maandag 19 november 2012

De VRT-censuur en het geval-Vranckx.

Beste lezers,

Sinds enige tijd is Rudi Vranckx het gezicht van de verslaggeving in het Midden-Oosten. Via programma's als "De Revolutieroute" en "In het spoor van Rudi Vranckx" wordt de burger geïnformeerd over de conflicten in die regio. Omdat ik echter al geruime tijd ervaar dat het nieuws uit die regio bijzonder eenzijdig wordt gebracht, ging ik de FB-pagina's van beide programma's een tijd geleden wat meer van nabij gaan volgen, en in sommige gevallen - wanneer het namelijk te gortig wordt - zelf reageren.

Onlangs zag ik in de melding dat de woning van een Hamas-leider gebombardeerd was, en hoe erg dat wel niet was, opnieuw aanleiding om de volgers van de desbetreffende pagina wat duiding bij te brengen over het conflict, duiding die de VRT zelf niet geeft, omdat, terwijl het persoonlijke leed van de familie van de Hamas-leider in geuren en in kleuren gebracht wordt, de VRT het niet nodig vindt om met dezelfde empathie over de vele Israëlische families te berichten die hetzelfde ondergaan. Eén van de laatste slachtoffers (we schrijven 19 nov.) is overigens een ongeboren baby in de buik van een 25-jarige Israëlische vrouw die omkwam toen een Hamas-raket op haar neerkwam. Geen woord hierover in de Vlaamse pers, maar wel een foto van een dood Palestijns kind vol bloed op de cover van de kranten. Om u maar te zeggen ...

Ik reageerde dus, en dat werd mij niet in dank afgenomen. Sinds vanmorgen kan ik niet meer deelnemen aan de discussie die aan de gang was op de pagina van Vranckx, en dit zonder enige verwittiging of vermelding van de reden waarom. Daarop stuurde ik Vranckx onderstaande mail:

Geachte heer Vranckx,

Graag had ik vernomen waarom mijn commentaren op de foto van het bombardement op de residentie van de Hamas-leider en de familie-Dalou verwijderd zijn geworden, en ik persoonlijk geblokkeerd werd van uw pagina. Naar mijn mening heb ik geen beledigingen geuit, geen verdachtmakingen gemaakt, en geen agressieve toon aangenomen. Ik heb u er enkel op gewezen eenzijdig te berichten. U focust op het leed van de Palestijnen, maar u rept met geen woord over de causaliteit van dat conflict, die naar mijn mening - maar dat is slechts mijn mening - te zoeken is in de onwil van de Palestijnen om de staat Israël te erkennen, daar waar Israël zich in het verleden wél bereid getoond heeft om een Palestijnse staat te erkennen.

Los van mijn visie in deze, lijkt het mij tot de essentie van kwalitatieve journalistiek te behoren dat men feiten rapporteert, en geen meningen. U heeft natuurlijk recht op uw eigen mening, maar nergens merk ik een scheiding tussen die twee. Indien de FB-pagina enkel maar dient om uw gekleurde visie op het conflict mee te geven, dan is dat uw goed recht, maar dan kunt u niet langer claimen dat u journalistiek werk doet. Het rapporteren van meningen, terwijl men die voorstelt als feiten, lijkt mij de essentie te zijn van propagandistische verslaggeving. Graag had ik vernomen wat uw visie is in deze.

Aangezien ik dit bericht niet meer kan sturen naar de FB-pagina van de redactie, noch naar uw persoonlijk profiel, doe ik het dus maar via deze weg. Ik denk niet dat ik u daarmee schade berokken, maar ik wil wel weten waarom valide tegenargumenten op de VRT-versie van de feiten verwijderd moeten worden, terwijl het geweeklaag van mensen die meevoelen met de Palestijnen (waar ik mezelf trouwens toe reken, hetgeen niet wegneemt dat ik vind dat Israël gelijk heeft) wel mag blijven staan, ja zelfs aangemoedigd wordt.

Ik kijk uit naar uw antwoord, en uw journalistiek oordeel in deze.

Brecht Arnaert.

