Wat mij als jonge flamingant in het debat rond de federale kieskring eigenlijk altijd paf doet staan, is dat dit in de regel als een progressief federaal project wordt benaderd, waar enkel verstokte Vlaams-nationalisten uit de oude doos tegen zouden kunnen zijn. Terwijl de federale kieskring de facto eigenlijk een terugkeer is naar de unitaire kieskring van voor 1970. Maar wat men blijkbaar al te vaak vergeet, is dat men met de staatshervorming van 1970 net van die unitaire kieskring weg wou. En dan nog niet in het minst onze Waalse broeders!
Vaak wordt de federalisering van ons land uitgelegd als een vraag van de Vlamingen voor culturele autonomie, versus een vraag van de Walen voor meer economische autonomie, wat dan zou geleid hebben tot de opdeling van ons land in Gemeenschappen en Gewesten. Een uitleg die perfect in handboeken voor de middelbare school past, maar voor mij iets té mooi is om waar te zijn. Aan mijn kleine teen voel ik dat daar iets niet mee klopt. I know bullshit when I smell it.
Hoe leg je anders uit dat een Gewest (dat toen de jure nog niet bestond) op een moment dat het economisch serieus bergaf aan het gaan was, net meer autonomie wil, terwijl het andere Gewest net aan zijn economische opmars begon? Het zou toch logischer zijn dat een Gewest met een sombere economische toekomst zich zoveel mogelijk vastklampt aan het unitaire kader, om op die manier zoveel mogelijk mee te genieten van de bonus van het andere Gewest? Het is mijns insziens dus een hoogst verwonderlijke uitleg dat Wallonië deze autonomie zelf wilde.
En wat aan Vlaamse kant? Was onze culturele autonomie aan de vooravond van de staatshervorming al niet ver gevorderd? Voor 1970 bestonden toch ook al gesplitste onderwijsdepartementen en ministers van Nederlandse cultuur? Wat kregen we er dan in 1970 bij dat zo'n gigantische vooruitgang was? Een etiket op iets dat al bestond?
Nee, die federalisering had volgens mij een ander project: het monddood maken van de Vlaamse meerderheid. Gaston Eyskens, de minister die ons land zogezegd in de feiten federaliseerde, hetgeen volgens mij maar in 1993 met het Sint-Michielsakkoord echt gebeurd is, liet in zijn testament opnemen dat de notities van zijn parlementair werk pas dertig jaar na zijn dood, dat is dus in 2018, zouden mogen publiek gemaakt worden. Ongetwijfeld zullen daar een aantal onfrisse zaken naar boven komen zoals de geplande moord op Patrice Lumumba in 1961, maar volgens mij ook hoe Eyskens erin geslaagd is de Vlaamse partijen een pariteit in de federale regering te laten slikken, hen de alarmbelprocedures te doen aanvaarden en hen zo'n krachtige grendels in de grondwet in de maag splitste.
Hoe is het mogelijk geweest dat een Vlaamse politieke klasse, gesteund door een sterke Vlaamse Beweging, en een bevolking die ten volle bewust aan het worden was van zichzelf, in ruil voor wat pindanootjes zulke grendels toeliet? Temeer daar die ook zouden gelden voor toekomstige grondwetsherzieningen in andere materies. Wie erover doordenkt beseft dat de Vlamingen in het unitaire België van voor 1970 de mogelijkheid al bezáten om de Vlaamse eisen door te drukken. Waarom gaven wij die toen nog ongehinderde meerderheid af? We zijn gegaan van een situatie waarin wij alles konden eisen naar een situatie waarin voor elke toegeving een prijs zou moeten betaald worden. Waar zit de vooruitgang dan? Hoe kan men de federalisering dan uitleggen als een overwinning van de Vlaamse Beweging? Die is volgens mij niets minder dan een zware nederlaag geweest. Daar hebben we eigenlijk geen slag verloren, maar bijna de volledige oorlog.
