dinsdag 25 maart 2008

www.gravensteengroep.org + aankondiging debat


Vlaamse vrienden,

Flaminganten, dat zijn rechtse zakken, die homogene staten willen, een eenheidsras zonder toleranties. Vlaggengezwaai en leeuwengezang. Of dat is toch tenminste de karikatuur die men zo lang mogelijk van ons heeft willen ophouden. Maar dat plaatje blijkt minder en minder te kloppen. Op 22 februari publiceerden een twaalftal vooraanstaande Vlaamse intellectuelen die "vertrekken vanuit verschillende politieke en ideologische uitgangspunten" een manifest, genoemd naar de bekende burcht in het centrum van Gent: het Gravensteen.

De voornaamste bedoeling van dit manifest was aan te tonen dat de Vlaamse Beweging diverser is dan de eng-rechtse catalogering die men haar altijd toedicht. Daar is het wonderwel in geslaagd vind ik. Niet enkel is de polemiek binnen links-Vlaanderen volop bezig, steeds meer mensen vinden ook dat de invulling van het Vlaamse onafhankelijkheidsstreven niet volledig overgelaten mag worden aan rechts. De trein naar onafhankelijkheid is niet te stoppen, men springt er dus beter maar mee op.

Langs deze weg kan ik dus niet anders dan zoveel mogelijk mensen op te roepen dit manifest te ondertekenen. Bijna negenduizend mensen, waaronder ondergetekende (nummer 156), hebben sinds 22 februari dit manifest gesteund. En zelfs de gemeente Lennik heeft met eenparigheid van stemmen in haar gemeenteraad beslist als gemeente dit manifest te ondertekenen. En dat na één maand actie voeren.



Om het debat over links-flamingantisme nog wat aan te wakkeren, organiseert Jong N-VA UGent op dinsdag 15 april een academisch debat aan de Universiteit Gent. Dit debat is gratis, en start om 20.00 uur in auditorium E op de campus Blandijnberg. Bij deze nodig ik jullie daar allen van harte op uit. Achteraf wordt nog een gratis glas geschonken in café Artevelde om de hoek.

Beste groeten,

Smithson.

PS: Klik door op de afbeelding om een duidelijke pdf te krijgen.





zaterdag 1 maart 2008

Reynders premier in ruil voor staatshervorming?

Dit bericht verscheen eerder op www.vvb.org

Er komt geen staatshervorming. Geen grote, geen kleine. Geen. Een politieke operatie die naam waardig zou op zijn minst de ambitie moeten hebben de structuur van ons land grondig aan te willen passen. En dat zit er niet aan te komen. Wat in de pijplijn zit is een zoveelste Belgische pacificatiepoging, een akkoord dat zo danig ondoorzichtig zal zijn, dat men het aan beide kanten van de taalgrens als een overwinning kan uitleggen. Een borrelnootje hier, een toegevinkje daar, maar de “démocratie à la Belge” blijft overeind: de minderheid beslist. Dat is het fameuze “pacte des Belges”.

De term werd voor het eerst gebruikt door Elio Di Rupo op 8 november 2007, de dag nadat de stemming van de splitsingsvoorstellen rond BHV in de Kamercommissie BiZa eenzijdig Vlaams goedgekeurd werd. Elke Vlaamse Beweger sprak zijn grijze hersencellen aan om uit te zoeken over welk pact of welk akkoord Di Rupo het kon hebben. Maar al snel bleek dat het niet ging om een formeel akkoord, maar om een informele stelregel, iets dat normaal het daglicht niet ziet. Merkwaardig is ook dat nadien de term nooit meer is gebruikt. Dit was duidelijk een freudiaanse verspreking die ons een unieke inkijk geeft op de denkwereld van de Walen: het pact der Belgen is de verzekering dat in België de meerderheid nooit beslist.

En dat blijkt ook nu nog maar eens. Politici kunnen dan wel onderhandelen, machiavellistische trucs gebruiken, tegenstanders mee in het bad proberen te trekken, “package deals” maken, de boel wat smeren met extra geld, maar finaal blijkt een staatshervorming pure rekenkunde te zijn. Bottom line is dat je een twee derde meerderheid nodig hebt én een meerderheid in elke taalgroep.

Vooral dat laatste is van belang. In het federale parlement zijn er 150 zetels, waarvan 88 Vlaamse en 62 Waals/Franstalige. De twee derde meerderheid (100 zetels) kan snel geleverd worden als de Vlaamse partijen wat meewillen, maar het is de meerderheid in eigen taalgroep die het ware sluitstuk én machtsmiddel vormt van de Franstaligen. Concreet volstaat het dat een Franstalige alliantie erin slaagt om 31 zetels geïmmobiliseerd te houden, om elke staatshervorming tegen te gaan. Op dat moment kan er op geen enkele manier nog een meerderheid gevormd worden om een staatshervorming te steunen.

