maandag 27 augustus 2007

Grijze hoofden en klingelende klokken. De ijzerbedevaart.

Gisteren naar de Ijzerbedevaart geweest. Veel grijze hoofden. Vlaggengezwaai. Klokken. Het was mijn eerste keer en het liet een vreemde indruk op mij na. Ontroerend bij momenten, maar vooral door en door archaïsch. Niet meer van onze tijd. Maar daarom misschien net waardevol. Ik ben er nog niet uit. Een verslag. Een voorstel.

AVV-VVK. Tot de familie Leysen De Standaard overnam, stond het nog op elke gelijknamige krant die je bij de bakker kocht. Kinderen vroegen aan de ontbijttafel aan hun vader wat dat betekende, en steevast kregen zij een blikopener op het Vlaanderen van toen. “Alles voor Vlaanderen. Vlaanderen voor Kristus”. Ik bedacht me bij het luisteren naar de toespraken dat sinds de nieuwe spelling op die toren eigenlijk AVV-VVC zou moeten staan, maar berispte mezelf meteen mentaal voor die oneerbiedige opmerking. Misschien is dat wel het specifieke van de Ijzerbedevaart. Hoe oubollig ook, het diep respect voor de offers van de Vlaamse frontsoldaten in den Grooten Oorlog (naar het gelijknamige boek uit 1976) voelt men op die weide nog steeds heel nadrukkelijk.

Maar toch. De bezoekers die de weg vinden naar deze manifestatie daalt jaarlijks. Het verdwijnen van het AVV-VVK-logo op de voorpagina van De Standaard was symptomatisch voor een maatschappij die in ijltempo aan het ontkerkelijken was en is. Ik weet niet genoeg over de geschiedenis van de bedevaart om zinvolle uitspraken te kunnen doen over de oorzaken van het dalend bezoekersaantal, maar door er nu eens naar toe te zijn geweest heb ik gevoelsmatig wel enkele intuïties opgebouwd. Aanhoor mijn harde oordeel.

Mij lijkt het geheel op één langgerekte eucharistieviering, alsof de mis van 10u30 nooit gestopt is. De religie van de voormiddag wordt vervangen door die van de namiddag. Het schouwspel doet me denken aan een mix van een schoolfeest (kinderen dansen, er wordt vervaarlijk op olievaten getrommeld), een vormselfeest (het lintje van elk kindje wordt in een namaakboom gehangen die ontsnapt lijkt uit een kleuterklasje) en een 11-novemberviering (kransen worden devoot neergelegd, een handvol vervaarlijk gewonde soldaten evoceert op ontoereikende wijze het geleden leed). En daar bovenop de klokken van het bouwwerk dat kerk noch toren is.

Ik ben misschien wel hard, maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Dit alles ligt natuurlijk gevoelig, omdat de Ijzerbedevaart een grote symboolwaarde heeft en het ook nog steeds niet duidelijk is wat die symboolwaarde dan wel juist inhoudt. Primeert de herdenking van vooral de Vlaamse gesneuvelden van de eerste wereldbrand, is het de vredesboodschap in het algemeen, moet de bijeenkomst een politiek signaal uit het middenveld worden, of een combinatie van al deze factoren samen. Moet de Ijzerbedevaart vooral herdenken of bedenken? Naar het verleden kijken of naar de toekomst? Temidden van deze en vele andere tegenstellingen moet het Ijzerbedevaartcomité een gulden middenweg zoeken. Ik heb alvast enkele ideeën over hoe het zou kunnen. Zou.

Allereerst vormelijk. De boodschap “Nooit meer oorlog” is ongetwijfeld fantastisch, maar hoe je ze aan de man brengt, dat is een ander paar mouwen. Als een pathetisch “Nie wieder Krieg” door de luidsprekers van de weide galmt, dan denkt zelfs de meest serieuze twintiger spontaan aan “leftenant Grüber” uit Allo Allo! Er zijn zoveel mogelijkheden om deze boodschap te brengen, maar toch kiest men steeds weer voor toneelachtige uitvoeringen, poëtische gedichten en bezinnende teksten, weinig interactief en nogal gelaten. Het komt meer over als “een passief betreuren van” dan als “een actief ageren tegen”.

Waar zijn de nieuwe media en de interactiviteit? Geef aan vijf personen uit vijf verschillende werelddelen een camcorder en laat ze een filmpje maken van 10 minuten over de betekenis van vrede in hun land. Zet deze filmpjes op de site, laat de bezoekers ervan stemmen en projecteer op de bedevaart ’s voormiddags het winnende filmpje. De prijs voor het winnende filmpje is een reis naar Vlaanderen voor de winnaars, die dan zelf uitleg kunnen komen geven over de vrede in zijn of haar land. Werk daarvoor samen met organisaties zoals vrede vzw, broederlijk delen of 11.11.11 Trek de vredesboodschap dus open. Video-projecties, audiomontages, een desnoods een alpinist die de toren abseilt met een spandoek, whatever.