Wie de geschiedenis van de Vlaamse Beweging immers goed bekijkt, kan niet anders dan vaststellen dat de grootste overwinningen van vóór 1970 dateren. In 1921 wordt het territorialiteitsbeginsel aangenomen, dat een begin maakt met de bescherming van het Vlaamse territorium. In 1930 wordt de Universiteit van Gent vernederlandst. In 1935 wordt de taalwet in gerechtszaken geregeld. Om evidente redenen gebeurt in de jaren '40 en '50 vrijwel niets, maar eens het schuldgevoel inzake de collaboratie terug begint weg te ebben, gaat de Vlaamse ontvoogding verder: in 1961 en 1962 zijn er de Vlaamse marsen op Brussel, in 1963 de vastlegging van de taalgrens, in 1968 Leuven Vlaams en daarna?
Daarna niets meer. Op alle fronten heerst een doodse stilte. Het Belgisch systeem, dat bij uitstek pacificerend werkt, was erin geslaagd het Vlaams front te breken door een onduidelijke toegift. De vraag naar federalisme werd niet ingelost, in plaats daarvan kregen we een zeer beperkte vorm van culturele autonomie. Dit verdeelde de Vlaamse Beweging. Was dit het nu? De radicalen vonden dat het niet genoeg was, de gematigden haakten af, en uiteindelijk waren ze meer met elkaar bezig dan met hun gemeenschappelijke tegenstrever, "la Belgique à papa".
Het doel was bereikt, de pacificatie was ingezet. Tegen dat men eigenlijk goed en wel besefte dat men met een kluitje in het riet was gestuurd, braken de donkere jaren '80 aan, waar een neo-liberaal discours de welvaartstaat aanvrat en andere prioriteiten het daglicht zagen. De economische recessie, de kreunende mijn- en staalindustrie, de groeiende staatsschuld (de bekende 80-80-rekening, 80 % van onze staatsschuld ontstond na 1980) en andere dreigingen, zowel nationaal (Bende van Nijvel en de CCC) als internationaal (rakettenplaatsingen en de koude oorlog) maakten dat het communautaire op de achtergrond verdween, of tenminste dat weinig mensen er nog voor te mobiliseren vielen.
Ondertussen blijft de vraag of men de federalisering van ons land nu als een overwinning van de Vlamingen moet uitgelegd worden of niet. Read my lips: N-O-N. In 1970 is de electorale machtsbasis voor verdere Vlaamse realisaties gefnuikt geweest: zelfs al haalt een communautaire partij in Vlaanderen 60 % van de stemmen, door de pariteit, de alarmbelprocedure en de grendels in de grondwet kunnen we toch onze meerderheid in het federaal parlement niet uitspelen.
De rekensom is simpel. Voor de federalisering was de verhouding Vlamingen-Walen twee op één: ruw genomen waren de Vlamingen met hun zes miljoen quasi dubbel zo talrijk als de Walen. Sinds de federalisering is die machtsverhouding echter teruggebracht tot een één op één-relatie, doordat het niet langer de demografie is die de samenstelling van de regering bepaalt, maar de constitutionele toegift van de pariteit. De demografische verschillen, die zich in een unitaire kieskring goed laten voelen, worden nu geabstraheerd in de constructie van de Gewesten die formeel gelijk zijn: het Vlaams en Waals Gewest staan op gelijke voet met elkaar.
Maar nog is het niet gedaan. Door de creatie van een derde Gewest, namelijk het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989, dat van meet af aan gedomineerd was door Franstaligen, is de oorspronkelijke machtsverhouding zo mogelijk nog slechter geworden: tegenwoordig bevindt Vlaanderen zich in in één op twee-relatie, waarbij het Brussels Gewest en het Waals Gewest samenspannen om de Vlaamse eisen te blokkeren. De actieve rol van Brussel in dit geheel is in de laatste onderhandelingen nog maar eens gebleken.
