zondag 28 oktober 2007

DEEL I: Solidariteit is vrijwillig

Dit is niet eens een boude stelling, want als solidariteit niet vrijwillig is, dan kan ik aan gelijk wie meteen 100 € vragen in naam der solidariteit en meteen ook eisen dat ik die 100 euro krijg. Dat gaat echter zomaar niet. Solidariteit vereist dus de toestemming van de gever, die na overweging beslist solidair te zullen gaan zijn of net niet. Zo heeft u ongetwijfeld al meegemaakt dat u aan het ene comité dat veel te dure appelen verkoopt, wel gekocht hebt, en aan een andere huis-aan-huis-actie helemaal niets. U bepaalt zelf met welke personen en organisaties u solidair wenst te zijn. Was dat niet zo, dan is er gewoon geen eigendomsrecht meer en kon iedereen zomaar geld van u eisen. U beslist in abstractie zelf over wat moet gebeuren met het hetgeen u zelf verworven hebt.

De pro-actieve lezer past dit natuurlijk meteen toe op de politieke situatie van de transfers in dit land en zal terecht opmerken dat wij ook niet de keuze hebben om geen belasting te betalen, dat wij ook daar verplicht worden om solidair te zijn. Ja en nee. Wij worden inderdaad verplicht, maar eerder door de logheid van het systeem, dan door principe. Wij verkeren immers steeds in de mogelijkheid om op een partij te stemmen die pleit voor een belastingsverlaging. Er zou zelfs een libertaire partij kunnen gevormd worden, die pleit voor een minimale belasting van 5 %, maar die is er vooralsnog niet. Dus kunnen we aannemen dat er algemene consensus bestaat over het belang van solidariteit. De Vlamingen kunnen dan wel morren over de hoge belastingen, maar was dit werkelijk een probleem geweest, dan was een partij al lang in dat gat in de electorale markt gesprongen. Sommige partijen doen dit ook, maar geen enkele pleit vooralsnog voor een quasi-afschaffing van belastingen. De vrijwilligheid van solidariteit als richtsnoer kan dus ook hier behouden blijven, zij het in getrapte en sterk vertraagde versie.

Datzelfde geldt voor interstatelijke solidariteit. Ik treed de Ierse schrijver John Banville volledig bij wanneer hij in zijn Book of Evidence schrijft “They would speak of whole peoples as if they were speaking of a single individual, while to speak even of an individual with any show of certainty seemed to me foolhardy”, waarbij de auteur een aanklacht maakt tegen het personaliseren van staten als zouden het één en ondeelbare fysieke personen zijn met vaststaande kenmerken.

Maar hoe men het ook draait of keert, toch kan men de relatie tussen twee naties wat betreft solidariteit geabstraheerd worden tot een partij die geeft en een partij die ontvangt. In de Belgische constellatie zijn dat respectievelijk Vlaanderen en Wallonië. En Brussel voor wie dit gewest als verloren Vlaams grondgebied beschouwt. Welnu, ook hier zou vrijwilligheid het richtsnoer moeten zijn. Het Vlaams Parlement, als vertegenwoordiger van de Vlaamse natie, zou zelf moeten kunnen beslissen hoeveel geld er naar de andere delen van de federatie gaat. Maar dit is niet zo. Het is het federale niveau dat het overgrote deel van de belastingen int, en ze daarna volgens bepaalde verdeelsleutels terugstort aan de gewesten. Aangezien de federale regering paritair is en de Vlaamse meerderheid in het federale parlement dus machteloos, wordt buiten de vrijwilligheid van het Vlaamse Parlement om beslist hoeveel Vlaams geld aan de solidariteit met Wallonië wordt besteed. Dat is net alsof iemand in het station geld uit uw portefeuille zou halen om het te geven aan een bedelaar, terwijl u staat te wachten op de trein. Ongeacht uw voornemen om zelf al dan niet iets te geven, wordt in uw plaats beslist. Het Vlaams Parlement, en ook de Vlaamse verkozenen in de Kamer moeten dus toezien hoe Vlaams geld buiten de wil van de Vlamingen om aangeboord wordt als solidariteitsgeld.

Daarenboven heeft het Vlaams Parlement naast zeggingschap over de hoogte van deze bedragen, ook niets in de pap te brokken over de aanwending van deze gelden. In het voorjaar van 2007 was men vol lof voor “het Marshallplan voor Wallonië” van de hand van Di Rupo, maar wat men vergeet is dat het oorspronkelijke Marshallplan (de wederopbouw van Europa met Amerikaans geld, nvda) uitgevoerd werd op de voorwaarden van de VS. De constructie van de EU is daar onder andere het resultaat van. Ook hier had de gever zeggingschap over wat er met zijn geld gebeurde. Vlaanderen heeft geen enkele zeggingschap, niet over hoeveel geld er naar Wallonië gaat, en ook niet waarvoor het gebruikt mag worden.

Als vrijwilligheid inderdaad een essentiële voorwaarde is voor solidariteit dan valt het Belgische gebeuren daar niet onder thuis te brengen.



HLRF!

Smithson.


Powered by ScribeFire.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten