Vlaamse vrienden,
De gebeurtenissen van gisteren (22 april 2010) hebben een diepe indruk op mij nagelaten. Vanuit mijn functie als fractiemedewerker bij N-VA voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers heb ik van zeer dichtbij de chaos, de onduidelijkheid, maar vooral de geestesgesteldheid van het gros van onze Vlaamse politici mogen meemaken. En daarmee is het triest, intriest gesteld.
Het probleem Brussel-Halle-Vilvoorde, dat in essentie op 1 september 1963 ontstond, is nu 47 jaar oud en zal dus op 1 september zijn 48’ste “verjaardag” mogen vieren. Dat probleem is – ten overvloede, nogmaals, men zou vergeten waarover het eigenlijk gaat – dat de kieskringen overal in België aangepast zijn aan de provinciale grenzen, behalve in het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, dat nog altijd één en ondeelbaar is.
Op 26 mei 2003 velde het Arbitragehof (de voorloper van ons huidige Grondwettelijk Hof) een arrest waarin duidelijk bleek dat de huidige kiesregeling ongrondwettelijk was. Het probleem is veelvoudig. Niet enkel worden Vlamingen politiek gediscrimineerd wanneer zij op een lijst willen gaan staan – zij moeten het, in tegenstelling tot de kandidaten die bijvoorbeeld opkomen in Leuven opnemen tegen politici van het Brussels Gewest –, het is vooral ook een symbolisch probleem: sinds 1970 is in de grondwet vastgelegd dat dit land uit vier taalgebieden bestaat. Dat hebben de Franstaligen nooit willen aanvaarden: “la Belgique sera latine, ou ne sera pas.” Dat is nog steeds hun motivatie, geloof het of niet.
Op 7 november 2007, na jarenlange discussie over allerlei mogelijkheden en ontsnappingsroutes, werd het splitsingsvoorstel dan goedgekeurd in de Commissie Binnenlandse Zaken met een Vlaamse meerderheid (uitgezonderd Groen! politica Tine Vanderstraeten, die zich onthield) tegen een Franstalige minderheid. Voor het eerst in de Belgische geschiedenis hebben de Vlamingen zo duidelijk gebruik gemaakt van hun democratische meerderheid. Het was ongezien, en het is toen dat ik besloot partijpolitiek actief te worden voor N-VA.
De gebeurtenissen sindsdien hebben mijn overtuiging dat Vlaanderen uit België moet trekken, alleen maar gesterkt. Niet vanuit een soort etno-culturele motivatie, niet vanuit een verstard Vlaams-nationalisme, maar vanuit de simpele vaststelling dat België geen democratisch land is, nooit geweest is, en nooit kan zijn. Willen de Vlamingen hun democratische rechten laten gelden, dan kan dat nooit binnen België, getuige de gebeurtenissen van gisteren. Volgt u even mee.
Omstreeks kwart voor twaalf geeft Alexander De Croo, voorzitter van Open VLD een persconferentie waarin hij het vertrouwen in de regering opzegt. Om kwart na één gaat Leterme het ontslag van zijn regering aanbieden bij de Koning. De zitting van de van de Kamer , die normaal om 14u15 moet beginnen, wordt even uitgesteld. Om half drie laat de Koning weten dat hij het ontslag van de regering in beraad houdt, en ontbiedt hij Kamervoorzitter Patrick Dewael. Om half vijf zitten de fractievoorzitters samen om te beslissen wat er moet gebeuren. Om vijf uur meldt Kamervoorzitter Patrick Dewael dat er geen plenaire vergadering komt.
Naar mijn gevoel is dit niets meer en niets minder dan een overname van de macht van het parlement door de Regering, mét medewerking van het parlement. Patrick Dewael, lid van de partij die net uit de regering is gestapt, wordt naar de Koning geroepen net op het moment dat hij de Kamer zou moeten voorzitten. Gedwee rept hij zich echter naar de Koning.
De Koning zelf heeft hier echter weinig in te brokken. Art 106 van de Grondwet stelt dat de koning politiek onverantwoordelijk is, en dat zijn handelen telkens moet gedekt worden door een regeringslid. Is het dus Leterme zelf die zijn ontslag in beraad houdt? Is het Leterme die Dewael laat ontbieden, zodat de plenaire zitting niet meer kan doorgaan?