Bekijken we met deze inzichten de pleidooien voor de federale kieskring opnieuw, dan is het misschien nog niet eens zo'n slecht idee om voor zo'n federale kieskring te gaan. De vraag die we aan de voorvechters van zo'n kieskring dan meteen wel moeten stellen is deze: "Erkent u, in het geval een federale kieskring wordt ingevoerd, het proportionaliteitsbeginsel?". Deze vraag legt namelijk de reden bloot waarom België in de eerste plaats gefederaliseerd is: namelijk om de proportionaliteit, die ontegensprekelijk in het nadeel van de Walen is, tegen te gaan. Was het unitaire België immers blijven bestaan, dan zou die geëvolueerd zijn naar de nachtmerrie van elke franstalige: "un état Belgo-Flamand" waarin de Vlamingen steeds regeringen zonder Franstaligen zouden kunnen vormen.
De pleiters voor die kieskring beseffen dus blijkbaar niet dat dit voor Wallonië een stap terug in de tijd zou betekenen. Het voorstel, namelijk om de 150 zetels van de Kamer uit te breiden met +/- 33 zetels die volgens een federale (beter: unitaire) kieskring verkozen zouden worden, zal namelijk dat oude conflict tussen proportionaliteit versus de bescherming van minderheden weer blootleggen. Als die zetels immers volgens het proportionaliteitsbeginsel verkozen worden, dan is de uitslag - indien de Vlamingen communautair blijven stemmen - al op voorhand bekend: een goeie twintig van die zetels zullen Vlaams zijn, en tien daarvan Waals.
Tien zetels voor Wallonië is in dat scenario zelfs nog optimistisch, want het is algemeen geweten dat het systeem D'Hondt de grote partijen bevoordeelt, wat de balans nog wel eens negatiever zou kunnen laten doorslaan voor Wallonië. Het uiteindelijke resultaat zou zelfs zo mogelijk nóg nadeliger kunnen zijn, aangezien Vlamingen over het algemeen veel beter de Franse taal beheersen dan omgekeerd. Ik zie een Vande Lanotte, met zijn Franse welbespraaktheid en zijn socialistische achtergrond bijvoorbeeld veel stemmen halen in de rode bastions van het Zuiden. Of een Maingain in Vlaanderen, met een potentieel groter kiezerspubliek zelfs nog maar evenveel stemmen zou halen is nog maar de vraag.
Tot slot nog dit: een federale kieskring is eigenlijk een contradictio in terminis. Het behoort namelijk net tot de essentie van een federale staat dat er géén federale kieskring is, anders heb je een unitaire staat. Een federale kieskring bestaat dan ook nergens ter wereld, in Duitsland niet, in de VS niet, noch voor presidentsverkiezingen, noch voor parlementsverkiezingen. Een federaal systeem dat een kieskring heeft die alle delen van de federatie overspant, is eigenlijk geen federatie meer, maar een unitaire staat met wat assymetrische culturele autonomie voor bepaalde gebieden. Zoals Nederland, daar kan iemand uit Schiermonniksoog stemmen voor iemand uit Valkenburg, maar hebben de Friezen wel een provinciaal bestuur met wat meer culturele bevoegdheden.
België zou dus, na zijn constructie van Gemeenschappen en Gewesten, die ook uniek zijn in de wereld - maar daarom nog niet democratisch - opnieuw een constructie invoeren die zichzelf tegenspreekt: we zijn een federale staat, maar dan toch weer niet. Laat ons daarom stoppen met de kool en de geit te sparen, het aloude Belgische probleem van het niet kunnen kiezen, het grijze compromis waar iedereen zijn eigen overwinning uit kan halen, de voortdurende onduidelijkheid waardoor mensen vervreemden van de politiek, de koehandel en het cynisme, het "experimenteren" met de democratie. De kool is ondertussen rot en de geit uitgehongerd. Een meer drastische beslissing dringt zich op.
