisch vraagstuk, temeer daar omdat er zelfs geen consensus bestaat over de zinnigheid van die vraag. Immers, voor wie de democratische regels van de meerderheid strikt wiskundig toepast, is zelfs de vraag irrelevant: de meerderheid, dat is de helft plus één, beslist. De minderheid moet zich hierbij neerleggen.

De werkelijkheid zit natuurlijk complexer in elkaar dan dat en kan niet volledig in wiskundige termen gevat worden. Als dat wel zo zou zijn, dan zou democratie ook zonder mensen functioneren, net zoals wiskundige formules enkel een input behoeven, en dan volgens geijkte wetmatigheden een output leveren. Het samenstellen van bijvoorbeeld een regering kan dan wel heel wiskundig lijken (voor een federale regering is een combinatie van partijen nodig die samen 76 zetels kunnen leveren), er zit veel meer achter dan dat. Dat komt omdat democratie in de eerste plaats een waarde is en dan pas een techniek. Ik nam dit eerder als uitgangspunt in mijn standpunt over het Cordon Sanitaire (een wat langere tekst die u ook hier kunt downloaden als pamflet - dubbelzijdig afdrukken -, maar ook online kunt lezen op deze blog) en ik doe het nu hier ook opnieuw.

Als we immers de pure wiskundige logica zouden volgen van democratie als meerderheidsstelsel, dan kunnen we evenzeer in een dictatuur belanden: de dictatuur van de meerderheid. Zo zou een meerderheid kunnen beslissen waarmee de overheid zich mag bemoeien en niet, en vervolgens op die terreinen allerlei wetten stemmen die de individuele vrijheid beperken. Stel je maar eens voor dat een tweederdemeerderheid democratisch beslist om de grondwet zo aan te passen dat het katholicisme staatsgodsdienst wordt en moslims dus moeten vervolgd worden. Of dat per meerderheid beslist wordt alle privé-eigendommen te nationaliseren. Of nog fundamenteler: dat de meerderheid beslist de democratie af te schaffen? Een jurist ben ik niet, maar vanuit democratisch standpunt (meerderheid heerst over minderheid) perfect democratisch mogelijk.

Er moet dus buiten de democratische techniek om ook nog steeds gestreefd worden naar de waarde ervan. In Amerika had men dit al door bij de stichting van het land in 1776. Na de "Declaration of Independence" werd in 1788 "The Constitution of the United States" aangenomen, maar niet voordat de tegenstanders onder leiding van Jefferson meteen tien amendementen konden laten goedkeuren, die later bekend werden als "The Bill of Rights". Burgerrechten dus. Deze amendementen werden geëist als "countervailing power" voor een al te dominante grondwet, die louter de democratische spelregels vastlegt, maar geen uitspraak doet over de rechten van de burger an sich. Met die amendementen (die trouwens NIET in de tekst ingevoegd worden, zodat de oorspronkelijke tekst nog steeds zichtbaar is) werd de burger beschermd tegen democratisch geweld van de meerderheid. De Bill of Rights is in die zin een waarborg voor minderheden.

In België hebben wij dit niet. De grondrechten zijn wel ingeschreven in de grondwet, maar het is de wetgevende macht zelf die deze grondwet opgesteld heeft en dus tegelijk rechter en partij is. Met het grondwettelijk hof is wel een begin gemaakt, maar zij heeft geen "eigen" basistekst om zich op te baseren. Zij kan louter de grondwet interpreteren. In Amerika niet zo. Daar baseert "The Supreme Court" - met rechters die benoemd zijn voor het leven - zich voor haar uitspraken vaak op de Bill of Rights en hebben daardoor een zeer grote onafhankelijkheid. De juridische grondwet en de verdediging van de burgerrechten tegenover die grondwet zijn in twee documenten gescheiden. Daar kun je echt spreken van een onafhankelijke rechterlijke macht en is er een tegenkracht voor dictaturen van de meerderheid die perfect legitiem zijn in de beschouwing van democratie als techniek, maar door de mand vallen in de beschouwing van democratie als waarde.

Terug naar België nu. De vraag of het democratisch is dat een minderheid een beslissing van een meerderheid kan geblokkeerd worden komt nu in een ander daglicht te staan. In de wiskundige, technische interpretatie is het antwoord daarop NEE. Als een minderheid telkens een meerderheid kan blokkeren met procedures, dan wordt de democratische techniek eigenlijk ondergraven. Wat een meerderheid beslist is normaal gezien wet. Op de dag dat dat niet zo meer is, valt ook de reden om te stemmen weg, namelijk het feit dat je je onenigheid als maatschappij beslecht hebt op vreedzame wijze. Voor hetzelfde geld dwing je je wil als meerderheid (of zelfs als minderheid) immers af met geweld. In een democratie is dat niet zo. De prijs die je daarvoor betaalt is dat de minderheid zich moet neerleggen bij de wil van de meerderheid. Dit kan als een dictatuur van de meerderheid gezien worden, maar de revolte-gevoelens van de minderheid hebben ook een uitweg: eerst in de oppositie en bij de volgende verkiezingen in de mogelijkheid om zelf ook aan de macht te komen.

Dat verhaal verandert natuurlijk als de minderheid in kwestie samenvalt met een statische eigenschap die ook territoriale consequenties heeft. Men kan bijvoorbeeld perfect voor Groen! stemmen en dus een minderheid zijn die de ECO-taks wil invoeren, maar dat heeft geen consequenties die institutionele labiliteit veroorzaken. Als de eigenschap (het Waal zijn) echter wel samenvalt met een bevolkingsgroep in een bepaald gebied, dan is dit destabiliserend voor een land. In de gevoelsmatige, waardenbeschouwende benadering dus, is het antwoord daarop op de vraag of het democratisch is dat een minderheid een meerderheid kan blokkeren met procedures JA, maar ook niet volmondig. Er moet rekening gehouden worden met minderheden, dat wel, maar uiteindelijk moeten de instellingen toch kunnen draaien. En daar wringt het schoentje.

U voelt best wel dat ik het zelf ook moeilijk heb met dit onderscheid. Te meer daar als je bedenkt dat de onafhankelijkheidsaspiraties van de Basken, de Catalanen, de Schotten, inderdaad allemaal minderheidsstandpunten zijn. In die zin zou de vaderlandslievendheid van de Walen bejubeld kunnen worden, ware het niet dat België steeds door hen gedomineerd is geweest. Mijn conclusies kunnen dus niet anders dan voorlopig zijn: op woensdag 7 november heeft de democratie haar werk gedaan.

Wie helpt mee nadenken?

HLRF!

Smithson.

Bravo voor Keulen

Eergisteren besliste Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen om de burgemeesters van Kraainem, Linkebeek en Wezenbeek-Oppem niet te benoemen omwille van flagrante overtredingen van de taalwetgeving inzake faciliteitengemeenten. Aanleiding was het versturen van eentalig Franse oproepbrieven, wat op zich al genoeg is om de verkiezingen nietig te laten verklaren, maar dat was niet het enige. Onlangs voerden de FDF-burgemeesters in diezelfde gemeenten een actie met een nooit geziene aggresiviteit om tijdens de gemeenteraad Frans te spreken, wat eveneens bij wet verboden is. De reactie van Keulen kon dus ook niet uitblijven: de drie burgemeesters werden niet benoemd.

Ik zou zowaar hoopvol beginnen worden voor de Vlaamse natie. Op 7 november toonden de Vlamingen voor het eerst in de geschiedenis van België dat ze kunnen, als ze maar willen. Hetzelfde geldt voor de Vlaamse Regering. Waar indertijd nog Voeren "geregeld" werd door een schimmige constructie van gouverneurs, is nu een duidelijk signaal gegeven : in Vlaanderen spreekt men Nederlands. Point finale. (ok, een beetje humor mag nog). De reacties van de overkant blijven natuurlijk niet uit, maar wees niet bang, beste lezer, dit is zuiver retoriek. De burgemeesters mogen "rouspeteren" zoveel ze willen: ze worden niet benoemd en daarmee basta.