Ik denk van wel. De bedoeling van dit alles is duidelijk: het momentum van de crisis breken, uitstellen, vertragen, tot het weer over is. Dan gaan we terug naar de orde van de dag. De democratie mag dus tot besluiten komen, zolang maar niet geraakt wordt aan de essentie van België: “In dit land regeert de minderheid jongens en meisjes, en zo lang jullie aan dat principe niet raken, mogen jullie spelen in de democratische zandbak.” Van zodra de Vlamingen echter, volstrekt democratisch gelegitimeerd, hun rechten willen opeisen, is er crisis.
Ik zeg u dat wij in een totalitaire staat leven. Ik heb daar verschillende aanwijzingen voor. Laat ons beginnen met het democratisch proces zelf. De Vlamingen hebben 88 zetels in de Kamer, de Franstaligen 62. Dat betekent, dat indien de Vlamingen dat zouden willen, zij elk wetsvoorstel eenzijdig zouden kunnen doordrukken.
Dat heb je nou eenmaal in een land dat fundamenteel maar uit twee delen bestaat: de grootste groep heeft het voor het zeggen. Daarom werken tweeledige landen ook niet: als in de VS één staat iets anders wil dan de 49 andere, dan is 2 % van het land het oneens met de rest van het land. In België is dat meteen 50 %, wat maakt dat elke beslissing die één groep wil nemen, het land meteen destabiliseert. België is dus inherent instabiel, niet door slechte politici, “mensen die elkaar niet meer kennen” en meer van die zever, maar institutioneel, structureel.
De vraag is of een land dat inherent instabiel is, het wel waard is om verder te zetten? Hoeveel energie wordt niet besteed aan het in de lucht houden van deze staat om de staat zelf? Niet om het welzijn van beide Vlamingen en Walen – we verarmen collectief – maar om het welzijn van zij die vinden dat België kost wat kost – letterlijk – moet blijven bestaan. België om België, als doel op zich. Als daar nu en dan eens de democratie voor moet genegeerd worden, dan is dat een kleine prijs die moet betaald worden.
En die democratie wordt constant genegeerd. Neem nu de belangenconflicten. Die zijn ingesteld om te verhinderen dat de meerderheid (de Vlamingen) “hun wil zouden opleggen” aan de minderheid. Welnu, dat is nou eenmaal democratie. Ook in het Vlaams Parlement legt de meerderheid van het moment “zijn wil op” aan de minderheid. Of dacht u dat de Franstaligen, ver voor de federalisering, en ver voor de democratisering – tot 1893 gold hier het cijnskiesrecht – “hun wil” niet opgelegd hebben aan de Vlamingen, ons proberen te verfransen hebben? Wij willen niet eens dat, wij willen dat Vlamingen in de rand rond Brussel gelijke rechten krijgen bij verkiezingen als de Franstaligen. Maar dat kan niet, omdat dat een belangenconflict is.
Welnu, democratie is nu eenmaal het geciviliseerd schenden van elkaars belangen. Zolang dat gebeurt binnen het kader dat gewaarborgd door de rechtsstaat – de bescherming van individuele rechten – is dat ook geen enkel probleem. Maar enkel omdat de Franstaligen nu toevallig in die minderheid zijn, is dat wel een probleem. En tot er een betere manier gevonden wordt om de polis te organiseren, is dit het systeem.
Maar België kan niet tegen democratie. Bemerk dat België enkel functioneert wanneer de Vlamingen NIET opkomen voor hun rechten. Als ze dat wel doen, dan staat er een hele batterij procedures klaar om hen de mond te snoeren. De Vlamingen zijn zelfs zo gedwee om deze hoogst ondemocratische procedures te volgen, en dan nog worden die misbruikt. Nog eens de belangenconflicten.
Op 8 november 2007, de dag na de goedkeuring van het wetsvoorstel tot splitsing in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken, dient de Franse Gemeenschap een eerste belangenconflict in. Nu moet u weten dat een belangenconflict 120 dagen duurt en uit drie fases bestaat: het dossier verhuist eerst 60 dagen naar een Overlegcomité, daarna 30 dagen naar de Senaat, en daarna terug 30 dagen naar het Overlegcomité, die het dan terugstuurt naar De Kamer.