Uitwegen bestaan niet meer, want elke keuze loopt dood op het onverdoezelbare democratisch deficit van België: je kunt nu eenmaal niet de rechten van een Vlaamse meerderheid verzoenen met de rechten van een Waalse minderheid. Welk systeem je ook uitdoktert, steeds zal één bevolkingsgroep nadeel ondervinden. Dat is nu eenmaal het lot van tweeledige staten. Behoud je het systeem zoals het nu is, dan benadeel je de Vlamingen, omdat hun parlementaire meerderheid constant geblokkeerd wordt, terwijl het meerderheidsbeginsel net een hoeksteen is van de parlementaire democratie. Kies je voor een unitaire kieskring (laat ons dus de lapsus 'federale' dus maar achterwege laten - zie hoger) dan benadeel je de Walen, omdat in unitaire systemen minderheden geen verweer meer hebben tegen een democratische meerderheid die hen technisch niet nodig heeft om regeringen te vormen.
De enige oplossing is dan ook, en ik blijf erbij, aan beide naties in dit gebelgde land recht te doen, en ze elk hun eigen republiek te geven: dan is Wallonië niet langer een minderheid in eigen land, en kan ook Vlaanderen zijn eigen weg gaan. Tot het zover is: 'Ja aan de "federale" kieskring!' Maar dan op twee voorwaarden. Niet "een beetje" unitaire kieskring om het land op te lappen, maar de volledige Kamer unitair laten verkiezen. En niet "een beetje" proportionaliteit om Wallonië te ontzien, maar de volledige demografische werkelijkheid laten spelen, zonder vetoprocedures. En dan eens zien hoe lang het duurt voor Wallonië zélf onafhankelijk wil worden.
HLRF!
Smithson.
PS: Kleine blikopener op hoe ondemocratisch ons huidig systeem wel is: bij de federale verkiezingen van 2003 haalde de Waalse partij Ecolo welgeteld 201 123 stemmen en de Vlaamse partij N-VA 201 399 stemmen, exact 276 stemmen meer dus. Ecolo behaalde met dat stemmenaantal vier zetels, N-VA ... één. Is dat democratie? Komaan mensen!
Ik volg je tot aan de laatste paragraaf maar dan ga je de mist in. Waarom zouden de Vlamingen in geval een totale federale kieskring voor het gehele land hun meerderheid niet mogen gebruiken om zich meester te maken van de Belgische Boetiek ? En hem ombouwen en vernieuwen. Als de Vlamingen de franstaligen netjes behandelen dan is dit een win-win situatie.
BeantwoordenVerwijderenIk vrees voor een NON. Wat baat kaars en bril als de uil niet zien en wil.
Wél met de nadruk op VOLLEDIG federaal en met stemmingen in parlement en senaat bij gewone meerderheid zonder allerlei uitzonderlijke procedures. Anders krijgt men dat Franstaligen in Vlaanderen gewoon op Franse politici blijven stemmen en de Vlamingen in Franstalig België zich integreren en op de locale politici gaan stemmen...
BeantwoordenVerwijderenPragmatisch gezien is het voorstel dat op tafel ligt een slecht idee. Waarom zou Vlaanderen ineens de liefde moeten verklaren aan België? Laten we niet hypocriet doen: in een verstandshuwelijk kan men zo'n zaken niet eisen.
@ Cyrano
BeantwoordenVerwijderenMijn artikel heb ik ondertussen aangepast, want er zaten inderdaad een aantal tegenstrijdigheden in. (Soms is een mens zo enthousiast in het schrijven dat men niet wacht om nog eens na te lezen), maar ik beweer helemaal niet dat de Vlamingen hun meerderheid niet zouden mogen gebruiken, integendeel. Ik beweer net dat ze daarin gehinderd worden door pariteit in de regering, alarmbelprocedures en grendels in de grondwet.
Een NON zal dus zeker komen, omdat de Franstaligen zelf ook wel weten dat een federale kieskring serieus nadelig is voor hen: dan beland je terug in het unitair system van voor 1970, waar er nog geen heilige drievuldigheid van pariteit, alarmbel en grendel was.
@ Han
Je hebt inderdaad volkomen gelijk dat aan de eis voor een federale kieskring meteen ook de tegeneis van proportionaliteit moet gekoppeld worden. Dat wil zeggen het afzweren van al die "uitzonderlijke procedures". Anders verandert er voor ons inderdaad niets.