Het FDF is natuurlijk woest en noemt de beslissing "ondemocratisch". Ik heb in mijn jonge politieke leven (met politiek bedoel ik de Arestoteliaanse opvatting die ik eerder vertolkte, partijpolitiek ben ik vooralsnog niet) al vaak gemerkt dat politici die te snel het woord "democratie" of afgeleiden daarvan in hun mond nemen, net de grootste ondemocratische praktijken hiermee willen verdoezelen. In die zin schreef ik dan ook meteen een antwoord op de blog van Alain Destexhe, Brussels volksvertegenwoordiger voor de MR:

Beste meneer Destexhe,

U verwijst graag naar het ondemocratische karakter van het tegenhouden van de benoemingen door minister Keulen, maar dat is in wezen intellectueel frauduleus. U moet kijken naar het niveau waarop dit gebeurt: op gemeentelijk niveau zijn de Franstaligen misschien een meerderheid, maar in de Vlaamse ruimte zijn jullie een minderheid. En het is de bevoegde meerderheid die beslist. De Vlaamse overheid heeft steeds gematigd gereageerd op de aanwezigheid van Franstaligen in Vlaanderen door het verlenen van faciliteiten en het meer dan eens dichtknijpen van een oogje wat taalwetgeving betreft. Maar het ostentatief Frans spreken in een Vlaamse gemeenteraad terwijl dat bij wet verboden is, is een regelrechte provocatie. Indien u van mening bent dat uw gemeente onrechtvaardig behandeld is, dan bestaan daarvoor geijkte democratische kanalen, zoals de Franstalige vertegenwoordiging in het Vlaams Parlement en de Raad van State. De taal die echter gesproken wordt is oorlogstaal en dat past niet in een democratisch bestel. De letterlijke verklaring tot oorlog van de burgemeester van Wezenbeek-Oppem aan het adres van de Vlamingen kon dan ook niet zonder antwoord blijven. U hebt het recht verontwaardigd te zijn, maar de beslissing van meneer Keulen was wél democratisch. En dat weet u zelf ook.

Vlaamsgezinde groeten,

www.smithsonsplace.eu


Eigenlijk zouden we veel meer de Franstalige media in het oog moeten houden om te zien wat daar over Vlaanderen gezegd wordt. Vandaag las ik in het Nieuwsblad zelfs dat La Libre Belgique (Brusselse liberale krant, nvda) elke verwijzing naar het Vlaams Belang filtert, behalve als het niet anders kan. Dat is toch regelrechte censuur, niet? Het Belgisch democratisch palmares wordt stilaan indrukwekkend: meerderheden worden genegeerd (zie BHV), persvrijheid wordt aan banden gelegd (zie LLB) en de vrijheid van meningsuiting is een lachertje geworden, daar zorgt het CGKR wel voor. (Zie daarvoor mijn post Jean-Marie rascist? Kom nou Jozef) Fundamenteel heeft Destexhe dan eigenlijk tóch gelijk: België is geen democratie.

HLRF!

Smithson.


maandag 12 november 2007

www.reddesolidariteit.be vooral Franstalig project

Vlaamse vrienden,

Het vermoeden dat ik uitte in een eerdere post over dit onderwerp (28 okt 2007) werd bewaarheid: de petitie voor het behoud van België is vooral een Franstalig solo-nummertje met behulp van ABVV, de enige unitaire vakbond die ons gebelgde land nog rijk is. Filip van Laenen van de blog Hoegin publiceert regelmatig statistisch onderbouwde artikels met verduidelijkende grafieken. Hieronder vind je er zo eentje. Merk op hoe meer dan 80 procent van de respondenten zich "Belge" noemt, en minder dan 5 % "Belg". Een breed gedragen petitie? Vergeet het. Zwijg er maar over. Op naar de volgende Belgicistische actie ...

(Klik op de afbeelding voor een grotere versie)



















HLRF!

Smithson

Sauvons les francophones de Belgique

Vlaamse vrienden,

Internetactivisme is een goedkoop, snel middel waarmee je een massa mensen kunt bereiken, als ze je tenminste vinden op het net. Dat hebben ook enkele van onze franstalige "vrienden" begrepen. Sinds eergisteren is een nieuwe site "airborne": www.nouvellerevolution.net.tc. Na de besmeuringen van ons Vlaams Parlement met allerlei haatdragende slogans tegenover Vlamingen wordt nu opgeroepen tot:

- bloquer l’accès des 250 000 travailleurs Flamands se rendant à Bruxelles.
- créer des barrages [...]jusqu'a ce que le gouvernement Flamand abandonne Bruxelles et les communes à facilité
- Boycotter les Flamands! N’achetez plus de produits Flamands ! Aveve, Campina, Colruyt, Covee, Culinor, Delhaize, Flandria (fruits et légumes), Ford, Grimbergen, Hubo, Inbev (Stella, Jupiler, Leffe...), Karmeliet, Lidl, Makro, produits Mylène, Okay meubles, Omega pharma, les Université de Gent, Leuven, ... Volvo, Bières Westmalle, XtraZone

Dat ze besloten hebben van onze Westmalle af te blijven, stemt me gunstig, maar het is duidelijk dat dit een lafhartige actie is. Dit alles wordt gelegitimeerd vanuit de illustere analyse dat " 120 000 Francophones sont maintenant privés de leur droit le plus fondamental: le droit de vote." Hetgeen langs geen kanten klopt. Christian Van Eycken is de enige Franstalige die in Vlaanderen in een niet-faciliteitengemeente woont (in Tervuren, in de Sijsjeslaan begot) én verkozen is op de lijst Union des Francophones (een zusterlijstje van het FDF). De Franstaligen zijn dus niet "gedepriveerd" van hun meest fundamentele recht: ze kunnen wél stemmen op een Franstalige (lijst). Alleen wordt van die Franstalige geëist dat ie Nederlands spreekt. En dat is blijkbaar een brug te ver. Meneer Van Eycken spreekt ten andere perfect Nederlands, hij is immers ... germanist. Waar een wil is, is een weg, amis Francophones.

HLRF!

Smithson.

Literaire politieke commentaar

Vlaamse vrienden,

In de vroeg-Griekse betekenis van het lemma "politiek" omschrijft Aristoteles (384-322 VC) in zijn verhandeling "Politikon" het deelnemen aan politiek als "eudaimonia" of "het goede leven". Aan politiek doen had in die betekenis niet zozeer iets te maken met macht, maar aan het deelnemen aan het publieke debat an sich, als voorwaarde tot ontplooiing van een volwaardig menselijk leven. De filosofie was dat wie zich enkel om zijn eigen zaken bekommert, geen volwaardig leven leidt. Wie zich niet voor de "polis" bekommerde - dit is in de vroeg-Griekse context de gemeenschap van de stadstaat - stelde zichzelf daarbuiten en werd aangeduid als een "idiotès".

Het zich ontwikkelen tot volwaardige burger ging dus gepaard met deelnemen aan het debat óm het debat; een beetje zoals de puberale pogingen van jonge mannen om op familiefeesten het hoge woord te voeren. Zij worden door hun tussenkomsten opgemerkt en bestáán voor het eerst intellectueel, of er nu nog veel aan moet bijgeschaafd moet worden of niet. Wie schrijft die blijft, maar wie een gefundeerde mening kan naar voren brengen, benadert de eudaimonia. Ook de vroegere aanduiding voor het middelbaar onderwijs als de "humaniora", "het meer mens worden", ligt in die lijn.

Nu doet het mij deugd, naast alle secce politieke analyses van de laatste dagen, dit streven naar eudaimonia ook eens vertaald te zien in een opiniestuk. Op literaire wijze beschrijft Bart De Wever zijn mening over Gerolf Annemans, die in de Kamercomissie Binnenlandse Zaken de pluimen voor de eenzijdige stemming op zijn hoed stak. Geen frustratie te merken bij BDW, maar een gelaten, wat ironische aanpak van politiek opportunisme. Ik laat het u graag lezen via deze link.

Ongeacht of men nu voor of tegen BDW en zijn standpunten is: de man heeft niet enkel inhoud die in kilo's moet uitgedrukt worden.

HLRF!

Smithson.

Reactie op "Verloren onschuld" by Peter Van de Ven

Vlaamse vrienden,

Al geruime tijd voer ik een - zij het wat eenzijdige - polemiek met de publicist van de blog Actua Belgica, waarvan het laatste stukje gebukt gaat onder de titel: "Verloren onschuld". Ik kon het weer niet laten, en repliceerde prompt. Het oorspronkelijke bericht vindt u hier.

Vriendelijke groeten,

Smithson.

===================================

Peter,

Je zit er naast:

1. Je besluit, vanuit de opmerking "dat de partij vaak van naam veranderd is", dat de partijkeuze van Kardinaal Danneels onvermijdelijk CD&V moet zijn. Zowat elke partij is in de afgelopen dertig jaar van naam veranderd. Dus niet te snel conclusies trekken. Het zou de eerste keer niet zijn dat de gelovige achterban strategisch ingezet wordt op op liberalen te stemmen.