Het is duidelijk dat deze procedure op zich al hoogst ondemocratisch is. Het Overlegcomité bijvoorbeeld, is ten eerste al paritair samengesteld en overlegt bij consensus. Pariteit maakt abstractie van minderheden en meerderheden, beide taalgroepen komen daar in gelijke verhouding tegenover elkaar te staan. Totalitair feit nummer één: democratie telt niet, gedwongen gelijkheid wel.
Bovendien, doordat men “bij consensus” beslist, volstaat het dat één Franstalige niet akkoord gaat om alles te blokkeren. De Vlamingen weten heel goed, dat het einde van een mislukt overleg in het Overlegcomité ook het einde betekent van de regering. Het is dus kiezen of delen: ofwel zet je door en heb je geen regering meer, ofwel geef je toe en slik je je eisen in. Totalitair feit nummer twee: regeren bij concensus is regeren bij veto van de minderheid.
Dit zijn dan wel totalitaire praktijken, maar doordat ze zo obscuur en hoogpolitiek zijn, zijn ze niet heel erg zichtbaar voor de bevolking. De meeste mensen snappen niet eens waar het over gaat, en onze Vlaamse journalistiek is nu ook niet bepaald om over naar huis te schrijven. Dat passeert wel; erger is het gesteld met totalitair feit nummer drie: de totale som aan procedures kan langer duren dan een legislatuur.
Check it. Het eerste belangenconflict, ingesteld door de Franse Gemeenschap op 8 november 2007 duurde 156 dagen. Het tweede, ingesteld door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 9 mei 2008, duurde maar liefst 253 dagen. Het derde, ingesteld door Waals Gewest op 14 januari 2009 duurde zelfs 269 dagen! Dat is meer dan drie kwart jaar! Ondertussen loopt het vierde belangenconflict, ingesteld op 27 oktober 2009 door de Duitstalige Gemeenschap. Het wordt voorzien af te lopen op volgende week donderdag 28 april en zal dan 182 dagen geduurd hebben. Als het dan al zal aflopen. Men vindt wel een kunstgreep om het te verlengen.
Met deze procedures is dus van alles mis.
Ten eerste wordt de procedure oneigenlijk gebruikt. In totaal kan men vijf keer een belangenconflict ingeroepen over hetzelfde dossier, wat volgens gelijk welke rechtsnorm een oneigenlijk gebruik is van de procedure, vergelijkbaar met een “tergend geding” in de burgerlijke rechtspraak. Zelfs al zouden alle vijf de wetgevende vergaderingen geschonden belangen hebben bij dit conflict – wat niet zo is – dan nog zouden zij hun belangenconflicten moeten samenvoegen in één geding. Vijf keer over hetzelfde een procedure houden, het is een lachertje.
Ten tweede wordt er duidelijk een loopje genomen met de termijn, die normaal 120 dagen moeten duren. Men telt er bijvoorbeeld de recessen niet bij, men talmt met het akte nemen van de beslissing van een orgaan. Zo schortte men bijvoorbeeld het laatste belangenconflict met twee weken op omwille van de paasvakantie. En bij het tweede belangenconflict nam De Kamer nam pas akte van de beslissing op 4 juni 2008, terwijl het al op 9 mei 2008 al ingesteld werd. Tal van andere kleine redentjes zorgen ervoor dat de tijd – onwettelijk as hell – gerokken wordt.
Ten derde worden de Vlaams Parlementsleden gediscrimineerd. Zo kunnen leden van het Waals Gewestsparlement, die ook lid zijn van het Franse Gemeenschapsparlement twee keer stemmen om een belangenconflict in te dienen, wat hun Vlaamse collega’s niet kunnen.
Ten vierde wordt de procedure buiten elke proportie gebruikt. Zo is eigenlijk enkel de Franse Gemeenschap belanghebbende, want het is enkel zij die in haar belangen geschaad zal worden door de splitsing van BHV. Het Waals Parlement wordt als dusdanig niet geschaad door deze regeling, want het gaat over een splitsing van een kiesarrondissement dat niet eens in Wallonië ligt. Het Duitstalig Parlement wordt nog minder geschonden. En toch kan het, terwijl het ruwweg 70 000 mensen vertegenwoordigt, de wil van meer dan 6 000 000 Vlamingen platleggen.