Tot op heden heb ik daar nog geen antwoord mogen op ontvangen. Ik stuurde mijn mail ook door naar Joods Actueel, die het vervolgens op zijn webstek postte. Daarop is blijkbaar contact opgenomen door de VRT-nieuwsdienst met JA, met de melding dat mijn bericht "volstrekt onjuist" was. Blufpoker natuurlijk, want ik weet wel degelijk wat ik zeg: Rudi Vranckx heeft mij geblokkeerd, en dus in de onmogelijkheid gesteld om deel te nemen aan een debat dat hij zelf geïnitieerd heeft. En dit is niet de eerste keer. Hieronder geef ik u het relaas van de feiten, zodat u zelf kunt oordelen. Hoe journalistiek dus zou moeten zijn eigenlijk. Mijn eigen mening, die ik als burgerjournalist mag hebben, komt in de conclusie. Scheiden van feiten en meningen. Rudi: watch, and learn.

1. 18 november 2012. Rudi Vranckx deelt een foto van de publieke pagina van "In het spoor van ..." op zijn persoonlijke FB-pagina:



2. Ik reageer, omdat ik het raar vind dat blijkbaar enkel pro-Palestijnse reacties hun weg vinden naar zijn pagina:




3. Vranckx (of een medewerker?) reageert op zijn beurt:




De heer Vranckx kan dus niet ontkennen dat hij, of tenminste iemand van de redactie mijn reacties ooit gezien heeft/hebben. Ik maakte hier een printscreen van, omdat ik vrijwel zeker wist dat ik gecensureerd zou worden omwille van mijn claim dat hij mij al eens eerder blokkeerde. Nochtans heb ik daar ook bewijzen van:

3A - De, naar mijn mening tendentieuze post van Rudi Vranckx op zijn persoonlijke pagina, op 4 september 2012 over de zogezegd "fundamentalistische christenen". Hij zegt er niet letterlijk bij dat hij de christenen in het Midden-Oosten bedoelt, maar hij suggereert wel dat het Islamitisch fundamentalisme en christelijk fundamentalisme in Egypte van dezelfde orde zijn. Mijn reactie is ernaar:
















































3B - Rudi Vranckx reageert met, nogmaals, naar mijn mening, zoutloze "tegenargumenten", als zou hij enkel gedoeld hebben op de fundamentalistische Bible Belters in de VS, en niet willen insinueren hebben dat hij het leed van de christenen in het Midden-Oosten minimaliseert. Hij trekt mijn analyse vervolgens in twijfel - iets waarvan ik jammer genoeg geen screenshot gemaakt heb wegens te weinig interessant - waarop ik mijn standpunt wat beter toelicht, en verwijs naar het - overigens uitstekende, maar eveneens doodgezwegen - boek van Wim en Sam Van Rooy, waarin verschillende vooraanstaande Arabisten en Islamkenners de analyse maken dat volgens de essentie van de Islamitische leer geweld en verovering de norm is, terwijl dat bij het christendom, eveneens volgens de essentie van die leer, de afwijking. Ik schrijf dus:






















3C - Vranckx reageert onmiddelijk. Ik ben, hoe kon het ook anders, "islamofoob":






































"Poisoning the source" heet dit. Zelfs al is Sam Van Rooy een islamhater - wat ik betwijfel - dan nog invalideert dat zijn argumenten niet. Zelfs al was Hitler een vegetariër, het invalideert het vegetarisme nog niet. Ziet u? Maar journalisten, die volgens onderzoek van Els De Bens, prof. aan de Ugent alvast in 1999 nog voor 80 % rood of groen stemden moeten zich namelijk niet bekwamen in de logica, en dus staan zij boven de klassieke denkfouten waar andere mensen dus wel beschaamd voor moeten zijn. Wat er ook van zij: het toont maar hoe sterk de drang is om etiketten te plakken ("islamofoob", "seksist", "neoliberaal", "rascist", "klimaatnegationist") om toch maar niet de argumenten van de tegenstander ernstig te moeten nemen.      