2. Je wijst op het verkeerde gebruik van de term immoraliteit in verband met een fles wijn, maar maakt dezelfde fout: als het over de Vlaamse kwestie gaat noem je het confederaal-separatisme "intrinsiek immoreel". a) moraliteit is nooit inrinsiek, het is een sociale constructie die tussen mensen bestaat en dus in ieder geval voor een deel extern aan de eigen pscyche gecreeërd wordt en b) confederaal streven en separatisme is niet hetzelfde: men kan geloven in confederaliteit zonder het einde van België te wensen. Al is een confederaal België inderdaad niet ver weg meer van de Waalse onafhankelijkheid. :)

En 3. "want het pleegt een aanslag op de redelijke zelfbeschikking van de burgers". Als die redelijke zelfbeschikking erin bestaat dat de Vlamingen (wiens bestaan jij ontologisch miskent) onafhankelijkheid willen, dan kun jij daar als democraat toch niet tegen zijn? Democratisch is blijkbaar enkel diegene die vindt dat België moet blijven bestaan, wie democratische meerderheden op de been probeert te brengen voor een onafhankelijk Vlaanderen, is blijkbaar per definitie een on-democraat. En wie beslist daarover? Juist ja: jij.

Eens te meer betreur ik dat een publicist met jouw verstandelijke capaciteiten de moed niet heeft om uit de eigen cirkelredenering te komen: er bestaan geen vlamingen - daarom zijn de vlaamse eisen massahysterie - de massa wordt bedrogen - ik zal die massa ontmaskeren: er bestaan geen vlamingen. Zo kan ik het ook. Kom uit je loopgracht. En laat voor één keer dit bericht wél verschijnen op je blog.

Hartelijke groeten,

Smithson.

zaterdag 10 november 2007

www.smithsonsplace.eu

Vlaamse vrienden,

Sinds zeven november 2007, de dag dat de Vlamingen voor het eerst echt ballen lieten zien in het parlement, ben ik de trotse eigenaar van het Europese domein www.smithsonsplace.eu. Gedaan dus met die vervelende ads door het surfen via mijn punt.tk-adres. En daar ben ik blij om.

Het is punt.eu geworden want punt.be kreeg ik echt niet over mijn hart. En aangezien we in Vlaanderen nog niet zo ver staan dat we een eigen punt.vl-domein hebben zoals Catalonië (punt.cat) dat wel heeft, had ik ook geen verdere keuze. Maar punt.eu was voor mij toch geen negatieve keuze: ik hang namelijk het adagium aan van August Vermeylen (1872 - 1945): "Vlaming zijn om Europeeër te worden". Ik wil een democratischer Europa en daarin horen alleen republieken en geen koninkrijken als België thuis.

Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb (prachtig lied door de onvolprezen Louis Neefs) maak ik van mijn 1 gig webruimte wel eens gebruik om een deftige site op poten te zetten, maar voorlopig zal ik het met de push-button-publishing van blogspot.com moeten blijven doen. Maar dat is voorlopig nog bevredigend genoeg.

Mijn beste groeten,

Smithson.

Valse fixaties

Als macht een middel is om politieke doelen te realiseren, dan maken onze Vlaamse media toch wel heel rare analyses. Terwijl aan de overkant van de taalgrens alle media zich solidair achter hun politici scharen, leggen onze journalisten de positie van Leterme uit als quasi onhoudbaar. In elk krantencommentaar, of het nu in De Morgen of De Standaard is, wordt hij verweten te falen in zijn opdracht. "Leterme slaagt er niet in een regering te vormen." "Leterme muurvast". Vanwaar toch die fixatie op Leterme? Moet hij dan premier worden, koste wat het kost? Liefst niet. Want wat zijn we met een iemand die premier wordt over een regering die niet kan doen wat haar grootste samenstellende partijen beloofd hebben: de splitsing van BHV en een grote staatshervorming? Er is een valse fixatie op dat premierschap bezig. En daar moeten we van af.

Stel u volgend scenario eens voor: Leterme slaagt er inderdaad niet in een regering te vormen, en Reynders wordt formateur. Is dat dan zo slecht voor de Vlaamse zaak? Bijlange niet! Zelfs al lijkt het niet zo, het is zelfs beter. Nu worden immers middelen met doelen constant verward: het doel lijkt te zijn dat Leterme premier moet worden, en het middel daartoe is toegevingen aan de Franstaligen. Niet dus. Het is net andersom: het doel is het splitsen van BHV en de staatshervorming, en het middel daartoe is het premierschap. Als Reynders door dat premierschap kan verleid worden tot toegevingen, so be it. De partij die de premier mag leveren, moet immers altijd toegeven op inhoud. Dat was zo met Verhofstadt (kijk wat er van zijn burgermanifesten geworden is) en dat zal nu ook niet anders zijn. Tactisch gesproken levert het ter beschikking stellen van het mandaat van premier dus alleen maar voordelen op:

- Reynders ziet een kans om premier te worden en zal het FDF willen koest houden in de onderhandelingen. Maingain zal dit niet pikken en er ontstaat onenigheid.
- Ook binnen het niet-onderhandelende deel van het Waals en Franstalig front komen barsten: CDH en vooral PS zullen proberen te vermijden dat Reynders premier wordt en dat daardoor de liberale toon over heel het land dominant wordt. Dat verdeelt ook op dit vlak de tegenstand.
- In ruil voor het mandaat van premier zal Reynders wel belangrijke toegevingen moeten doen: het BHV-dossier niet langer blokkeren door alarmbelprocedures en belangenconflicten in te roepen, en de staatshervorming op de agenda zetten. Het eerste kan hij doen door bij de stemming in de Franstalige deelparlementen (Waals Gewest, Franse Gemeenschap, Brusselse COCOF en Brussels Gewest) bij de stemming van deze procedures dwars te liggen, het tweede is echter moeilijker. Maar netto betekent dit vooruitgang vanuit Vlaams standpunt.
- Het vierjarig premierschap van Reynders (een Waal) zal in Vlaanderen de nodige munitie opleveren om in 2009 én 2011 te scoren. Het volstaat erop te wijzen dat het niet democratisch is dat een minderheid de premier levert.
- Het premierschap voor Leterme is nog niet verloren, zijn carrière is nog niet af. Na het splitsen van BHV en een (verregaande) staatshervorming zal Leterme als morele overwinnaar uit de bus komen. Vanuit het moreel gezag dat voortspruit uit een standvastige houding gedurende heel dit conflict kan hij dan met recht en rede alsnog premier het premierschap opeisen: in 2009 of in 2011.

Kerngedachte bij deze analyse is dat het ter beschikking stellen van een mandaat een tijdelijke toegift is, waar permanente voordelen uit geput kunnen worden. Laat ons dus stoppen met die fixatie op positionele macht, die niet langer duurt dan een legislatuur, en gaan voor permanente institutionele verworvenheden voor de Vlaamse natie. Want wat zijn vier jaar in het licht van meer dan 150 Vlaamse ontvoogdingsstrijd? Peanuts. De analyse van de kranten is dus fout, en verdomd, ik zou zelfs durven zeggen, moedwillig. Anders wordt er altijd van leer getrokken tegen "postjesjagers" en nu lijkt dat postje de conditio sine qua non voor een regeringsvorming. De pers is in deze intellectueel onhygiënisch. Maar dat is niet nieuw.

Dus eens te meer: Hasta la republica flamenca!

Smithson.

Powered by ScribeFire.

maandag 5 november 2007

VDB als rode leeuw?

In de zevende dag van zondag 4 november haalde Vlaams minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke zwaar uit naar N-VA-voorzitter Bart De Wever. Met VDB stuurde de SP.A een van zijn meest Vlaamsvoelende protagonisten naar het oppositiefront. Wat een overzichtelijke analyse kon worden van de politieke toestand onder Vlaamsgezinden, ontaarde echter in een minutenlange karaktermoord. Het verslag van een socialistisch één-tweetje.

De SP.A verklaarde op 11 juni voor de oppositie te kiezen en maakte daarmee de baan vrij voor een duidelijke partnerkeuze in het politieke spectrum: oranje-blauw zou een bestuursakkoord gaan maken. Over sociaal-economische thema's, maar ook over BHV en natuurlijk de staatshervorming. Dat eerste lukt wel, voor het tweede is grote politieke mobilisatie nodig, en voor het derde is ook de steun vanuit de oppositie vereist.

De verkiezingsuitslagen logen er dan ook niet om: de partijen die zich het sterkst Vlaams geprofileerd hadden kregen een sterk mandaat van de kiezer, de partijen die dat niet deden vingen klappen. Open VLD zeker (gezamenlijke persconferenties met de MR doen daar geen goed aan) maar de SP.A nog meer (met het arbeidsmarktbeleid als zwaktebod). Dat de kiezer inderdaad "Vlaams" gestemd had, bevestigde ook toenmalig SP.A-voorzitter Vandelanotte. In latere interviews pleitte hij zelfs voor een krachtige staatshervorming, omdat enkel die soelaas kon brengen voor de deblokkering van een aantal linkse agendapunten, die maar niet opgelost geraken door de overdreven aandacht voor communautaire spanningen. De keuze om vanuit de oppositie constructief mee te werken, was dan ook niet lichtzinnig.

