donderdag 14 februari 2008

De democratuur van de partijen

Een opiniemaker die ik altijd graag lees, is Rik Van Cauwelaert van Knack. Hij beheerst het talent, in tegenstelling tot mijzelf, om iets kort en krachtig uit de doeken te doen. Ik maak er altijd teveel woorden aan vuil, maar hij, alsof hij het snel even tussendoor schrijft - vergis u niet, dat is niet zo, schrijven is keihard werken - zegt waar het op staat. Zo ook in zijn laatste opiniestuk, over de politieke spelletjes die achter de schermen in elkaar gestoken worden. Prachtig geschreven en volgens mij een zeer plausibele analyse van wat in ons land aan het gebeuren is.

De politieke komedie gaat gewoon door. In alle stilte werken enkele Wetstraatbewoners aan het volgende scenario: op 23 maart zal premier Guy Verhofstadt (Open VLD), zoals afgesproken bij het aantreden van de huidige bewindsploeg, het ontslag van zijn regering aanbieden aan de koning. Enkele uren later zal dan een mededeling van het Koninklijk Paleis volgen - mededeling geschreven door de diensten van de eerste minister. Daarin wordt gesteld dat de koning het ontslag van Verhofstadt weigert. Het staatshoofd vraagt de premier zijn regering voort te leiden, zeker tot de regionale verkiezingen van 2009. Tegen dan zou hij ook een staatshervorming moeten doorvoeren met een regering die over een tweederdemeerderheid beschikt, zowel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers als in de Senaat. Na de bekendmaking van de koninklijke richtlijnen treden de Vlaamse socialisten toe tot de federale regering. Door die herschikking is het meteen ook duidelijk dat de staatshervorming een heel beperkte oefening wordt. De N-VA blijft geen andere keus dan uit het kartel met CD&V te stappen.

Zonder N-VA kan CD&V geen aanspraak meer maken op het premierschap, want niet langer de grootste partij. En aangezien MR-aanvoerder Didier Reynders als premier voor PS-voorzitter Elio Di Rupo een ondraaglijke gedachte is, blijft Guy Verhofstadt de enig mogelijke eerste minister voor de grote coalitie van christendemocraten, socialisten en liberalen.

Heel snel na de federale verkiezingen van 10 juni 2007 zocht de premier opnieuw nauw contact met Elio Di Rupo en gewezen SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte. Uit die gesprekken bleek dat een driepartijenregering pas mogelijk wordt als Guy Verhofstadt ervan de leiding op zich neemt. Van dan af was het wachten op het stranden van formateur Yves Leterme, die overigens enthousiast meewerkte aan het echec van de regeringsformatie en aan de ontreddering in zijn eigen CD&V.

In ruil voor zoveel geduld en zelfopoffering wil Elio Di Rupo graag lobbyen bij zijn Europese geloofsgenoten om, binnen afzienbare tijd, Verhofstadt in stelling te brengen voor een topfunctie bij de Europese Unie. Waarom niet als opvolger van buitenlandcoördinator Javier Solana? Politiek blijft immers te allen tijde carrièreplanning.

Zodra dit scenario ten uitvoer is gebracht, kan het verdobbelen van politieke invloed, benoemingen en subsidies onder de traditionele politieke families ongehinderd hervatten. De democratuur - het woord is een vinding van de Franse publicist Jean-François Revel - van de grote, rijke partijen is dan weer een feit.

Het parlement, dat verondersteld wordt al deze manoeuvres te controleren, blijft angstig stil. Want het alternatief - nieuwe verkiezingen - betekent voor sommige parlementariërs het einde van een goedbetaalde, zij het dan politiek compleet overbodig geworden baan.

In gedweeheid heeft dit parlement zijn weerga niet. Zelfs de manier waarop advocaat Marc Uyttendaele, echtgenoot van minister Laurette Onkelinx, zich toegang verschaft tot de overheidstrog roept bij de volksvertegenwoordigers nauwelijks vragen op.

De zaak-Uyttendaele toont nochtans aan dat de Belgische staat voor de PS een grote zelfbedieningszaak blijft. Trouwens, niet alleen voor de PS. Ook voor de MR van Didier Reynders en zijn viziers, van wie de kinnen altijd naglimmen van alweer een copieus diner. Voor hen mag die toegang tot de Belgische vetpotten in geen geval worden versperd.