Ook de promotie kan beter. De site bewierookt zichzelf maar kan heus wel beter. Wie ijzerbedevaart intikt komt terecht op een grijze, zeer overzichtelijke, maar zeer saaie site waar niets te beleven valt. Waarom geen forum? Waarom zijn er geen tickets on-line te koop zoals voor elk ander groot evenement? Werk daarvoor samen met Sherpa.be of met KBC-tickets! En waarom moet men de facto op de site van de ijzertoren belanden? Er is tegenwoordig al een site voor de promotie van eieren (www.ei.be voor de geïnteresseerden) maar niet voor de ijzerbedevaart op zich! De site zou een documentatiecentrum kunnen worden, waar zoveel mogelijk teksten en affiches van de voorbije edities te vinden zijn. Werk daarvoor samen met het Archief en Documentatiecentrum van het Vlaams Nationalisme (www.advn.be) Die mannen weten daar alles van.

De inhoud dan. Binnen alle mogelijk te maken programmakeuzes zie ik twee spanningsvelden. Dat van verleden (herdenking) versus toekomst (bedenking) en dat van vredesgezind versus Vlaamsgezind. De eerste tegenstelling wordt door de organisatoren vast wel zelf aangevoeld, de tweede mijns inziens helemaal niet. Voor flaminganten hoeft vredesgezind helemaal niet “versus” Vlaamsgezind te staan, maar voor de publieke opinie is Vlaams-nationalisme immers vermengd geraakt met onverdraagzaamheid, fascisme en zelfs nazisme. Daardoor blijven heel wat mensen weg, die op zich eigenlijk geen probleem hebben met de Vlaamse boodschap, maar die ’s maandags op het werk toch ook niet met een gerust gemoed durven zeggen dat ze naar de Ijzerbedevaart geweest zijn. Om aan deze twee spanningsvelden een uitingsmogelijkheid te geven, maar toch te laten samenwerken loop ik met volgend idee in mijn hoofd. Waarom maken we van de Ijzerbedevaart geen gebeurtenis in drie delen, elk met een eigen functie? Iets in de aard van: “Ijzerbedevaart. Verleden, heden én toekomst.”

In de voormiddag komen telkens de eerste leden van de twee tegenstellingen aan bod, namelijk het verleden en de vredesboodschap. Het “verleden” als thema laat toe dat het aloude karakter van de bedevaart ten volle beleefd wordt met al zijn tradities: de eucharistieviering, het vendelzwaaien, het vertellen van het verhaal van de Vlaamse frontsoldaat. Voor de uitwerking van dit onderdeel kan met talloze organisaties samengewerkt worden, niet in het minst met het museum van de ijzertoren zelf. Ook studenten geschiedkunde kunnen hier hun steentje bijdragen. Geef ze carte blanche voor de uitwerking van een onderdeel en je zult verrast zijn over de afwerking. De voormiddag is ook dé plaats voor de traditionele katholieke eucharistieviering. Deze mag gerust behouden blijven. Zelfs al komt geruime jaren de kritiek dat de Ijzerbedevaart té katholiek geïnspireerd is, men kan niet ontkennen dat de dragers van de Vlaamse Beweging in hoofdzaak katholiek waren. Deze roots loochenen om toch maar trendy mee te zijn, of uit angst xenofoob genoemd te worden, is historisch en intellectueel niet verantwoord. De opening naar andere godsdiensten en levensbeschouwingen kan in de namiddag gemaakt worden. De “vredesboodschap” die in diezelfde voormiddag naar voren komt, kan verweven worden doorheen heel de programmering maar kan ook als onderdeel (zie idee van de filmpjes en de internationale samenwerking) apart uitgewerkt worden. Persoonlijk zou ik dat aan het eind van de voormiddag doen, om zo de overgang te maken naar het heden, dat in de namiddag centraal staat.