Nu viel echter van die constructiviteit in de Zevende Dag niet veel meer te merken. Vandenbroucke stak het mes in de rug van de Vlaamse onderhandelaars, door de stilzwijgende consensus over de te volgen Vlaamse strategie volledig te breken. Daarbij schuwde hij het spelen van de man in plaats van de bal niet. De uitval naar Bart De Wever was ongemeen hard en had slechts weinig inhoudelijke kritiek, behalve dan dat hij duidelijk een rechtse koers vaart door zijn uitspraken over het proces Van Temsche, zijn joden-débacle en een aantal - vast door de socialistische studiedienst - uitgeplozen citaten. Dat de kiezer al langer wist wat het discours van BDW is, en hem toch mandateerde, leek hierbij van geen tel.

Naast de inhoudelijke kritiek, zijn ook de strategische bedenkingen maar mager. Belangrijkste argument in deze van Vandenbroucke was dat Dewever, door zijn keuze om met de liberalen beider taalzijden in zee te gaan, nooit tot een staatshervorming zou komen. Intellectuele eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat dit in het alternatieve geval evenzeer waar is: met een rooms-rode regering alleen kan ook geen staatshervorming georganiseerd worden. In de regel - enkele mathematische uizonderingen niet te na gesproken - zijn voor een tweederdemeerderheid steeds de drie traditionele partijen nodig voor een staatshervorming. Het argument van VDB is dus zinledig.

Samen met het strategisch debat over de staatshervorming verdrinkt VDB ook op laaghartige wijze het BHV-debat. Dit kan wél zonder de socialisten opgelost worden, maar daar rept hij met geen woord over. Vlotjes schakelt VDB over op zijn - alom bekende? - bezorgdheid voor de Vlaamse Beweging. BDW zou de Vlaamse Beweging "jaren achteruit zetten" en "haar imago compleet kapot maken", getuigen van "een bekrompen karakter". Hoewel het waar is dat binnen de Vlaamse Beweging ook een linkervleugel bestaat, waar BDW vanuit zijn rechts engagement allergisch aan is, kan men zich toch met moeite een betere verdediger van de Vlaamse autonomiegedachte - of die nu links of rechts wordt ingevuld - toewensen. Zelfs tegenstrevers noemen hem een topdebater en het is duidelijk dat BDW een ideologische mastodont is.

Hier zit meer achter. Dit is geen loutere aanval op BDW als persoon, maar op de Vlaamse eisen in het algemeen. Men voelt aan de overkant van de taalgrens dat het menens wordt, en dus is het tijd voor de grote middelen. Paranoia ben ik nooit geweest, maar ik kan me inbeelden dat op dit moment op het hoogste niveau overleg gepleegd wordt om de centrifugale krachten, waar BDW op dit moment aan Vlaamse zijde de voorman van is, zo veel mogelijk te tackelen. De communicatielijnen tussen de SP.A en de PS liggen nu dag en nacht open, kabinetards werken overuren om citaten te vinden die als munitie in het debat kunnen gebruikt worden, en het zou mij niet verwonderen als de gatekeepers in het medialandschap al hun opgebouwde krediet nu verbruiken om een laatste belgicistische operatie uit te voeren. De toekomst van dit land staat immers op het spel.

Wat mij in dit kader opviel waren de luttele tegenwerpingen van een anders zo bij de pinken Mark Van de Looverbosch: VDB kreeg zowat een volledige minuut vrij spel om te fulmineren en de enige tegenwerping was: "Dat zijn wel harde woorden." Bovendien kwam daarna nog een debat met de éminence grise van de Belgische politiek, met name die Vlamingen die steeds het eerst erbij waren om de Vlaamse eisen onderuit te halen: De Croo als belgicist pur sang, Eyskens als erfgenaam van de man die de grendelgrondwet liet goedkeuren, en Claes als laatste unitaire co-voorzitter van wat toen nog de SP/PS was. Van enig tegengewicht in de Zevende Dag was dus nauwelijks sprake.

Misschien is het nu dan ook tijd voor enkele representatieve organisaties uit de Vlaamse Beweging naar de politiek toe een duidelijk signaal te zenden met de kernachtige boodschap:

"Wij steunen het Vlaamse eisenpakket door en door: de splitsing van BHV is een minimum minimorum. Hoewel wij
een pluralistische en partij-onafhankelijke middenveldsorganisatie zijn waarbinnen de linkerzijde de rechtse koers van de N-VA ook betreurt, voelen wij ons genoodzaakt de beweringen over de terugval van de Vlaamse Beweging te counteren. Aangezien BDW de enige politicus is van Vlaams-nationalistische strekking - voor sommigen te rechts, voor anderen niet radicaal genoeg - die de ideëen van Vlaamse ontvoogding aan de onderhandelingstafel vertolkt, zeggen wij hem en elke Vlaamsvoelende onderhandelaar onze steun toe. Bovendien kunnen wij enkel vaststellen dat het debat, ondermeer door de talrijke bijdragen van BDW over de onafhankelijkheid van Vlaanderen in het afgelopen jaar steeds bespreekbaarder geworden is. OVV/VVB staat op haar partijpolitiek neutraal karakter, maar voelt zich geroepen om te reageren tegen uitspraken over de Vlaamse Beweging waarover met de protagonisten van die beweging geen voorafgaand overleg gepleegd is."

HLRF!

Smithson.

dinsdag 30 oktober 2007

Op naar 150 dagen politieke lafheid

Vlaamse vrienden,

Normaal gezien is het niet van mijn gewoonte om commentaar te leveren op de actuele politieke gebeurtenissen. Ik beschouw deze blog namelijk meer als een plaats waar ik politiek-filosofische gedachten de wereld kan insturen en als ik al eens de actualiteit aangrijp is het om zo'n onderliggend inzicht naar boven te halen. Maar de hedendaagse politieke toestand begint nu ook mij zo danig te beroeren dat ik u ook een analyse ten beste geef.

Ik begin bij BHV. Dat zou op 7 november eenzijdig gesplitst worden in de Kamercomissie Binnenlandse Zaken onder leiding van Pieter De Crem. De enige plaats waar de Vlamingen wél nog numerieke overwicht hebben op de Walen is namelijk het parlement. Maar ook daar wordt geaarzeld, uit zelfcensuur, omdat men weet dat bij een eenzijdige splitsing de Walen de alarmbelprocedure bovenhalen. In dat geval vliegt het splitsingsvoorstel naar de regeringstafel, maar dit is een regering van lopende zaken, die over zo'n fundamentele wetswijzigingen niet meer mag beslissen. Na dertig dagen komt het wetsvoorstel terug in de Comissie, waar men nogmaals kan stemmen om het eenzijdig te splitsen. Ook voor een tweede maal kunnen de Walen de alarmbelprocedure inroepen, waardoor hetzelfde scenario zich herhaalt. Na een nieuwe periode van dertig dagen keert het onding dan terug. En zo kan het nog een tijdje doorgaan. De Walen kunnen grondwettelijk gezien blijven trekken aan de alarmbel.

Dit lijkt een uitzichtloze situatie voor de Vlamingen. Dit is echter maar schijn. De alarmbel is eigenlijk een vetorecht van een minderheid. En iedereen weet dat de waarde van een vetorecht omgekeerd evenredig is met haar gebruik. Hoe meer men dit recht inroept, hoe meer men dit recht uitholt. In plaats van nu echter de Walen te dwingen dit machtsmiddel uit te putten, laten wij het intact als middel tot zelfcensuur. Elke politieke handeling die we stellen, meten we af aan hun reacties. Dat is een defensieve strategie. We vertragen zélf de splitsing van BHV in de Kamercomissie "om de onderhandelingen nog een kans te geven". Welnu, die onderhandelingen hebben net daardoor geen kans meer: we halen elke druk van de ketel.

Resoluut, met alle partijen duidelijk maken dat BHV gesplitst wordt, zelfs al komt er een constitutionele crisis, dát is ballen laten zien. Daarom neem ik het dreigement van CD&V/N-VA en OpenVLD in de Zevende Dag niet serieus: ze winden er teveel doekjes om. Op de vraag of op 7 november het arrondissement en de kieskring sowieso gesplitst wordt antwoordt men niet met een eenduidig ja, men laat openingen. En dat maakt geen indruk. Allemaal aan hetzelfde zeel trekken, niet bluffen, en gáán voor die crisis, dát maakt pas indruk. Dán pas gaan de Walen aan damage control proberen te doen, en geraken zij in het defensief. Nu slapen ze op hun twee oren, en voegen zelfs nog eisen aan het pakket toe, zoals de aanstelling van de burgemeesters in de faciliteitengemeenten. Hoe meer we de overkant proberen te sparen, hoe zwakker we ons tonen en hoe meer rotsblokken op onze weg komen.