Mocht u overigens het boek van vader en zoon Van Rooy willen lezen, koop het dan hier. Het is in zijn vierde of vijfde druk, en het is wat ik catalogeer als "een deprimerende aanrader". Overigens, over de analyse die in het boek gemaakt wordt valt wel nog één en ander te zeggen, maar daarover gaat het in dit bestek nu even niet. Wat nu aan de orde is, is de algemene desk opinion in de media, en meer specifiek de manier waarop de heer Vranckx omgaat met lezers die zijn mening niet delen. En dat is zo:

3D - Rudi Vranckx verwijdert zonder boe of ba al mijn berichten. Ik maak daarvan melding in mijn FB-status, en omdat hij inderdaad enkel mijn berichten verwijderd heeft, maar mij als persoon nog niet uit zijn FB heeft verwijderd, verschijnt mijn bericht inzake zijn censuur in zijn stream. Het stond er niet lang, en dus nam ik voor alle zekerheid maar een screenshot, waaruit duidelijk blijkt dat Vranckx op dat moment nog in mijn kennissenkring zat:



4 - Terug van 4 september naar 18 november 2012. Omdat ik het niet kan laten, begin ik een debat met de aanwezigen, om hen aan te tonen dat de berichtgeving van Vranckx eenzijdig is. Vranckx zelf lijkt afwezig. Hij komt in ieder geval niet meer tussen:


Met mijn excuses overigens voor het taalfoutje: "haat" moet natuurlijk "haatte" zijn. Al is de tegenwoordige tijd in dit geval wel degelijk toepasselijk ...

5 - Het debat gaat door. Ik leg het geduld aan de dag om zelfs op de meest sloganeske tussenkomsten te reageren. Nergens scheld ik mensen uit, nergens maak ik iemand verdacht, nergens sla ik een agressieve toon aan:



6 - En dan plots, deze morgen: geblokkeerd. Ik wil de pagina van Rudi Vranckx bezoeken (bemerk de URL), om te zien hoe het debat dat er zich gisteren afspeelde nog verder verlopen was, maar die pagina is voor mij onbereikbaar geworden. Vranckx heeft mij uitgesloten, en heel waarschijnlijk zijn mijn reacties ook deze keer weer verwijderd, al kan ik dat niet controleren, aangezien ik dus de pagina niet meer kan bekijken. In die zin is mijn e-mail aan de heer Vranckx op dat punt niet helemaal sluitend, want ik zeg dat hij mijn reacties verwijderd heeft, terwijl ik dat niet kan controleren. Maar dat ik geblokkeerd ben geworden staat dus wel als een paal boven water, wat ik ook in de mail beweer, maar wat volgens de VRT niet kan kloppen, gezien mijn bewering dat mijn mail "volstrekt onjuist" zou zijn. Quod non. De pagina van Vranckx, gisteren nog bereikbaar, vandaag niet meer:




Mocht iemand met een profiel dat nog niet geblokkeerd is mij kunnen vertellen of mijn reacties er nog staan, graag. Maar in feite doet het er niet zo heel erg toe. Het feit dat ik als criticus van deze vooringenomen verslaggeving op deze manier uitgesloten word van het debat, is op zijn zachtst gezegd ondemocratisch te noemen. Mocht het gaan om een private nieuwszender dan zou ik dit nog kunnen begrijpen. Maar het gaat hier om de publieke zender, die werkt met gemeenschapsgeld, en die tegelijkertijd de mening van een bepaalde bevolkingsgroep - namelijk zij die niet akkoord gaan met de VRT-versie van de feiten - uitsluit. 

Belangrijke nuance ...

... die echter niet veel aan de essentie verandert: 

Het debat ging door op de persoonlijke pagina van Vranckx, en niet op de pagina van de redactie van "In het spoor van ...". Het is dus niet de redactie die mij uitgesloten heeft, maar Rudi Vranckx zelf, wat tot de conclusie zou kunnen leiden dat alvast de VRT-redactie "as such" lezersreacties niet censureert. Maar aangezien de heer Vranckx door de VRT als het gezicht van de reportagereeks wordt uitgespeeld, en Vranckx op de pagina ook steeds bericht over hoe hecht die redactie wel niet samenwerkt, mag ik redelijk aannemen dat mijn reacties, indien gepost op deze redactiepagina, eveneens verwijderd zouden zijn geworden. Dat is trouwens wat er gebeurd is op 4 september 2012, wat een duidelijk geval van censuur is die op dat moment wel degelijk door de redactie, en niet louter door Vranckx, gepleegd is. 

