Vlaamse vrienden,
Deze blog blinkt niet uit in hits per dag, maar dat zal me worst wezen. "HITS", zo sprak Peter Hinssen midden september op een colloquium over web 2.0-toepassingen voor archivarissen, "is de afkorting voor 'How Idiots Track Succes'". Daar sluit ik mij bij aan. Liever tien lezers die nadenken over wat ik hier schrijf, dan duizend die hier komen om de leukste filmpjes of weetjes.
Die tien lezers hebben in de afgelopen dagen blijkbaar hun stem uitgebracht op mijn poll. Daarin wierp ik de vraag op of het democratisch is dat een minderheid een meerderheid kan blokkeren door procedures en regels. Deze vraag is zo breed en abstract dat het eigenlijk zinloos is ze zonder verdere nuancering te stellen, en ook de antwoordcategorieën die ik definieerde zijn niet wat je noemt exclusief: het ene antwoord hoeft niet tegenstrijdig te zijn met het andere.
Maar toch: de resultaten verassen mij. Hoewel ik steeds open contacten onderhouden heb met belgicistische bloggers (op enkele uitzonderingen na) vermoed ik toch dat de meeste lezers ook Vlaamsgezind zijn. Aangenomen dat dat zo is, is het toch wel opmerkelijk dat de eerste antwoordmogelijkheid het best scoort: "Ja, minderheden moeten beschermd worden". Nog meer verwonderd was ik toen ik via een chatgesprek met een Vlaamsgezinde collega vernam dat die ook die eerste optie gekozen had. Tijd voor wat verduidelijking van mijn standpunt en enkele reflecties, dacht ik bij mezelf.
De vraag of minderheden moeten beschermd worden is eigenlijk een fundamenteel democratisch vraagstuk, temeer daar omdat er zelfs geen consensus bestaat over de zinnigheid van die vraag. Immers, voor wie de democratische regels van de meerderheid strikt wiskundig toepast, is zelfs de vraag irrelevant: de meerderheid, dat is de helft plus één, beslist. De minderheid moet zich hierbij neerleggen.
De werkelijkheid zit natuurlijk complexer in elkaar dan dat en kan niet volledig in wiskundige termen gevat worden. Als dat wel zo zou zijn, dan zou democratie ook zonder mensen functioneren, net zoals wiskundige formules enkel een input behoeven, en dan volgens geijkte wetmatigheden een output leveren. Het samenstellen van bijvoorbeeld een regering kan dan wel heel wiskundig lijken (voor een federale regering is een combinatie van partijen nodig die samen 76 zetels kunnen leveren), er zit veel meer achter dan dat. Dat komt omdat democratie in de eerste plaats een waarde is en dan pas een techniek. Ik nam dit eerder als uitgangspunt in mijn standpunt over het Cordon Sanitaire (een wat langere tekst die u ook hier kunt downloaden als pamflet - dubbelzijdig afdrukken -, maar ook online kunt lezen op deze blog) en ik doe het nu hier ook opnieuw.
Als we immers de pure wiskundige logica zouden volgen van democratie als meerderheidsstelsel, dan kunnen we evenzeer in een dictatuur belanden: de dictatuur van de meerderheid. Zo zou een meerderheid kunnen beslissen waarmee de overheid zich mag bemoeien en niet, en vervolgens op die terreinen allerlei wetten stemmen die de individuele vrijheid beperken. Stel je maar eens voor dat een tweederdemeerderheid democratisch beslist om de grondwet zo aan te passen dat het katholicisme staatsgodsdienst wordt en moslims dus moeten vervolgd worden. Of dat per meerderheid beslist wordt alle privé-eigendommen te nationaliseren. Of nog fundamenteler: dat de meerderheid beslist de democratie af te schaffen? Een jurist ben ik niet, maar vanuit democratisch standpunt (meerderheid heerst over minderheid) perfect democratisch mogelijk.