Hoe is het toch mogelijk dat wij als meerderheid zo met ons laten sollen? Men beweert in de media constant dat we met de Walen wel tot een akkoord moéten komen als we willen dat ... . Inderdaad. Als wat? Als we willen dat België blijft voortbestaan? Inderdaad, dan wel. Als we echter de mening van de kiezer respecteren - die kiezer heeft blijkbaar enkel gelijk als ie Belgisch stemt - dan zien we dat aan Vlaamse kant op 10 juni men Vlaams gestemd heeft, en aan Waalse kant Belgisch. Dat zijn nu eenmaal twee onverzoenbare standpunten, en één van de twee partijen zal inderdaad moeten plooien. Een compromis is in deze niet meer mogelijk: "Ofwel blijft België bestaan en dan is het op onze voorwaarden, ofwel gaan we verder zonder België." Dat is de enige zin die men in heel dat formatieberaad met krachtige stem, in overtuiging en gezamenlijk met alle partijen moet zeggen. Maar daar is politieke moed voor nodig. En meer dan vijf minuten.

Onze generatie is daar nog niet klaar voor. Bart De Wever is de voorbode van die nieuwe generatie Vlamingen, die zonder complexen de bestuurlijke absurditeit van dit land kan uitleggen, maar die nieuwe elite is nog jong, zeer jong. De federalistische eminence grise, die nog sterke voeling heeft met het hof, en de oude franstalige milieus is nog zeer sterk. De recuperatietechnieken om YFP (young flemish potentials) zich in het Belgische project te laten inschrijven zijn nog talrijk (steunraden van de KBS, de Nationale Kloterij, de adellijke lintjes, de inmense cultuursubsidies voor anti-Vlaamse intellectuelen, noem maar op) en de semantische vervuiling van vlaamsgezind (is gelijk aan onverdraagzaam, rascistisch, fascistisch, kneuterig, bekrompen, ...) is nog te sterk.

Het zal nog een dertigtal jaar vergen voor de studenten pol&soc, rechten en economie die vandaag de toestand in hun papers moeten analyseren zelf aan de onderhandelingstafel zitten. Maar de geest is uit de fles. De onafhankelijkheidsgedachte is al bespreekbaar geworden en dat is een verdienste op zich. Deze regering zal er echter niet in slagen om vooruitgang te boeken. Dat staat nu wel vast. De hele aanpak was nooit agressief, terwijl het mandaat daarvoor wel gegeven was. Vlaanderen heeft met verpletterende stemverschuivingen laten horen dat een staatshervorming moet. Dat onze politieke klasse er niet slaagt in haar beloftes waar te maken hebben zij enkel aan zichzelf te danken. "De Walen wilden niet" is een flauw excuus. Men moet hen dwingen. Zij hebben het recht niet om België te blokkeren. Zij zijn een minderheid en moeten de houding aannemen die daarbij past. Klinkt dit als de taal van een nationalist? Bedenk dan dat wij de enige natie in de wereld zijn die als MEERDERHEID de onafhankelijkheid wil en daar niet in slagen. In Catalonië bekijkt men ons als mietjes. Zij zijn daar een minderheid en hebben in twintig jaar politiek meer bereikt dan wij in heel onze hele honderdjarige ontvoogdingsstrijd.

In feite zouden wij daar gewoon zelf moeten kunnen over beslissen. Maar dat kan niet, omdat diezelfde emincence grise die zich nu Minister van Staat mag noemen in 1970 onze numerieke meerderheid verkocht heeft voor wat cultuurautonomie, terwijl we met onze demografische meerderheid véél meer hadden kunnen bereiken. Wie zich Minister van Staat mag noemen, heeft per definitie iets op zijn kerfstok, want men is Minister van Staat van België. En dat wordt je niet zonder België minstens één keer gered te hebben. Dat geldt ook voor Hugo Schiltz die in 1978 het Egmontpact maar bleef verdedigen en daardoor de stichter werd van het Vlaams Belang. De Vlaamse Beweging denkt nog steeds dat het dit plan verijdeld heeft, maar de grootste stukken ervan werden toch gerecupereerd in latere akkoorden.

Het Sint-Michielsakkoord van 1993 mag met enige reserve het beste akkoord genoemd worden dat binnen het sowieso al onrechtvaardige kader kon bereikt worden. "Het is een akkoord van die orde dat we moeten kunnen afsluiten", sprak Bart Dewever vóór de verkiezingen. Het lijkt erop dat we naar een tweede Lambermont gaan. Het is te laat. Het kalf is verdronken en ligt te rotten in de put. En voor het water daarvan ons allemaal vergiftigt, dempen we die best ... met de resten van orange-bleue. Haal de stekker eruit jongens, het wordt toch niks meer. En laat de Walen het nu zélf maar eens oplossen.

Hasta la republica flamenca,

Smithson.

zondag 28 oktober 2007

Solidariteit - conclusies

Conclusie van dit alles is dat wij als Vlaamse meerderheid in dit land deze arroganties helemaal niet hoeven te nemen. Het wordt tijd dat we ons bewust worden van onze meerderheid. Alleen zijn we in Vlaanderen erg gehandicapt. Onze intellectuele elite slaagt er immers in de modale Vlaming zichzelf schuldig te laten voelen over het verleden (toen wij collaboreerden en de Walen natuurlijk noooooit), ons te wijzen op onze historische verantwoordelijkheid (want de Walen hielpen ons vroeger toch ook) of ons als klootjesvolk te benoemen (de Vlaming is kneuterig en de Walen vrijzinnig en dus zo oooopen) en wij slikken dat, zoals we altijd alles geslikt hebben van gelijk welke machthebber. “Doe stille voort” (Gezelle) is de leidraad voor onze natie geworden: hoeveel onrecht u ook aangedaan wordt, krabbel voort, foefel, onderhandel, maak vuisten in uw zakken, godver binnensmonds, sla desnoods uw interieur aan diggelen, maar laat niemand, niemand merken dat u niet akkoord bent, steek uw nek nooit uit, keep a low profile, zeg niet waar het op staat, want dan breng je de groep in gevaar, dan maak je het alleen maar erger voor iedereen die wél probeert in die omstandigheden te leven. Wel nu, dit is SLACHTOFFERCULTUUR. En dat moet gedaan zijn!

Wij hebben alles, maar dan ook alles om het te maken als “wereldburgers”. We spreken godver drie vier talen, daar waar Walen enkel Frans en gebrekkig Engels spreken. Antwerpen is de derde belangrijkste haven TER WERELD, Brussel de tweede grootste diplomatieke stad TER WERELD. We leven in één van de vruchtbaarste landbouwgebieden in Europa, we hebben één van de meest performante onderwijssystemen en een hoogopgeleide bevolking, en we hebben een cultureel erfgoed van eeuwen oud. De polyfonie werd uitgevonden/ontdekt in wat vandaag Frans-Vlaanderen is, maar daar zijn wij erfgenaam van. Rubens, Van Eyck en de hele horde Vlaamse Primitieven worden overal ter wereld bewonderd. Het hele beurssysteem met aandelen dat de hele mondiale financiële sector vandaag reguleert werd uitgevonden in Brugge. In Ieper werden in de late Middeleeuwen al belangrijke stappen vooruit gezet in de rechtspraak betreffende het toelaten van getuigen als bewijsstuk. In Kortrijk versloeg een voetleger het sterkste ruiterleger van Europa. En toch, en toch en toch twijfelen we, vragen we ons af of we wel recht hebben op een eigen staat, hoe het nu moet met die arme Walen, of we ze geen pijn zouden doen, of we dan geen egoïsten zouden worden.

We noemen onszelf rijk, maar geestelijk zijn we straatarm. We gaan op vakantie, niet om de wereld te ontdekken, maar om aan anderen te zeggen waar we zijn geweest. We kijken jaloers naar de nieuwe auto van de buurman. Per dag plegen 7 Vlamingen zelfmoord en veelvoud daarvan probeert het. We noemen onszelf rijk, maar steeds meer mensen staan er alleen voor, leven in eenzaamheid, liggen drie weken dood voor iemand ze vindt, leven onder de armoedegrens. We noemen onszelf rijk, maar we zijn afhankelijk van het buitenland voor zelfs onze vitaalste bevoorrading van electriciteit (Suez) en water (Lyonaise des Eaux). We noemen onszelf rijk, maar ons sociaal kapitaal is nihil: we besteden onze ouderen uit aan rusthuizen en onze kinderen aan crèches. Wie sterft wordt beleefd betreurd, maar algauw wordt van de treurende geëist dat die overgaat tot de orde van de dag: “ga maar vlug weer werken, dat verzet je gedachten.” We noemen onszelf rijk, maar we aanbidden culturele goden die ons vervreemden van ons eigen rijke culturele verleden omdat het besmet zou zijn met racisme, facisme en onverdraagzaamheid. We luisteren naar valse profeten die dwepen met vreemde culturen en daardoor een aura krijgen van verhevenheid, van het loskomen van de eigen wortels. We voelen ons klein en dom als we niet begrijpen waar die interviewers het over hebben; wel: ze begrijpen het ZELF niet. Ze lullen maar wat aan en verkopen het voor de hemelse waarheid. And sometimes, I’m so sick of it all.