Het zou lachwekkend zijn, moest het niet gaan over zo’n ernstige zaken als democratie. Het is werkelijk een tragikomische slapstick: zelfs de procedures, die in hun aard alleen al door en door ondemocratisch zijn, worden niet correct toegepast. Wie houden we eigenlijk nog voor de gek? Dit land is geen democratie, maar een dictatuur van de minderheid!
Dat valt te bewijzen. De gemiddelde duur van een belangenconflict is 215 dagen. Die duur steeg steeds maar, van 156 dagen (over tijd), tot 253 dagen (zwaar over tijd), tot 269 dagen (zeer zwaar over tijd) tot nu het laatste, 185 dagen (minder, maar nog steeds over tijd). Er kan nu nog een vijfde belangenconflict ingeroepen worden door het Brussels Parlement, en indien dat het wat beter doet dan het gemiddelde, is het mogelijk dat een nieuw record van +269 dagen gevestigd wordt.
Welnu, als we berekenen dat een legislatuur vier jaar of 1460 dagen duurt, en als we dat delen door vijf mogelijke belangenconflicten, dan volstaan 293 dagen per belangenconflict om de hele legislatuur te overbruggen. Op dat moment, wanneer de samengestelde tijd van al die procedures langer worden dan de legislatuur zelf, leven we de facto in een totalitair regime. Ik zeg u dat we daar nu al in leven, maar dat men om redenen van omzichtigheid dit liever niet te expliciet maakt. Enkel als het echt nodig is, zoals gisteren, dan grijpt de deux ex machina wel in. Zeker is dat de democratie hier nooit mag werken.
Dit alles is al heel erg, maar nog niet het ergste. Het is eigenlijk daarover dat ik het met u wou hebben, maar ik gebruik altijd te veel woorden. Het ergste is dat de Vlaamse politici dit lijdzaam ondergaan, dat zij geen ruggegraat hebben, dat zij de wensen van hun eigen kiezers negeren om een land te redden hun eigen belangen constant schaadt. Observeer de psychologie van onze politici.
Toen het eerste belangenconflict afliep op 8 mei 2008, ontstond een surrealistische crisis, waarbij de Vlamingen van de meerderheid, en Yves Leterme op kop “smeekte” – stel u voor!!! – om een nieuw belangenconflict in te roepen. Ze waren bang dat de regering zou vallen. Een regering die volledig gedomineerd wordt door Franstaligen nota bene! Het is alsof de slaaf aan zijn meester zou vragen: “Laat me alsjeblief niet vrij.”
Ook toen het tweede belangenconflict afliep, dat van de Franse Gemeenschapscommissie was er een “crisette”, maar “gelukkig” – ziet u de perversie in waarmee we bezig zijn – diende ook het Waalse Gewest op 14 januari 2009 een nieuw belangenconflict in.
De derde keer was men er al psychologisch aan gewoon geraakt. Toen het belangenconflict van het Waals Gewest afliep werd er niet veel kabaal meer gemaakt toen het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap het vierde belangenconflict inriep, zelfs al was dit het meest flagrante misbruik van de procedure die we tot dan toe gezien hadden. Enkel de lokale burgemeesters van Vlaams-Brabant schreven nog een brief naar Karl-Heinz Lambertz en dat was dat. Van de partijtoppen uit werd niets meer vernomen, of het moest windowdressing geweest zijn.
Deze schizofrenie, die altijd latent aanwezig was in deze regering – de eerste regering ooit die zelfs geen meerderheid van de zetels aan Vlaamse kant heeft ! We zijn de schaamte allang voorbij! – werd nu gisteren expliciet. Voorzitter De Croo van Open VLD schraapte al zijn moed bijeen en verkondigde dat Open VLD uit de regering stapt. Zeker niet om BHV op te lossen – de enige rechtvaardige oplossing is de eenzijdige splitsing, wij moeten onze rechten niet afkopen, maar afdwingen - maar om platte, electorale redenen: het was nu of nooit.
Immers, binnen twee maanden komt het Europees voorzitterschap eraan en dat betekent voor CD&V een grote bonus: zij leveren de premier, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. Die krijgen gegarandeerd 6 maanden aan een stuk mediagenieke exposure. Op dat elan kan dan minstens nog twee à drie maanden in 2011 doorgegaan worden. Op die manier komt CD&V in pole position voor de verkiezingen van juni 2011. Open VLD zou geen verhaal hebben tegen dit overwicht, en daarom, niet omwille van BHV stappen zij uit deze regering.