Die Franstalige alliantie is de as PS-CDH. Samen hebben zij dertig zetels. Theoretisch is dat dus geen waterdichte blokkeringsminderheid, er is nog één zetel nodig. De praktijk is echter anders. De zetel waar het om draait bezet wordt door Patrick Cocriamont van het FN, en omdat het inroepen van zijn hulp de facto het einde van het Cordon Sanitaire zou betekenen, is de kans weinig waarschijnlijk dat een meerderheid tegen deze alliantie in kan gevormd worden. Zolang PS (20 zetels) en CDH (10 zetels) zich dus niet uit verband laten spelen, is een staatshervorming die zij niet wensen uitgesloten. Men mag dus zoveel onderhandelen als men wil, rien ne va plus.

Als een vijfde van de zetels volstaat om het land te blokkeren dan heb je in abstractie eigenlijk een vier vijfde meerderheid nodig om ook maar iets aan de structuur van dit land te kunnen veranderen. Dat komt neer op 121 zetels, een onmogelijk aantal. Een mooiere illustratie van de structurele onrechtvaardigheid van België kun je niet hebben.

Een staatshervorming krijgen we dus niet. Niet omdat de CD&V haar eigenste dubieuze zelf is, niet omdat de Vlamingen het niet genoeg willen, maar wel omdat in 1970 ons land zo danig democratisch misvormd is, dat sindsdien elke beslissing tot hervorming van de staat genomen wordt door een minderheid, en niet door een meerderheid.

De vraag rijst stilaan of het bereiken van Vlaamse onafhankelijkheid binnen het legalistisch kader nog mogelijk is. Het antwoord daarop is ja. Alleen zal de wetgevende macht daarbij tegenstrijdig genoeg een steeds kleinere hefboom worden. Onze parlementaire macht is immers uitgeschakeld door alarmbellen en belangenconflicten. Het is via de uitvoerende macht dat meer Vlaamse zelfstandigheid in het verschiet ligt. En wel door er “actief” aan te verzaken. Veel “bargaining power” hebben we niet, de communautaire verdeling van mandaten is bij grondwet geregeld (art 99).

Maar er is één functie die daarop een uitzondering vormt: de premier. Die valt buiten de pariteitsvereiste en is sinds de regering Leburton-II (1974) steeds een Vlaming geweest, maar kán ook een Waal zijn. Wat als we nu eens die functie openstellen voor een Waal? Welke dynamieken krijgen we dan aan de andere kant van de taalgrens? Wie zullen de kandidaten zijn, en wat zullen ze ervoor over hebben om het hoogste mandaat te mogen bekleden? Dezelfde dynamieken die zich nu bij ons afspelen, en van onze wedijverende kandidaat-premiers per opbod vragende partij máken, kunnen zich dan voordoen aan de andere kant van de taalgrens. De vraag wie tot de grootste spreidstand in staat is, zal voor één keer niet door een Vlaming beantwoord moeten worden. De Waalse politiek, nu verenigd tegenover dezelfde tegenstander, krijgt te maken met interne verdeeldheid. Un vrai “panier de crabes”

Reynders bijvoorbeeld zou zijn moeder verkopen om premier te kunnen worden. Eens zien hoe sterk hij zou lobbyen vóór een staatshervorming als hij effectief uitzicht krijgt op deze functie. De blokkage PS-CDH blijft natuurlijk bestaan, maar in ieder geval worden zij nog meer geïsoleerd. Dan worden meerderheden sneller gevormd dan men denkt. De partij van Reynders is bovendien voldoende groot om de stemming van een belangenconflict, die een drie vierde meerderheid vraagt in een aantal deelparlementen in moeilijkheden te brengen

De Vlaamse cynici staan al aan de klaagmuur: “In plaats van meer Vlaanderen, krijgen we nu een Waalse premier?”. Maar kijk naar de mogelijkheden. In feite komt het ter beschikking stellen van een mandaat in ruil voor een staatshervorming neer op het inruilen van het tijdelijke voor het “eeuwige”. Vier jaar geregeerd worden door iemand die ik niet verkozen heb, in ruil voor permanente verworvenheden voor mijn natie? Waar moet ik tekenen? Laat ons daarover nadenken. Waarom premier worden, als je iemand premier kunt maken? Laten we Shakespeare in gedachten houden: “Why be the King, when thou can be Kingmaker?”

Brecht Arnaert