Doet me denken aan: Ewan McGregor als Mark “Rent-boy” Renton in: Trainspotting, 1996:

Choose Life. Choose a job. Choose a career. Choose a family. Choose a fucking big television, choose washing machines, cars, compact disc players and electrical tin openers. Choose good health, low cholesterol, and dental insurance. Choose fixed interest mortgage repayments. Choose a starter home. Choose your friends. Choose leisurewear and matching luggage. Choose a three-piece suite on hire purchase in a range of fucking fabrics. Choose DIY and wondering who the fuck you are on Sunday night. Choose sitting on that couch watching mind-numbing, spirit-crushing game shows, stuffing fucking junk food into your mouth. Choose rotting away at the end of it all, pissing your last in a miserable home, nothing more than an embarrassment to the selfish, fucked up brats you spawned to replace yourselves. Choose your future. Choose life... But why would I want to do a thing like that? I chose not to choose life. I chose somethin' else. And the reasons? There are no reasons. Who needs reasons when you've got heroin?

Welaan dan Vlamingen: Choose life. Choose independence!

Hasta la Republica Flamenca,

Smithson.



Powered by ScribeFire.

Deel III: Solidariteit genereert loyauteit

Wie ontvangt is dankbaar. Dat is normaal. Beeld u weer een situatie in waarbij u geld geeft aan een persoon of project omdat u beslist hebt daarmee solidair te willen zijn. Het geld wordt overgemaakt, u verwacht geen uitvoerige bedanking, hoogstens respect voor uw daad van menslievendheid. En wat gebeurt: men maakt u publiekelijk zwart, men vindt u een vrek omdat u niet meer gaf en krijgt men de kans om u te kleineren of zelfs te beschadigen, dan laat men het niet. Wat is uw logische reactie op dat moment? Schluss damit. Bastante. Enough. Hoe erg de toestand ook mag zijn van de persoon die u daarnet nog aan het helpen was, geen cent geef je nog aan iemand die je beschimpt, je met je eigen geld bestrijdt. Dat is de logica zelve.

Maar wat zien we in België? De gemeenschap die jaarlijks 7 % van het Bruto Regionaal Product afstaat aan een gemeenschap die de helft minder leden telt (dus per capita is dit een dubbele ontvangst in vergelijking met een hypothetische omgekeerde beweging) krijgt van de andere gemeenschap in dit land niet het minste respect terug. Die andere gemeenschap, de Waalse (zelfde staatskundige opmerking als daarstraks) die nog slechts leefbaar is bij gratie van het rijkere landsdeel neemt geen houding van nederigheid aan die past bij zo’n transfers. Integendeel, zij manifesteert zich op het Belgische niveau met de grootste arrogantie. In Vlaanderen schoffeert zij de Nederlandstalige bevolking in de faciliteitengemeenten. In Wallonië verfranst zij de Nederlandstaligen in de eigen faciliteitengemeenten. In Brussel respecteren zij ondanks talloze taalwetten de tweetaligheid niet. Via hun Franstalige Brusselse bondgenoten vragen zij zelfs de aanhechting van de verfransende randgemeenten bij dit gewest. Een eis die bewijst dat zij de territoriale integriteit van Vlaanderen en dus in wezen de federale staat niet erkennen. Federale wetten lappen zij dan ook aan hun laars. En wanneer Vlaanderen in economische sectoren wil investeren die meer welvaart kunnen creëren blokkeert zij deze pogingen systematisch. Vlaanderen wordt in een wurggreep gehouden door de partij waar zij nog steeds solidariteit mee betoont.

Wallonië gedraagt zich met een arrogantie die niet past bij een vragende partij. Het lome Vlaanderen (als ik onze natie dan toch moet personificeren dan doop ik die tot “De lamme Goedzak”) laat dit gewoon gebeuren. Ik vertelde dit ooit eens aan een Australiër terwijl ik op reis was in Barcelona en die merkte me op: “Thats the destiny of minorities”, waarbij hij bedoelde dat Vlamingen als minderheid hier nu eenmaal niets aan konden doen. Toen ik hem vertelde dat de Vlamingen in België de meerderheid waren, begreep hij er helemaal niets meer van. “You Belgians are fokin’ lunatics”. Ik antwoordde: “No no Flemings are, Belgians do not exist. O, I’m sorry, there is a Belgian, I almost forgot: our king, an imported German”. We kwamen niet meer bij van het lachen, maar het was in wezen tragikomisch.

HLRF!

Smithson



Powered by ScribeFire.

DEEL II: Solidariteit is concentrisch

Stel. U wint één miljoen euro en de helft daarvan mag u niet zelf houden. Dat laat u aardig wat mogelijkheden. U koopt zich een huis, een mooie auto, gaat even op vakantie, en dan begint u de moeilijke taak van het verdelen van dit geld. Wie zijn de mogelijke ontvangers? Potentieel iedereen. Van een hongerlijdend Somalisch gezin tot een neefje dat een zaak wil beginnen tot uw kinderen die nog verder moeten studeren. Afhankelijk van de grootte van uw budget zal u anders reageren. Uw kroost kan voor een fractie van het bedrag dat u moet verdelen verder gaan studeren, er is dus nog ruimte genoeg voor liefdadigheidswerk in Afrika. En ook het neefje kan gerust wat geld toegestopt worden, zonder dat het Somalisch project in het gedrang moet komen. Maar wat als het te verdelen geld schaars wordt? Welke prioriteiten zal u dan stellen? Welke criteria gaat u hanteren om te beslissen wie wat krijgt? Het antwoord eenvoudig: u zult eerst de mensen “bedienen” die u het nauwst aan het hart liggen. Uw neefje komt in de rankschikking voor dat Somalisch gezin te staan, en uw eigen zonen of dochters nog eens daarvoor. Is uw belangstelling voor het Somalisch probleem daarom minder groot geworden? Bij lange na niet, maar u moet keuzes maken, en het ligt in de natuur der dingen dat u het meest solidair bent met de personen die dichtst bij u staan.

Deze rangschikking is natuurlijk maar een voorbeeld. Het is goed mogelijk dat uw familiale band in het algemeen zo sterk is dat u aan zowel uw gezin als aan uw bredere familie dezelfde prioriteit heeft, zoals dat in Joodse families het geval is. Het is zelfs mogelijk dat u, in overleg met uw naasten, beslist tóch dat Somalisch gezin een beetje te helpen, ondanks de eigen problemen. Dit zien we trouwens veelvuldig in de lagere sociale klassen. Mensen die weinig hebben, zijn vaak ook nog solidair met kennissen buiten de eigen familie. Alles hangt af van uw eigen socio-culturele achtergrond. Maar de stelregel is dat men bij krapte en schaarste niet eerst de meest verafgelegen en onbekende doelen gaat steunen, maar wel de dichtbije en gekende problemen. Solidariteit vertrekt dus vanuit een sterk middelpunt naar een steeds zwakker wordende periferie. Solidariteit is dus concentrisch.

Passen we dit nu toe op de Belgische situatie, dan kunnen we ons afvragen hoe de solidariteit het best georganiseerd wordt. Nemen we de stelregel in acht dat we eerst solidair zijn met wat ons nabij en bekend is, dan lijkt het logisch dat we bij schaarste eerst solidair zullen zijn binnen onze eigen Vlaamse Gemeenschap, en pas daarna met Wallonië. Wallonië, dat een andere politieke cultuur heeft (politiek dienstbetoon, oudere materialistische breuklijnen), een andere geografie (geen kust, bergachtig), een ander bedrijfsleven (minder KMO’s, meer holdings), een andere media (veel meer partijgelinkt), een andere actualiteitszin (volgen meer Franse actualiteit, wij de Nederlandse), een andere metafysische voedingsbodem (wij in origine katholiek, zij veel vrijzinniger) en een andere socio-psychologische ingesteldheid (wij klein & bescheiden, zij deel uitmakend van de grote Franstalige culturele ruimte), de verschillen zijn legio.