Wat het tegenargument dus ook is, men kan zich noch achter de redactie, noch achter de persoonlijke verantwoordelijkheid van Vranckx verschuilen. In beide gevallen is er sprake van het verhinderen dat ik mijn mening uit, daar waar de meningsuiting van anderen, die de visie van Vranckx/de redactie toevallig wel delen, toegelaten worden. Ik ben de laatste om te zaniken over private discriminatie - net zoals Prof. Dr. Matthias Storme vind ik dat een fundamenteel recht - maar wanneer een overheid, bij monde van een als ambtenaar betaalde journalist mij discrimineert, dan steiger ik wel. Het is overigens ook om die reden dat ik een libertaire Vlaams-nationalist geworden ben: de overheid kan onmogelijk niet discrimineren, en in onze toekomstige republiek zie ik onder andere om die reden liefst zo weinig mogelijk staat. Maar ook dat is een andere discussie.

Conclusie: 

Tot twee maal toe heeft Rudi Vranckx (en/of de redactie van het programma waar hij voor werkt) mijn inhoudelijke opmerkingen onmogelijk gemaakt, een eerste keer door mij uit te sluiten van de pagina van de Revolutieroute, op de gratuite beschuldiging van islamofobie, en een tweede keer door mij uit te sluiten van zijn persoonlijke pagina, en dit zonder enige verwittiging. Als de VRT dus een communicatiestrategie via de social media wil voeren, dan kan ze er misschien rekening mee houden dat niet iedereen tevreden is met de vooringenomen berichtgeving over het Palestijnse conflict en/of de Arabische Lente. Maar blijkbaar mogen enkel die meningen aan bod komen die de VRT "salonfähig" acht. 

Ik til hier bijzonder zwaar aan, omdat de graad van persvrijheid een maat is voor de vrijheid van een samenleving. In Vlaanderen mag inderdaad elk individu zijn eigen krant en/of mediakanaal beginnen, maar markt is door allerlei subsidies vervalst, en alvast de VRT slaagt er niet in om een stuk essentiële journalistieke deontologie waar te maken: het rapporteren van feiten, waarna de mediagebruiker zélf zijn mening mag vormen. 

Als die mediagebruiker dan ook nog deelneemt aan het debat, en door een prominente journalist van wie mag verwacht worden dat de integriteit groot genoeg is om geen spagaten toe te laten tussen zijn privaat en professioneel gedrag, het zwijgen opgelegd wordt, dan maak ik mij ernstige zorgen over de mate waarin in dit land de staatszender dient om de bevolking te informeren, dan wel te des-informeren. 

Envoi

Bij deze nog een oproep aan alle ondernemers: er is een enorme markt voor mensen die correct geïnformeerd willen worden. Willen jullie vrij kunnen blijven ondernemen, en niet telkens weer het slachtoffer worden van de collectivistische leugens en verdraaiingen die onder andere de VRT dagelijks op de Vlaamse goegemeente loslaat, dan raad ik jullie aan zich te bezinnen over de cultureel marxistische strategie die op dit moment ingezet wordt om de publieke opinie op te zetten tegen wat productief, Vlaams en liberaal is. 

Voor dit ene gevalletje van subtiele desinformatie en lezerscensuur zijn er namelijk dagelijks tientallen gevallen in kranten, radio en televisie en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal verbeteren. De recente gebeurtenissen bij Knack bijvoorbeeld, waarbij lezers die sinds jaar en dag nuttige en inhoudelijke commentaren leverden op de artikels die er verschenen, ja zelfs de journalisten hielpen bij hun werk, hebben ertoe geleid dat deze mensen nu geweerd worden van de fora, en er enkel nog reacties verschijnen die Knack zelf "nuttig" acht. 

Het recente stuk van Benno Barnard over de PVDA bijvoorbeeld, werd netjes verstopt op de website, en verschillende mensen die mij hun reacties per copy/paste doorgestuurd hebben getuigen dat die nooit verschenen zijn op de website, hoewel ze daar een account hebben en ik persoonlijk kan getuigen dat hun reacties inhoudelijk en allerminst haatdragend waren. Het artikel van Barnard is zelfs achteruitgeschoven in de zoekmachine van Knack:



Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Aanschouw wat aan het gebeuren is, en kom me dan eens vertellen dat dit talent niet veel beter kan renderen? ELK nieuw media-initiatief met wat ballen aan zijn lijf, is winst, zowel maatschappelijk, als economisch. De mensen snakken naar degelijke info. Wie dus écht geld wil verdienen, en wie snapt dat niets zo praktisch is als een goede theorie, ook over media, mag me dus steeds contacteren.

