Het idee van een 101ste departement van Frankrijk is helemaal niet nieuw. Het idee is namelijk Frans in zijn oorsprong. Historisch onderzoek heeft uitgewezen dat Frankrijk, of wat daar in de verschillende tijdsperiodes mee vergelijkbaar is, niet minder dan vierenvijftig keer het Belgisch grondgebied heeft proberen in te nemen. Dit streven is iets waar wij Vlamingen geen snars van begrijpen: geopolitiek.
De lijn die in het Franse beleid doorheen al die jaren te trekken is, is het streven naar natuurlijke grenzen. In het zuiden stopte de eenmaking van Frankrijk aan de Pyreneëen, in het oosten aan de Alpen en in het westen – natuurlijk – aan de Atlantische Oceaan. Maar het noorden is bij die eenmaking steeds problematisch geweest. De – letterlijk – natte droom van Frankrijk is steeds het consolideren geweest van het grondgebied tot aan de Rijn. Vandaar ook de pas laat opgeloste twisten rond Lotharingen, die van Basel tot Karlsruhe inderdaad de Rijn 200 km lang afdekt.
Maar in de Lage Landen liep het steeds mis. De gebieden bleven het strijdtoneel van tientallen kleine en grote oorlogen. Vooral door toedoen van Engeland, die de toevoeging van de Rijndelta aan het Franse imperium steeds heeft weten te verhinderen, is Frankrijk nooit in zijn oorspronkelijke ambitie geslaagd. Toen aan het eind van de 16e eeuw bovendien bleek dat het noordelijke stuk van de Nederlanden zich als een zelfstandige republiek kon handhaven, moest Frankrijk haar territoriale ambities bijstellen. Voortaan zou de Schelde het nieuwe eindpunt vormen.
Maar ondertussen brak de industrialisatie aan. Grond als belangrijke economische, en dus ook politieke factor, begon steeds meer aan belang te verliezen. Voortaan zou niet meer de areaalgrootte van een land, maar de economische afzetmarkt van belang zijn. Land innemen om machtiger te worden was dus niet meer nodig: markten veroveren met goedkope producten, buitenlandse bedrijven beconcurreren en overnemen, en zodoende economieën controleren zou voortaan de nieuwe strategie worden om een gebied in te lijven.
Dat is bij uitstek het Belgische verhaal geweest. Terwijl het gebied politiek en militair al eeuwenlang onveroverbaar bleek, lukte dat economisch wel. En de Walen zullen het geweten hebben. De NV België, met name de Société Générale, die in oorsprong een Nederlandse vennootschap was, werd al snel geïnfiltreerd door Franse elementen. In samenspraak met de Franse stichters van België, genre Charles Rogier, die de nodige staatslicenties voor mijnontginning leverden, werd Wallonië al gauw letterlijk en figuurlijk leeggezogen. Het kan dan misschien wel waar zijn dat Wallonië nooit een frank solidariteit met Vlaanderen betoond heeft, maar rijk zijn onze Waalse broeders zelf ook nooit geweest.
De winsten van de Waalse ondergrond zijn nooit in eigen Waalse handen terechtgekomen, maar stroomden naar het centrum van het Belgische establishment: de Brusselse bourgeoisie, die door haar nieuw verworven rijkdom hoopte te kunnen binnentreden in het pantheon van de Franse adel. Tot laat in de negentiende eeuw heerste in die milieus immers de overtuiging dat België via economische uitholling van haar zelfstandigheid bij Frankrijk kon aangehecht worden. Dat is echter nooit gelukt: de Brusselse bourgeoisie kreeg af te rekenen met verschillende democratiseringsgolven. Terwijl zij zichzelf situeerden binnen de Franse publieke opinie, bleken de lagere bevolkingsklassen twee eigen publieke opinies gevormd te hebben: de Waalse en de Vlaamse. De Brusselse bourgeoisie en adel bleven dus “second hand French” in weerwil van de evoluties.
Ook vandaag nog is de link met Frankrijk niet ver te zoeken. De uitverkoop van de Société Générale richting het Franse Suez in 1988, en de recente verovering van Electrabel passen allemaal in datzelfde plaatje: België als het kleine broertje van “La Grande Patrie”. Nu de laatste hoop op een Gouden Aandeel verloren is, blijkt plots hoe kwetsbaar de Belgische economie wel is: in alle nutssectoren (water, gas, electriciteit) wordt het beleid in Parijs gemaakt. Of heeft u een andere uitleg waarom de energieprijzen plotsklaps twintig procent stegen? Is uranium plots 20 % duurder geworden? Of waren de electrabelcentrales dan toch niet boekhoudkundig afgeschreven? Ik dacht het niet.
De optie die Wallonië dus neemt op Frankrijk bij het eventuele verdwijnen van België lijkt me dus geen goed idee. Welk belang heeft de Waalse bevolking erbij opnieuw bestuurd te worden vanuit een stad die buiten haar eigen grondgebied ligt? En waarom zou het zich afhankelijk willen maken van een grootmacht die haar in het verleden, ondanks culturele gelijkenissen, via een Belgische bourgeoisie steeds uitgemolken heeft? Evengoed wordt Namen de hoofdstad van een gezellig buurland dat met zijn bossen, grotten en rivieren veel toeristische troeven heeft. En wie beter dan Vlaanderen kan Wallonië steunen bij de uitbouw van een achtentwintigste staat in het verenigd Europa?
Brecht Arnaert