Nemen we de gemeenschapszin als uiting van een samenhorigheid als referentiepunt om onze solidariteit te organiseren, dan merken we al gauw dat het concept “Belgische Gemeenschap” problematisch wordt, vooral wanneer we ook nog de taal – voorlopig buiten beschouwing gelaten – in acht nemen. Doen we dat wel, dan worden de verschillen nog veel duidelijker. Om te kunnen spreken van één Belgische Gemeenschap waarbinnen de solidariteit natuurlijk zou zijn omdat ze nabij en bekend is, moeten we toch ervan kunnen uitgaan dat beide bevolkingsgroepen in elk van hun talen kunnen communiceren met elkaar. In de praktijk is dit echter niet zo: communicatie met Walen gebeurt in 95 % van de gevallen in hún taal, terwijl de Vlamingen wel de taalkundige meerderheid vormen in dit land.

Maar ook buiten het talige om is het niet langer houdbaar om te spreken van één Belgische Gemeenschap. Ook op politiek vlak, zelfs waar de eenheid verondersteld wordt, zijn er grove verschillen. Federale wetten worden in de beide landsdelen niet gelijk toegepast en de overtreding hiervan wordt niet gesanctioneerd. Voorbeelden daarvan zijn de wet op de wapenlicenties (’91) en de tabakswet (’02). Ook op economisch vlak, in de dossiers waar Wallonië wel solidair zou kunnen zijn met Vlaanderen, wordt de Vlaamse economie gesaboteerd. Voorbeelden hiervan zijn het plaatsen van overheidsbestellingen in het buitenland in plaats in Vlaanderen (TEC, ’97) en de blokkering van de ontsluiting van de Antwerpse haven (Ijzeren Rijn, ’07). Wie gemeenschapszin toepast op de Belgische staat kan alleen vaststellen dat er twee concurrerende gemeenschappen zijn.

De speltheoretische oefening van het half miljoen euro in het achterhoofd, rijst dus vraag op welk niveau we de solidariteit moeten organiseren. Binnen de eigen gemeenschap die voelt dat ze een gemeenschappelijk verleden, belang en toekomst heeft, of ook met die andere gemeenschap die niet alleen verder van ons afstaat, maar ons eigenlijk ook nog beconcurreert? Daarbij komen we bij het derde kenmerk van solidariteit: loyauteit.

HLRF!

Smithson

Powered by ScribeFire.

DEEL I: Solidariteit is vrijwillig

Dit is niet eens een boude stelling, want als solidariteit niet vrijwillig is, dan kan ik aan gelijk wie meteen 100 € vragen in naam der solidariteit en meteen ook eisen dat ik die 100 euro krijg. Dat gaat echter zomaar niet. Solidariteit vereist dus de toestemming van de gever, die na overweging beslist solidair te zullen gaan zijn of net niet. Zo heeft u ongetwijfeld al meegemaakt dat u aan het ene comité dat veel te dure appelen verkoopt, wel gekocht hebt, en aan een andere huis-aan-huis-actie helemaal niets. U bepaalt zelf met welke personen en organisaties u solidair wenst te zijn. Was dat niet zo, dan is er gewoon geen eigendomsrecht meer en kon iedereen zomaar geld van u eisen. U beslist in abstractie zelf over wat moet gebeuren met het hetgeen u zelf verworven hebt.

De pro-actieve lezer past dit natuurlijk meteen toe op de politieke situatie van de transfers in dit land en zal terecht opmerken dat wij ook niet de keuze hebben om geen belasting te betalen, dat wij ook daar verplicht worden om solidair te zijn. Ja en nee. Wij worden inderdaad verplicht, maar eerder door de logheid van het systeem, dan door principe. Wij verkeren immers steeds in de mogelijkheid om op een partij te stemmen die pleit voor een belastingsverlaging. Er zou zelfs een libertaire partij kunnen gevormd worden, die pleit voor een minimale belasting van 5 %, maar die is er vooralsnog niet. Dus kunnen we aannemen dat er algemene consensus bestaat over het belang van solidariteit. De Vlamingen kunnen dan wel morren over de hoge belastingen, maar was dit werkelijk een probleem geweest, dan was een partij al lang in dat gat in de electorale markt gesprongen. Sommige partijen doen dit ook, maar geen enkele pleit vooralsnog voor een quasi-afschaffing van belastingen. De vrijwilligheid van solidariteit als richtsnoer kan dus ook hier behouden blijven, zij het in getrapte en sterk vertraagde versie.

Datzelfde geldt voor interstatelijke solidariteit. Ik treed de Ierse schrijver John Banville volledig bij wanneer hij in zijn Book of Evidence schrijft “They would speak of whole peoples as if they were speaking of a single individual, while to speak even of an individual with any show of certainty seemed to me foolhardy”, waarbij de auteur een aanklacht maakt tegen het personaliseren van staten als zouden het één en ondeelbare fysieke personen zijn met vaststaande kenmerken.

Maar hoe men het ook draait of keert, toch kan men de relatie tussen twee naties wat betreft solidariteit geabstraheerd worden tot een partij die geeft en een partij die ontvangt. In de Belgische constellatie zijn dat respectievelijk Vlaanderen en Wallonië. En Brussel voor wie dit gewest als verloren Vlaams grondgebied beschouwt. Welnu, ook hier zou vrijwilligheid het richtsnoer moeten zijn. Het Vlaams Parlement, als vertegenwoordiger van de Vlaamse natie, zou zelf moeten kunnen beslissen hoeveel geld er naar de andere delen van de federatie gaat. Maar dit is niet zo. Het is het federale niveau dat het overgrote deel van de belastingen int, en ze daarna volgens bepaalde verdeelsleutels terugstort aan de gewesten. Aangezien de federale regering paritair is en de Vlaamse meerderheid in het federale parlement dus machteloos, wordt buiten de vrijwilligheid van het Vlaamse Parlement om beslist hoeveel Vlaams geld aan de solidariteit met Wallonië wordt besteed. Dat is net alsof iemand in het station geld uit uw portefeuille zou halen om het te geven aan een bedelaar, terwijl u staat te wachten op de trein. Ongeacht uw voornemen om zelf al dan niet iets te geven, wordt in uw plaats beslist. Het Vlaams Parlement, en ook de Vlaamse verkozenen in de Kamer moeten dus toezien hoe Vlaams geld buiten de wil van de Vlamingen om aangeboord wordt als solidariteitsgeld.

Daarenboven heeft het Vlaams Parlement naast zeggingschap over de hoogte van deze bedragen, ook niets in de pap te brokken over de aanwending van deze gelden. In het voorjaar van 2007 was men vol lof voor “het Marshallplan voor Wallonië” van de hand van Di Rupo, maar wat men vergeet is dat het oorspronkelijke Marshallplan (de wederopbouw van Europa met Amerikaans geld, nvda) uitgevoerd werd op de voorwaarden van de VS. De constructie van de EU is daar onder andere het resultaat van. Ook hier had de gever zeggingschap over wat er met zijn geld gebeurde. Vlaanderen heeft geen enkele zeggingschap, niet over hoeveel geld er naar Wallonië gaat, en ook niet waarvoor het gebruikt mag worden.

Als vrijwilligheid inderdaad een essentiële voorwaarde is voor solidariteit dan valt het Belgische gebeuren daar niet onder thuis te brengen.



HLRF!

Smithson.


Powered by ScribeFire.

Solidariteit - Inleiding


De laatste weken is het weer alom "solidariteit" die de klok slaat. Vlaanderen zou de solidariteit met Wallonië willen opzeggen en de vakbonden organiseren samen met één Waalse krant een actie (www.reddesolidariteit.be) om "de" solidariteit te redden. Dat de onderhandelingen daar helemaal niet over gaan, maar wel over een betere verdeling van de bevoegdheden, zal hen worst wezen. Zij, die een monopolie hebben op de solidariteitsgedachte zullen die stoute separatisten eens zullen tonen hoe het moet. Solidariteit, daar kan je toch niet tegen zijn? Of toch? Een kleine analyse.

Solidariteit is een HOERA-begrip geworden en tegelijk ook een containerbegrip, de twee essentiële ingrediënten voor een politieke techniek die framing heet. Zoek een nobele zaak waar niemand tegen kan zijn, verbind daar je eigen politieke kleur aan en doe alsof iedereen die het niet eens is met je politiek, ook meteen tegen die nobele zaak is. Werkt altijd. Verkeersveiligheid is rood. Ecotaks is groen. Dat je diezelfde nobele zaak ook aanhangt, maar wel op een andere manier zou willen invullen, dat doet er dan allemaal niet meer toe. Framing is onverbiddelijk. Solidariteit is geframed door wat zichzelf links noemt. Maar laat ons even door het politieke bos kijken en teruggaan naar de essentie van solidariteit.