Ik ben het in ieder geval stront-, maar dan ook strontzat voorgelogen te worden met mijn eigen belastinggeld, alsook kostbeu om geen énkel alternatief meer te hebben buiten de private media van andere landen om mijzelf correct te informeren. Al verspreiden de kwalijke gewoontes inzake ondermaatse journalistiek zich in sommige gevallen ook daar.

Brecht Arnaert, 19 november 2012

donderdag 4 oktober 2012

Hoe de grendels breken?


In het januarinummer van PERIODIEK, het driemaandelijks blad van het Vlaams Geneeskundigen Verbond, neemt Jean-Pierre Rondas de stelling in dat het strategisch gezien beter zou zijn om onze politieke energie te richten op het afschaffen van de grendels in de grondwet, eerder dan op het uitstappen uit België. Brecht Arnaert sluit zich daarbij aan. In zijn essay “De Kwantumsprong” pleit hij voor politieke ongehoorzaamheid in het Federale parlement, alvorens er ook maar ergens uitgestapt wordt.

Het was Lode Claes die voor het eerst de observatie maakte dat onze Vlaamse volksvertegenwoordigers, hoewel in de meerderheid, hun democratisch recht niet opeisen als het erop aankomt. In “De afwezige meerderheid” (Claes, 1984) schetst hij haarscherp hoe de Vlamingen, telkens wanneer zij moeten onderhandelen met de Franstaligen, op voorhand al hun troeven afgeven of het nalaten om op cruciale moment door te drukken.

Natuurlijk zijn er de psychologische verklaringen, zoals het historische minderwaardigheidscomplex (Sabbe, 1875) van de Vlamingen, en de sociologische verklaringen, zoals het feit dat Vlaanderen geen bovenlaag heeft (Ballegeer, 2005). Maar die verklaringen bieden geen antwoord op de vraag wat er nu effectief moet gebeuren om ons volk vrij te maken.

De antwoorden zijn verdeeld. Aan de ene kant is er het Vlaams Belang, die van opvatting is dat we maar meteen voor Vlaamse onafhankelijkheid moeten gaan, en “alles ten noorden van de taalgrens” tot grondgebied van de Vlaamse republiek moeten verklaren. Aan de andere kant is er de N-VA, die het plan heeft om binnen België zò groot te worden dat ze het Belgisch systeem kan overnemen, en ontmantelen.

Beide strategieën lijken me steriel. Aan de ene kant romantiseert het Vlaams Belang de Vlamingen te veel. Wij zijn geen Schotten of Ieren, die in een vlaag van heldhaftigheid plots de Vlaamse onafhankelijkheid gaan opeisen. Vlamingen zijn angsthazen. Het zijn pantoffelhelden van het eerste uur. Guerrillero's die naar thuis kijken.

Aan de andere kant onderschat de N-VA hoe totalitair België wel niet is. Men denkt te kunnen groeien in het systeem om het op een dag over te kunnen nemen. Maar dat systeem zichzelf heruit waar we bij staan. Sinds art. 195 buiten spel werd gezet kan men de grondwet immers wijzigen zonder die wijzigingen te moeten voorleggen aan een nieuw parlement. Theoretisch is het vandaag mogelijk dat het parlement zijn eigen legislatuur bijvoorbeeld verlengt tot 2019, of waarom niet, voor altijd. 

De macht in België is autocratisch geworden. Er is dus niet langer een manier meer om via de politiek recht te halen. Dat is géén overdrijving. Hoe totalitair het Belgische systeem wel niet is, wordt meteen duidelijk wanneer we de procedure tot het wijzigen van de grondwet eens van naderbij beschouwen. Een grondwetswijziging vereist een twee derde meerderheid over de hele Kamer (100 zetels). Die is vrij vlot te bereiken: er zijn 88 zetels in de Nederlandse Taalgroep, en slechts 62 stuks in de Franstalige. 