Van die grote staatshervorming die de instandhouding van het sociale systeem mogelijk moet maken, kan dan ook geen sprake zijn. Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen is een zaak van bekrompen Vlaams-nationalisten; de uitbreiding van Brussel, dat is pas, zowel voor de MR van Reynders, de PS van Di Rupo als voor het CDH van Joëlle Milquet, een zaak van hogere belangen - die van de hoofdstedelijke vastgoedbedrijven die al jaren belust zijn op de bouwgrondreserves van Vlaams Brabant.

Als de series over de formatiepogingen van Yves Leterme die ons de afgelopen maanden door de RTBF, de VRT en De Standaard met grote hardnekkigheid worden geserveerd al iets illustreren, dan wel dat de kopstukken onder de deelnemers aan de formatiegesprekken zelden werden gehinderd door genereuze projecten, maar veelal door hun buitenmaatse, vaak misplaatste ambitie.

door Rik Van Cauwelaert

Ons best bewaarde staatsgeheim - Peter De Graeve (filosoof UA)

Vlaamse vrienden,

Soms lees je iets waarvan je zegt: "Krak!" "Zelf had ik het niet beter kunnen zeggen. Iemand die een gedachte van jezelf verwoordt, waar je al lang mee zat, die aan het sluimeren was, maar die je zelf niet tot de juiste uiting kon brengen. Ik geloof dat men dat een literaire ervaring heet.

Ik geef u hieronder de tekst mee van het fantastische stuk dat Peter De Graeve (docent Filosofie aan de Universiteit Anwerpen) schreef in De Standaard van vandaag, 14 februari toetausandendeit. Enjoy!

Beste groeten,

Brecht.


Ons best bewaarde staatsgeheim

Peter De Graeve (docent filosofie UA) in De Standaard, 14 feb.

Claude Lefort is een van de belangrijkste Franse politieke filosofen van de voorbije decennia. Weinig bekend bij het grote publiek, maar zijn invloed bij politieke filosofen in Vlaanderen en Nederland is niet gering. Zijn inzichten hebben de ideeën over democratisch bestuur bij een generatie intellectuelen gestuurd. Volgens Lefort onderscheidt de moderne democratie zich van het Ancien Régime en het totalitarisme op één enkel, beslissend punt: in de democratie is 'de plaats van de macht leeg'.

De toverformule van het Ancien Régime: ‘Le Roi est mort, vive le Roi!’ werd door de Franse (en, niet te vergeten, mede door de Amerikaanse) revolutie ontluisterd en ontkracht. Maar ook het totalitaire idee dat ‘de wil van de Führer (de Duce, de Partijleider) wet is’, staat volgens Lefort haaks op het moderne ideaal van een humane democratie. Het totalitarisme - te rechter en te linker zijde - kan volgens hem beschouwd worden als de historische uitzondering die de democratische regel bevestigt. Vroeg of laat moeten de Hitlers en Stalins van deze tijd zich rekenschap geven van, en de prijs betalen voor, het feit dat zij aan de macht kwamen via verkiezingen of na een volksopstand tegen een tirannie.

De democratie is de menselijke, en dus onvolmaakte, verwezenlijking van een politiek Verlichtingsideaal: de macht bij het volk, voor het volk, door het volk. Groot is het gevaar, in dit politieke bestel, van ongecontroleerde volksmacht, van populisme en demagogie. Maar dit onvermijdelijke risico verdwijnt in het niets bij de praktijk die erin bestaat de controle op de macht, om wat voor reden ook, dan maar aan het volk te onttrekken.

Op de plek waar vroeger de troon van een zonnekoning of keizer stond, is nu een “gat” geslagen. In onze politieke cultuur wordt deze leemte om de zoveel jaar tijdelijk gevuld door een verkozen president of premier, en door een verkozen parlement: zoiets heet democratie.

Macht wordt niet langer belichaamd, maar ontleend, gehuurd. Niemand kan nog regeren bij de gratie Gods, of beschermd worden tegen de stem en het oog van het volk. De minotaurus is geslacht. Ariadne gaat op vrije voeten. Het labyrint staat leeg. 'De plaats van de macht is leeg.'