Er moet dus buiten de democratische techniek om ook nog steeds gestreefd worden naar de waarde ervan. In Amerika had men dit al door bij de stichting van het land in 1776. Na de "Declaration of Independence" werd in 1788 "The Constitution of the United States" aangenomen, maar niet voordat de tegenstanders onder leiding van Jefferson meteen tien amendementen konden laten goedkeuren, die later bekend werden als "The Bill of Rights". Burgerrechten dus. Deze amendementen werden geëist als "countervailing power" voor een al te dominante grondwet, die louter de democratische spelregels vastlegt, maar geen uitspraak doet over de rechten van de burger an sich. Met die amendementen (die trouwens NIET in de tekst ingevoegd worden, zodat de oorspronkelijke tekst nog steeds zichtbaar is) werd de burger beschermd tegen democratisch geweld van de meerderheid. De Bill of Rights is in die zin een waarborg voor minderheden.
In België hebben wij dit niet. De grondrechten zijn wel ingeschreven in de grondwet, maar het is de wetgevende macht zelf die deze grondwet opgesteld heeft en dus tegelijk rechter en partij is. Met het grondwettelijk hof is wel een begin gemaakt, maar zij heeft geen "eigen" basistekst om zich op te baseren. Zij kan louter de grondwet interpreteren. In Amerika niet zo. Daar baseert "The Supreme Court" - met rechters die benoemd zijn voor het leven - zich voor haar uitspraken vaak op de Bill of Rights en hebben daardoor een zeer grote onafhankelijkheid. De juridische grondwet en de verdediging van de burgerrechten tegenover die grondwet zijn in twee documenten gescheiden. Daar kun je echt spreken van een onafhankelijke rechterlijke macht en is er een tegenkracht voor dictaturen van de meerderheid die perfect legitiem zijn in de beschouwing van democratie als techniek, maar door de mand vallen in de beschouwing van democratie als waarde.
Terug naar België nu. De vraag of het democratisch is dat een minderheid een beslissing van een meerderheid kan geblokkeerd worden komt nu in een ander daglicht te staan. In de wiskundige, technische interpretatie is het antwoord daarop NEE. Als een minderheid telkens een meerderheid kan blokkeren met procedures, dan wordt de democratische techniek eigenlijk ondergraven. Wat een meerderheid beslist is normaal gezien wet. Op de dag dat dat niet zo meer is, valt ook de reden om te stemmen weg, namelijk het feit dat je je onenigheid als maatschappij beslecht hebt op vreedzame wijze. Voor hetzelfde geld dwing je je wil als meerderheid (of zelfs als minderheid) immers af met geweld. In een democratie is dat niet zo. De prijs die je daarvoor betaalt is dat de minderheid zich moet neerleggen bij de wil van de meerderheid. Dit kan als een dictatuur van de meerderheid gezien worden, maar de revolte-gevoelens van de minderheid hebben ook een uitweg: eerst in de oppositie en bij de volgende verkiezingen in de mogelijkheid om zelf ook aan de macht te komen.
Dat verhaal verandert natuurlijk als de minderheid in kwestie samenvalt met een statische eigenschap die ook territoriale consequenties heeft. Men kan bijvoorbeeld perfect voor Groen! stemmen en dus een minderheid zijn die de ECO-taks wil invoeren, maar dat heeft geen consequenties die institutionele labiliteit veroorzaken. Als de eigenschap (het Waal zijn) echter wel samenvalt met een bevolkingsgroep in een bepaald gebied, dan is dit destabiliserend voor een land. In de gevoelsmatige, waardenbeschouwende benadering dus, is het antwoord daarop op de vraag of het democratisch is dat een minderheid een meerderheid kan blokkeren met procedures JA, maar ook niet volmondig. Er moet rekening gehouden worden met minderheden, dat wel, maar uiteindelijk moeten de instellingen toch kunnen draaien. En daar wringt het schoentje.
U voelt best wel dat ik het zelf ook moeilijk heb met dit onderscheid. Te meer daar als je bedenkt dat de onafhankelijkheidsaspiraties van de Basken, de Catalanen, de Schotten, inderdaad allemaal minderheidsstandpunten zijn. In die zin zou de vaderlandslievendheid van de Walen bejubeld kunnen worden, ware het niet dat België steeds door hen gedomineerd is geweest. Mijn conclusies kunnen dus niet anders dan voorlopig zijn: op woensdag 7 november heeft de democratie haar werk gedaan.
Wie helpt mee nadenken?
HLRF!
Smithson.