Kunnen met andere woorden 12 Franstaligen overtuigd worden om een staatshervorming mee goed te keuren, dan kunnen dingen fundamenteel veranderen. Maar dat is niet zo. Naast die twee derde meerderheidsregel is er immers nog een meerderheidsregel, die bij het grote publiek minder bekend is. En dat is dat in elke taalgroep ook nog eens een gewone meerderheid moet gevonden worden. Dit zorgt ervoor dat de meerderheid die nodig is voor institutionele hervormingen de facto verandert van een twee derde in een vier vijfde meerderheid.

Dit is al heel andere koek. Aangezien men met 31 zetels binnen de Franse Taalgroep al een blokkeringsminderheid op de been kan brengen, ligt het lot van het land in handen van één vijfde van het parlement. Zo is het een onomstotelijke waarheid dat N-VA zelfs met 80 % van de Vlaamse stemmen institutioneel geen sikkepit kan veranderen. De sleutel tot institutionele hervorming ligt in België bij de minderheid, en dat is dat.

Maar het is nog erger. Omdat België geen democratie is, maar een particratie, zijn parlementairen slechts pionnen. De échte macht ligt bij de partijvoorzitters, en aangezien de PS nog steeds de grootste partij is (26 zetels), heeft in België niet enkel de minderheid de macht over de meerderheid, maar ook een minderheid binnen die minderheid, hetgeen België nog verder reduceert, van particratie tot oligarchie, en waarom niet: dictatuur.

Als de Vlamingen dus iets willen veranderen aan hun situatie, dan hebben ze het fiat nodig van zij die hen onderdrukken. Dat dit niet vanzelf zal gebeuren, snapt het kleinste kind. De enige manier om in België nog recht te halen, is het breken van de wet. Dit is het idee dat ik in “De Kwantumsprong” verdedig. De wet breken gaat voor vele mensen te ver, maar dan moeten zij zich afvragen wat het is dat de wetten legitimeert. Dat is het filosofisch onderzoek dat in DKS wordt: wat legitimeert de staat?

Het klassieke antwoord is “democratie”: wat een meerderheid ook maar beslist. Maar het is niet omdat een meerderheid met iets akkoord gaat, dat het daarom ook legitiem is. Als alle lezers van dit blad zouden beslissen dat u, individuele lezer, voortaan al hun lidgelden zou moeten betalen, dan zou dat een perfect democratische beslissing zijn. Maar daarom nog geen morele. Wat telt zijn individuele rechten, die onvervreemdbaar zijn, en elke wetgeving die deze rechten negeert, mag met het volste vertrouwen doorbroken worden. De opdracht van onze Vlaamse politici is dus om de maatschappelijke krachten in de richting van dit moment te leiden.

De vraag of Vlaanderen uit België moet stappen is ondergeschikt aan de vraag met welke reden we dat uiteindelijk doen. Want stel u maar eens voor dat Vlaanderen met een miezerige eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring zijn zelfstandigheid verkrijgt. Wat zouden die “Founding Fathers” dan aan hun kleinkinderen vertellen? Dat ze weliswaar de meerderheid hadden in het vroegere land, maar dat ze hun individuele rechten niet durfden verdedigen? Wat een stichtend voorbeeld. In plaats van de regels van een onrechtvaardig spel aan te klagen, ga je maar beter een eigen spel spelen?

Neen. Wie de moed niet heeft om, bij machte, onrechtvaardigheid aan de kaak te stellen, is zeker niet in staat om zelf een rechtvaardig land te stichten. Wil Vlaanderen echt onafhankelijk worden, dan moet de stichting van dat land getuigen van een eigen kwantumsprong, een eigen reden van bestaan, een eigen existentie. De bestaansreden van Vlaanderen als politiek project is tot op heden nog steeds niet geformuleerd. Als sinds 1996 heeft Vlaanderen zijn eigen parlement, maar nog steeds heeft het niet zijn eigen moreel moment gehad. 

De opdracht van de Vlaamse Beweging is dus om de bevolking tussen nu en 2014 bewust te maken van de noodzaak van deze morele sprong, buiten het wettelijk kader, maar binnen een universele moraliteit. Dit vraagt intellectueel leiderschap en moreel doorzettingsvermogen. Maar iets vertelt me dat dit alvast onder dit lezerspubliek ruimschoots aanwezig is.

Brecht Arnaert