Open VLD heeft nooit ten gronde begrepen waarover dit dossier gaat. Het was Verhofstadt – een Europees-nationalist – die in 2005 bijna had toegelaten dat de Franse Gemeenschap van Brussel decretale bevoegdheden kreeg in het Vlaams Gewest. Vanuit Brussel (dat op zich ook al zwaar gefinancierd wordt met Vlaams geld – Beliris) zouden de Franstaligen dan Franse scholen kunnen inrichten in de rand. Om maar één ding te noemen.
Voor Open VLD is BHV werkelijk maar agendapunt 178. Lastig, maar niet belangrijk. In de partijgremia, die beheerst worden door dandy figuren die zich graag wereldburger noemen – Wat is dat een wereldburger? Is die dan nergens geboren? Heeft ie geen roots? – begrijpen ze niet dat verfransing ook een problematiek van sociale verdringing is. Niet via een vrije markt, maar via geplande verfransing vanuit Brussel, ondersteund door de lokale Franstalige mandatarissen. Terwijl flaminganten zien hoe de lokale Vlaamse bevolking verdrongen wordt en het Vlaams territorium gepland ingenomen wordt, zij zien enkel vrije transacties tussen individuen.
Moest Open VLD het werkelijk menen met BHV en met V in hun naam in het algemeen, dan waren ze zelfs nooit aan de onderhandelingstafel gekomen. Welke zichzelf respecterende Vlaming onderhandelt over het grondgebied van zijn Gewest? Welke zichzelf respecterende liberaal onderhandelt over de individuele burgerlijke politieke en rechten van de burgers? Welke zichzelf respecterende democraat onderhandelt over herstellen van een ongrondwettelijkheid?
Het antwoord: enkel politici die niet liberaal zijn, geen enkele Vlaamse reflex hebben en die niet geloven in democratie. De top van de Open VLD is noch Vlaams, noch liberaal, noch democratisch ingesteld. Open ja, dat wel. Open dat die zijn. Oeh! Open geesten. Niet te geloven. Ik ben maar een bekrompen nationalist ziet u. Ik kijk naar hen op. Open? Mijn voeten. Zo open als een O, dat zijn ze! U ziet, ik maak me druk.
Een bewijs van hoe open men in die partij is, is de totale slachtoffering van de jongere generatie op het altaar van het Belgisch staatsbehoud. De Croo, die ’s morgens een moedige stelling innam – een einde maken aan dit zottekesspel – wordt halverwege de middag al afgeremd door Guy Vanhengel die even laat uitschijnen dat ie niet akkoord was met de uitstap uit de regering, en vervolgens om vijf uur vakkundig afgemaakt door Patrick Dewael die aan de Conferentie van Fractievoorzitters meedeelt dat er heden ten dage geen plenaire zitting zal zijn.
Het is de tweede keer al dat een democratische bijeenkomst van het parlement door de particratie tegengehouden wordt. Vergis u niet, het is niet zo dat Dewael beaat de richtlijnen van de Koning volgt. De Koning houdt het ontslag van Leterme in beraad, wat betekent dat er nog een regering is en wat betekent dat zijn handelen nog gedekt wordt door de regering, lees: Leterme.
Het is dus Leterme die beslist dat het parlement niet samenkomt, mét medeweten van Dewael. Het is me trouwens niet duidelijk of Leterme al vertrokken was uit het paleis toen Dewael daar arriveerde. Misschien is daar de verhouding CD&V – Open VLD opnieuw gekalibreerd. Daar lijkt het toch op, want Open VLD die net zelf uit de regering is gestapt, verhindert ter wille van de nog zittende regering – die een krappe meerderheid van 76 zetels heeft – dat het parlement bijeenkomt. Louis XIV is er niets tegen.
De Croo wordt dus teruggefloten door de éminence grise van zijn eigen partij, wat niet meer en niet minder dan een bedekt affront is voor de jonge voorzitter. In het actualiteitsprogramma Phara, diezelfde avond omstreeks 23u00 maakt De Croo terug een opening om aan tafel te gaan zitten “onder strikte voorwaarden”. De opstand der lilliputters is neergeslagen, zijn geloofwaardigheid is gebroken, de recuperatie kan beginnen.