De federale kieskring is echter niet meteen een liefdesverklaring aan België, integendeel. In een unitaire kieskring zonder vetorecht van een minderheid, zoals we voor 1970 hadden, kunnen de Vlamingen zelf bepalen hoe hun land eruit gaat zien. Maar dat zal dus niet gebeuren. De federale kieskring: een doodgeboren kind.
meer vlaamse verkozenen? lees het voorstel van de pavia-groep toch maar eerst eens?
BeantwoordenVerwijderen"Kiest men voor de Kamer, verdient het aanbeveling om de evenredigheid van de vertegenwoordiging voor de provinciale kieskringen niet aan te tasten en om dus het aantal provinciale gekozenen gelijk te houden. Dit vanuit een bezorgdheid over proportionele vertegenwoordiging."
aantal provinciale gekozenen gelijk te houden... bezorgdheid over proportionele vertegenwoordiging (lees: het in standhouden van de scheefgetrokken democratie, genaamd belgie)
Tja,
BeantwoordenVerwijderenMy point exactly: belgicisten willen wél een federale kieskring, maar níet de democratische gevolgen van de proportionaliteit erbij.
De Paviagroep spuit mist door te stellen dat ze niet wil raken aan de provinciale kiesomschrijvingen "uit bezorgdheid voor de proportionele vertegenwoordiging", terwijl ze eigenlijk bedoelt "uit bezorgdheid voor het verlies aan macht van Wallonië". Of hoe men erin slaagt om het democratisch principe van proportionaliteit voor zijn eigen kar te spannen ... Kiest men voor een federale kieskring, dan moet de omschrijving gelijk zijn aan het hele grondgebied van het land, zonder provinciale indelingen waarin de proportionaliteit in de kiem gesmoord kan worden.
Dank voor deze opmerking.
En dan vergeet je nog het feit dat men bij de federale kieskring een gegarandeerde vertegenwoordiging (voor de Franstaligen vaneigenst) wil inbouwen...
BeantwoordenVerwijderenHey Brecht,
BeantwoordenVerwijderenAls je onzin schrijft of van gedacht verandert, moet je niet voor de intellectuele cosmetica je originele tekst aanpassen. Doe dat in antwoord op een reactie. Ik word niet graag op het verkeerde been gezet of moet ik eerst enkele dagen wachten vooralleer te reageren ?
He Cyrano,
BeantwoordenVerwijderenHet is helemaal niet nodig om zo agressief uit de hoek te komen. Ik pas mijn teksten inderdaad regelmatig aan met de aanwijzingen van mijn lezers, en dat zal ik in de toekomst ook nog doen, zodat mijn teksten beter worden. Nergens beweer ik hier dat het om wetenschappelijk werk gaat, dus ook ik maak fouten. Zo kreeg ik via mail - op vriendelijke toon - de aanvulling dat Vlamingen in tegenstelling tot wat in mijn post staat vroeger ook niet konden stemmen voor Walen of omgekeerd, omdat er toen enkel voor kandidaten binnen het eigen kanton kon gestemd worden.
Ik ben dat nu aan het uitzoeken, en eens me dat volledig duidelijk is, pas ik nog eens mijn tekst aan, tot die helemaal goed is. Dat is nog iets anders dan uw cynische omschrijving van dit proces als 'intellectuele cosmetica'.
Uw aantijging verder dat ik u 'op het verkeerde been zet' klopt ook niet. In mijn antwoord op uw eerste reactie heb ik duidelijk vermeld dat ik de tekst aangepast heb ik functie van uw opmerkingen.
Uw aanvullingen zijn dus nog steeds welkom, zo verbeter ik mijn teksten, de toon van uw laatste bericht echter niet meer, want dat helpt niemand vooruit.
Beste groeten,
Brecht.
Edits aangeven is ook altijd plezant zenne.
BeantwoordenVerwijderenKen je trouwens de html tags del en ins?