De politieke komedie gaat gewoon door. In alle stilte werken enkele Wetstraatbewoners aan het volgende scenario: op 23 maart zal premier Guy Verhofstadt (Open VLD), zoals afgesproken bij het aantreden van de huidige bewindsploeg, het ontslag van zijn regering aanbieden aan de koning. Enkele uren later zal dan een mededeling van het Koninklijk Paleis volgen - mededeling geschreven door de diensten van de eerste minister. Daarin wordt gesteld dat de koning het ontslag van Verhofstadt weigert. Het staatshoofd vraagt de premier zijn regering voort te leiden, zeker tot de regionale verkiezingen van 2009. Tegen dan zou hij ook een staatshervorming moeten doorvoeren met een regering die over een tweederdemeerderheid beschikt, zowel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers als in de Senaat. Na de bekendmaking van de koninklijke richtlijnen treden de Vlaamse socialisten toe tot de federale regering. Door die herschikking is het meteen ook duidelijk dat de staatshervorming een heel beperkte oefening wordt. De N-VA blijft geen andere keus dan uit het kartel met CD&V te stappen.
Zonder N-VA kan CD&V geen aanspraak meer maken op het premierschap, want niet langer de grootste partij. En aangezien MR-aanvoerder Didier Reynders als premier voor PS-voorzitter Elio Di Rupo een ondraaglijke gedachte is, blijft Guy Verhofstadt de enig mogelijke eerste minister voor de grote coalitie van christendemocraten, socialisten en liberalen.
Heel snel na de federale verkiezingen van 10 juni 2007 zocht de premier opnieuw nauw contact met Elio Di Rupo en gewezen SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte. Uit die gesprekken bleek dat een driepartijenregering pas mogelijk wordt als Guy Verhofstadt ervan de leiding op zich neemt. Van dan af was het wachten op het stranden van formateur Yves Leterme, die overigens enthousiast meewerkte aan het echec van de regeringsformatie en aan de ontreddering in zijn eigen CD&V.
In ruil voor zoveel geduld en zelfopoffering wil Elio Di Rupo graag lobbyen bij zijn Europese geloofsgenoten om, binnen afzienbare tijd, Verhofstadt in stelling te brengen voor een topfunctie bij de Europese Unie. Waarom niet als opvolger van buitenlandcoördinator Javier Solana? Politiek blijft immers te allen tijde carrièreplanning.
Zodra dit scenario ten uitvoer is gebracht, kan het verdobbelen van politieke invloed, benoemingen en subsidies onder de traditionele politieke families ongehinderd hervatten. De democratuur - het woord is een vinding van de Franse publicist Jean-François Revel - van de grote, rijke partijen is dan weer een feit.
Het parlement, dat verondersteld wordt al deze manoeuvres te controleren, blijft angstig stil. Want het alternatief - nieuwe verkiezingen - betekent voor sommige parlementariërs het einde van een goedbetaalde, zij het dan politiek compleet overbodig geworden baan.
In gedweeheid heeft dit parlement zijn weerga niet. Zelfs de manier waarop advocaat Marc Uyttendaele, echtgenoot van minister Laurette Onkelinx, zich toegang verschaft tot de overheidstrog roept bij de volksvertegenwoordigers nauwelijks vragen op.
De zaak-Uyttendaele toont nochtans aan dat de Belgische staat voor de PS een grote zelfbedieningszaak blijft. Trouwens, niet alleen voor de PS. Ook voor de MR van Didier Reynders en zijn viziers, van wie de kinnen altijd naglimmen van alweer een copieus diner. Voor hen mag die toegang tot de Belgische vetpotten in geen geval worden versperd.
Van die grote staatshervorming die de instandhouding van het sociale systeem mogelijk moet maken, kan dan ook geen sprake zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen is een zaak van bekrompen Vlaams-nationalisten; de uitbreiding van Brussel, dat is pas, zowel voor de MR van Reynders, de PS van Di Rupo als voor het CDH van Joëlle Milquet, een zaak van hogere belangen - die van de hoofdstedelijke vastgoedbedrijven die al jaren belust zijn op de bouwgrondreserves van Vlaams Brabant.
Als de series over de formatiepogingen van Yves Leterme die ons de afgelopen maanden door de RTBF, de VRT en De Standaard met grote hardnekkigheid worden geserveerd al iets illustreren, dan wel dat de kopstukken onder de deelnemers aan de formatiegesprekken zelden werden gehinderd door genereuze projecten, maar veelal door hun buitenmaatse, vaak misplaatste ambitie.
door Rik Van Cauwelaert