Enkel een doorwinterde, oude, cynische politicus die allang zelf het geloof in rechtvaardigheid opgegeven heeft kan zo’n schizofrenie aan. Voor zo’n jonge mens als ik is het demotiverend als de pest. Waarom zouden jongeren nog moeten geloven in politiek, als wat een meerderheid wil blijkbaar toch niet van tel is?
Ondertussen lees ik in de Vlaamse kranten dat deze politieke generatie failliet is. Waaaaat? Nee godverdomme, de oude politieke generatie – die deze miserie keer op keer laat aanslepen – is politiek failliet. Het enige dat bij de jongere generatie te merken valt is dat ze hun krediet razendsnel verspelen door niet op te treden tegen die oude politieke cultuur van belgicisme die in hun partijen nog steeds de plak zwaait. Zij zullen inderdaad binnen de kortste keren bankroet zijn als zij, net als hun voorgangers, onrechtvaardigheid blijven gedogen.
De Vlaamse media dan is oer-oer-oer-schuldig aan het toelaten van intellectuele oneerlijkheid. Ik zie een Carl Devos tijdens Villa Politica zeggen dat een splitsing zonder onderhandelingen sowieso nooit mogelijk is. Ik hoor Dave Sinardet op de radio de crisis relativeren door een ander arrest erbij te sleuren die niets, maar dan ook niets met de zaak te maken heeft. Ik zie Peter–hebt u mijn laatste armanipak al gezien?-Vandermeersch triomfantelijk vertellen dat dit in geen enkel ander land kan, behalve België, alsof dat een verdienste is.
Ik hoor journalisten de vele kwade reacties op krantensites en nieuwsblogs relativeren, minimaliseren, ridiculiseren. Ik zie academici de revue passeren om te zeggen dat de mensen niet wakker liggen van dit probleem. Dat klopt. Maar dan wel omdat het net zij zijn die de desinformatie verspreiden. Tot nog toe heb ik geen enkele van die mediagenieke professoren een democratische analyse horen maken, enkel een juridische. Als een meerderheid een simpel wetsvoorstel niet gestemd krijgt, is er dan niet iets fundamenteel mis met het land? Nee hoor, dit is Belgisch federalisme weet u, en hier gaat dat anders. We hebben er zelfs een vak aan gewijd aan de Gentse Universiteit. Zoooooo uniek is ons model. Maar over democratie? GEEN WOORD.
Ze werken gewillig mee aan het Belgisch status quo, dat onbegrijpelijk is in zijn natuur. Er zijn ongeveer tien mensen die de Bijzondere Financieringswet kunnen uitleggen, ongeveer duizend die van naaldje tot draadje weten hoe de Belgische staatsstructuur in elkaar zit – hoorde u al ooit van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie? Ze bestaat! – en sinds kort ongeveer tienduizend mensen die onlangs zijn te weten gekomen dat er zoiets bestaat als een minister-president van de Duitstalige Gemeenschap. Karl-Heinz Tomatoketchup Lambertz.
Maar daarbuiten? The great void. Doodse stilte. Hier en daar een journalist die zich waagt aan een stukje over onze instellingen. De mensen liggen er inderdaad niet wakker van. Niet omdat het hen niet interesseert, maar wel omdat ze het niet begrijpen en het opgeven. Daar rekent men inderdaad op: dat mensen er zo weinig mogelijk van begrijpen, dat ze afhaken, dat ze teruggaan naar hun dagelijkse leven, strijdend voor hun bestaan onder de hoogste belastingen van Europa. Niet te veel vragen stellen: DOE STILLE VOORT.
Ik doe niet stille voort. Ik doe luid voort. Ik moet denken aan het toneelstuk Les Rhinoceros van Eugène Ionesco. Gradueel veranderen we allemaal in neushoorns, en steeds minder mensen zien de waarheid: nooit of te nimmer zullen de Vlamingen in dit land recht gedaan worden. Ik zal dus niet rusten voor er op mijn paspoort staat: “Brecht Arnaert, burger van de Republiek Vlaanderen”.
HAY TAY PAY! LEVE DE VLAAMSE GAAI! En dan nu een Westmalle Tripel.