Voor mij hangen er aan de term solidariteit drie essentiële kenmerken vast: solidariteit is vrijwillig, concentrisch en genereert loyauteit. Daarnaast kent solidariteit nog een aantal ongeschreven wetten zoals de vooronderstelling dat de ontvanger niet ondankbaar is tegenover de gever, de vooronderstelling dat de gever niet armer wordt dan de ontvanger, en de wederkerigheid van solidariteit indien de ontvanger op andere vlakken de gever kan steunen. Maar in essentie gaat het om de eerste drie genoemde kenmerken.

In wat volgt vinden jullie drie posts over deze kenmerken gevolgd door een conclusie.

Hartelijke groet en siempre hasta la republica Flamenca!

Smithson.

Powered by ScribeFire.

Waar zijn onze culturele kompassen?

Vlaamse vrienden,

Youtube is machtig. Je vindt er alles en dus ook wat ons iets kan bijleren over onze eigen cultuur. Onlangs vond ik via een vriend een stukje Nederlandse televisie terug, dat ik ooit slechts één keer gezien had en dat ik sindsdien gekoesterd heb als ware het het laatste exemplaar van de panda op aarde. Het betreft een uitreksel uit de talrijke cultuurprogramma's van Van Kooten en De Bie. Het is een sketch van een ex-leraar Nederlands in het bos die gevraagd wordt naar zijn mening over de Nederlandse taal. Hij fulmineert heftig en presteert het om een Kronkel, dit is een cursiefje van Simon Carmiggelt met stijgende exaltatie tot een schuimbekkend hoogtepunt te brengen.

Deze sketch is niet alleen grappig, maar ook diep ontroerend. Ze zegt veel over ons hedendaags onderwijs dat er slechts in slaagt om algemene vaagheden te onderwijzen, economisch gebruiksklaar en mooi ogend op een cv. Maar de diepere drijfveer in het onderwijzen is niet enkel om de mens economisch zelfstandig te maken, maar ook de verheffing van het individu tot een grootser mens. Humaniora. Meer mens maken. En daar hoort hard studeren bij. Van buiten leren. Heug tegen meug. Om je er dan later tegen te kunnen afzetten. Als je dat nog nodig zou vinden.

Hieronder vindt u de integrale tekst, die ik transcribeerde van de Youtube-creatie. Ik vond hem immers zelf op internet nog niet, dus heb ik hem maar zelf uitgetypt. Ook de video zelf onthoud ik u niet.

Lay back and enjoy.

HLRF!

Smithson.



Louter Leugens
1951 – Simon Carmiggelt

Om zijn voordrachtsavond te kunnen houden had de declamator een gros houten vouwstoeltjes gehuurd die een kwartier voor aanvang als een kudde eigenzinnige bokjes bijeen gedreven stonden. Dat ze hard zaten, vond ik niet zo erg. Kunst eist nu eenmaal een worsteling des geestes en dan mag het lichaam niet achterblijven. Veel dieper groef het bezwaar tegen de kwaliteit van de stoelen. Ik voor mij zakte er tenminste onmiddellijk doorheen en behaalde tussen de brokstukken op de vloer gezeten het gemakkelijkste succes van mijn leven, want iedereen brulde van het lachen eer ik een mond had opengedaan. De tien minuten die ons toen nog scheidden van de aanvang der voorstelling waren niet zonder spanning want iedere argeloos binnentredende bezoeker kon immers het volgende slachtoffer zijn. Nog twee personen van uiteenlopende zwaarte zagen wij ter aarde tuimelen, maar toen was het dan ook acht uur en scheurde het doek vaneen.

Dames en heren ik ga u zeggen enige fragmenten uit de ideeën van Multatuli. De voordrachtskunstenaar hief plechtig aan en kreeg de belangstelling van de zaal net beet toen de deur naast het podium openging voor een late bezoeker. Het bleek de dikste man te zijn die ik in mijn kleurig leven ooit heb gezien en hij bewoog zich langs het toneel naar het middenpad volgens het systeem waarmee bij verhuizingen staande klokken worden voortgekanteld. “Die gaat door de stoel”, dacht iedereen, het scheen een zekerheid. “Wie nooit gevallen is heeft geen besef wat ervoor nodig is om vast te staan”, declameerde de kunstenaar met grote toepasselijkheid, maar ook hij had er zijn kop niet bij. Dat zag je aan zijn ogen die vol doodsangst de argeloos voortzwoegende Golem volgde. Dat deed trouwens iedereen, en toen de man eindelijk vlak naast mij zijn verzamelde gestalte op het stoeltje nederliet, was de stilte zo diep en volstrekt dat ook de declamator even de ogen sloot als voor een hels visioen. Maar er gebeurde niets. De stoel kreunde wel een beetje, maar bleef met onbegrijpelijk heroïsme op de been. Een gemompel van bewondering ging door de rijen. En ook de stem van de declamator klonk opgewekt toen hij vervolgde: “Men vindt dit gebrek dikwijls en vooral bij mensen die niet gereisd of weinig beleefd hebben en …”

De dreiging scheen voorbij. Ik zeg scheen, want toen wij net opnieuw waren ondergedompeld in Multatuli, liet de dikke man ten tweede male van zich horen. Hij zond namelijk opeens vier droge bijzonder gramstorige kuchjes de wereld in. Gehinderd keek ik hem even van terzijde aan en zag dat zijn enorm bolrond hoofd geheel purper was van een geweldige hoeveelheid in hem opgetaste geluiden die eruit wilden. Ik vreesde dat hij ter plaatse uiteen zou barsten als de zuster van Prikkebeen en stond maar vast op om hem de gelegenheid te geven de zaal te ontvluchten. Een hint die hij, tot mijn persoonlijke verlichting meteen opvolgde. Op het krakendste schoenwerk ooit door enig mens gedragen, begaf hij zich, rommelend van interne ontploffingen, opnieuw door het middenpad langs het toneel naar de uitgang. Met zijn laatste krachten opende hij de deur en liet toen in het gangetje daar vlak achter alle blaffingen, schrapingen die in zijn gigantische borstkas waren opgestapeld, de vrije loop. Hij had het net zo goed op het toneel kunnen doen, want de hele zaal kromp ineen en begon kribbig te sssst’en. Maar dat hoorde de arme stakker niet en toen er geen enkel kuchje of humpje meer in hem huisde, heeft hij omdat hij nu toch eenmaal bezig was ook nog een paar minuten toeterend staan neussnuiten om vervolgens weer op zijn duivels schoeisel binnen te treden met een voldane gelaatsuitdrukking van iemand die een kwestie tot ieders genoegen had geregeld. “Mag ik nog even passeren”, fluisterde hij mij toe.

En toen pas is hij door die stoel gezakt.

donderdag 25 oktober 2007

Ode aan het vrije woord - conclusies

<-- Terug naar het derde deel

Hans Teeuwen is dan wel een onhandelbare vlegel, het is zelfs goed mogelijk dat hij een onuitstaanbare egocentrische en narcistische persoonlijkheid heeft, maar één ding moet je hem nageven: hij zegt waar het op staat. De enen zullen dit erover vinden, de anderen net hard genoeg, maar dat is net de pracht van iemand als Teeuwen: hij veroorzaakt debat. En debat hebben we niet in Vlaanderen: iedereen is het roerend eens met de consensus, en wie dat niet is wordt al gauw doodgezwegen, in een extremistisch vakje gestopt of in het beste geval slechts belachelijk gemaakt.

Teeuwen heeft bewezen een waardige verdediger te zijn van het Vrije Woord. Hij pareert dogma’s met bravoure en verlost mensen van hun aangepraat schuldgevoel. Conclusies zijn:

- wat status heeft, heeft vroeg of laat macht
- macht die niet te controleren valt, ontaardt in totalitarisme
- satire controleert macht, door in de civiele samenleving voor controverse te zorgen
- waar satire (en dus per definitie beledigingen) niet meer mogelijk is, ontstaat totalitarisme

Laat ons in Vlaanderen hetzelfde doen. Laat ons onbevreesd met andere culturen in gelijkwaardig debat gaan, recht op de inhoud af, zonder exclusieven rond dit of dat respect dat eerst betoond moet worden. Het feit dat twee stromingen elkaar waardig achten om in debat te gaan, is voldoende bewijs. Laat ons onszelf niet misleiden door retorieken van verdraagzaamheid die enkel pacificatie beogen, en geen fundamentele oplossingen van de problemen. Laat ons doorgaan op de Mohammed-cartoons, het apart zwemmen voor vrouwen, de halalscholen, de hoofddoek. Zonder taboes. Zonder beperkingen. Alleen dan komen we tot een eerlijk debat. Alleen dan komen we in de buurt van deze magistrale zeven minuten .

HLRF!

Smithson

<== Terug naar de inleiding