Met deze mysterieuze formule sprak Claude Lefort dus een ijzeren wet uit: wie vandaag, op welke wijze ook, alleen wil heersen, doet afbreuk aan het wezen van het democratische. Macht willen uitoefenen zonder door het volk voortdurend bekeken, beluisterd en beoordeeld te worden, getuigt van een autoritaire mentaliteit.

Wie ervan uitgaat dat hij het recht heeft beslissingen te nemen voor de gemeenschap der burgers ('We, the people') zonder hiervoor verantwoording af te leggen of zonder de burgers er rechtstreeks bij te betrekken, is fundamenteel ondemocratisch.

Ons dierbaar België is van top tot teen doordrongen van een dergelijk autoritaire, antidemocratische geest. Naar aanleiding van het uitlekken van zogezegd vertrouwelijke gesprekken met de vorst doen sommige vazallen nu alsof ze “erg verontwaardigd” zijn. Zij verkondigen dat de spelregels zijn vervalst. Maar dat diezelfde monarch diezelfde vertrouwelijkheid misbruikt om aan te sturen op een breuk binnen een democratisch verkozen politieke formatie (het “kartel”), en dus op het ongedaan maken van een verkiezingsuitslag, is niets minder dan verraad aan de democratie.

Dat hij persoonlijk lobbyt voor de “federale kieskring”, een particratisch kiessysteem, dat de democratische macht en inspraak van een gedeelte van zijn bevolking (nog) meer zal insnoeren, getuigt van een vorm van despotisme, een Belgische vorst waardig.

Diegenen die dit koningshuis verheffen tot een “morele macht” of tot het “bindende element” in een chaos van centrifugale krachten, maar die het tegelijk steunen in zijn aanhoudende autoritarisme en zijn voortdurende blijken van minachting voor de democratie, zijn de echte valsspelers. Zij fluisteren ons voortdurend in dat de wij, het volk, moeten wijken voor de vorst. Dat de verkiezingen onderdoen voor de gevestigde machten, voor de troon. Dat niet de staat hervormd moet worden, maar de hervormingsgezinde partij, het kartel. Dat niet het regime plaats moet maken, maar het volk. Hoelang nog, Catilina?

Men zeurt ons de oren van het lijf over een bedreigde solidariteit. Maar dat de democratie zelf wordt vertrapt door hen die er hun carrière, hun buitenlandse reisjes en hun bodemloze rijkdom aan te danken hebben, mag niet meer worden gezegd? Dat de voorbije acht maanden de trouw aan de federatie, of tenminste aan de numerieke meerderheid ervan, in de feiten is geridiculiseerd, mag geen voorwerp van discussie meer zijn? Hoelang nog? Het wordt steeds duidelijker dat in deze crisis van het regime sommigen er niet langer voor terug schrikken de democratie zelf op het spel te zetten, in dubbel opzicht.

Ten eerste wordt nu alles in het werk gesteld om de “instellingen” (in feite: de belangen van de monarchie, van enkele hovelingen en van een francofone kaste) tegen de logica van de verkiezingsuitslag in Vlaanderen te beschermen. Zo wordt een oligarchie gevestigd, of in zijn bestaan bévestigd, waarvan de mentaliteit steeds meer aanleunt bij de standenmaatschappij van 1788. Want de federale kieskring wordt een electoraal wapen in de handen van een elite.

Het tweede effect is fundamenteler. De democratische stem zelf is nu al maandenlang vakkundig gesmoord, afgeklemd, uitgeschakeld. De voedingsbodem van de politieke solidariteit in dit land is daardoor vergiftigd. Velen die op 10 juni hun stem uitbrachten, leren nu te leven met de wetenschap dat die geen gewicht heeft gehad, zich niet “leent” tot de macht. Dat in de geheime praatjes met de vorst keer op keer de democratie wordt verkracht, vindt blijkbaar niemand 'erg'.

Op de troon zit een geslacht dat zijn zin doordrijft, tegen de wil van het volk in. In België is de plaats van de macht nooit leeg gemaakt. Hier is de democratie zelf leeg. Dat is ons best bewaarde geheim. Elk colloque singulier mag gaan over wat je maar wil - de kwaliteit van een porto of de meubelen van Napoleon - één waarheid hangt als een devies boven dit geniepige onderonsje: de democratie is dood, leve de monarchie.