De namiddag belicht dan op zijn beurt telkens de twee laatste leden van de twee tegenstellingen, namelijk de toekomst en het Vlaamsgezinde. Wat is de toekomst van Vlaanderen/de Vlaamse Beweging. Wat is bijvoorbeeld levendiger dan een debat over de politieke actualiteit? Doe dat op groot podium en projecteer het op schermen, zodat iedereen kan volgen. Na dit debat zou ik de namiddag zo interactief en informatief mogelijk maken. Bij het binnenkomen van de wei krijgt iedereen een willekeurig nummer van één tot twintig, ongeacht de persoonlijke kenmerken van de bezoeker. Na dit debat roept de presentator op om mensen te zoeken met je eigen nummer. Zo bekom je groepen van mensen die elkaar totaal niet kennen, maar wel de gelegenheid krijgen om meningen uit te wisselen. Voor elk van die groepen is een kleinigheid uitgewerkt, dat maximum een kwartier in beslag neemt. Op elke hoek van het terrein is er wel wat te doen: een voordracht van enkele frontgedichten, anekdotes van een naburige horeca-uitbater over een welbepaalde vorige editie, de biografie van een Vlaams Beweger, een stellingenspel (Kan een moslim zich ook Vlaming voelen?), het aanleren van een traditionele meezinger, een vereniging die zich voorstelt, een speakers corner, een delegatie nationalisten uit Schotland, Catalonië, Montenegro, weet ik veel. Ook jong talent krijgt een kans en kan zeggen wat de Vlaamse natie voor hen betekent. Een sein door de luidsprekers geeft aan dat het doorschuiven is. Dat gebeurt drie of vier keer. Zo hebben op anderhalf uur enorm veel mensen enorm veel informatie en ideeën opgedaan, maar niemand alles, wat intrigeert. Daarvoor verwijs je naar de site, waardoor opnieuw meer publiciteit gegenereerd wordt. Het geheel wordt afgesloten in een soort koffiebar, waar het gezellig toeven en napraten is en waar gewacht wordt tot alle groepjes hun ding hebben gedaan. Bied hiervoor een stageplaats aan bij de diverse sociale hogescholen. Dit is bij uitstek een stage sociaal-cultureel werk.

De apotheose komt als laatst, wanneer iedereen zich weer naar het hoofdpodium begeeft voor de slottoespraak. Die mag expliciet politiek gemotiveerd zijn, maar niet partijpolitiek en wordt liefst goed voorbereid in werkgroepen waarin elke Vlaamsgezinde beweging vertegenwoordigd is. Bedoeling is een duidelijk signaal te geven van het niet-partijpolitieke middenveld aan de partijen. Als dit signaal jaar na jaar eendrachtig naar voren wordt gebracht, zal het politiek aanzien van de Ijzerbedevaart jaar na jaar groeien. Het namiddagdeel wordt, hoe kan het ook anders, afgesloten met “De Vlaamse Leeuw.”

De toekomst, dat is de jeugd. En wat trekt er de jeugd meer aan dan plezier maken en nieuwe mensen leren kennen? De jeugd mag dus het avonddeel verzorgen. Een fuif op de bedevaartsweide lijkt misschien voor sommigen oneerbiedig, maar mits de juiste omkadering (kleinkunst en nederrock, optreden van lokaal Nederlandstalig talent) kan zo’n evenement ook net vernieuwing brengen en nieuwe mensen aantrekken. Wie dit bekijkt als “dansen op het graf van” zal dit heiligschennis vinden. Wie dit bekijkt als “het levendig houden van” zal de explosie van jeugdige vreugde zien als de toekomst van de Ijzerbedevaart. Het zijn deze mensen die het in de toekomst zullen moeten verder zetten, men kan ze dus niet negeren. Trouwens, vroeger was de Ijzerbedevaart ook een drie dagen durend feest, vraag maar aan de uitbaters van het Fort op de hoek. Ook hiervoor kan samengewerkt worden met de plaatselijke jeugdverenigingen. Laat de scouts, de ksa én de chiro samenwerken om er één groot feest van te maken, en laat hen de verdiensten van hun inspanningen toekomen. Geef hen een startbudget van één euro per verkocht ticket. Zo worden zij in hun werking nog gesteund en bouwt het Ijzerbedevaartcomité krediet op bij de plaatselijke bevolking. En wie weet, komen wel andere jeugdbewegingen uit Vlaanderen hierop af. Ik zie véél leiders met een leeuwenschildje op hun arm rondlopen. Die feesten ook graag ...

Ach misschien is dit allemaal wel dromerij van een jonge blogger met teveel tijd. Maar misschien zijn er ook een aantal ideeën bruikbaar. Mijn ontwerp voor een andere Ijzerbedevaart komt tegemoet aan én diegenen die zeggen dat de herdenking van de gesneuvelden dreigt verloren te gaan, én diegenen die vinden dat de politieke boodschap daardoor net verwatert, én diegenen die vinden dat het te oubollig en te katholiek is én diegenen die vinden dat de traditie van de bedevaart niet verloren mag gaan. Mijn ontwerp voor een andere Ijzerbedevaart gaat uit van een verregaande samenwerking met andere sociale organisaties, om zowel het vredesidee als het Vlaamse idee uit te dragen. Bij de organisatie van de Ijzerbedevaart moeten op zijn minst dertig verschillende organisaties écht betrokken worden. Zo zal ook in hun communicatiekanalen de echo van Diksmuide weerklinken.

Want de hamvraag bij elke manifestatie is deze: Hoeveel mensen bereik je met je boodschap, en vooral, zijn dat nieuwe mensen? Wil men een bijeenkomst voor de die-hard separatisten, politiek geïnteresseerden en flaminganten van het eerste uur, die al lang overtuigd zijn van het nut van de onafhankelijkheid? Of wil men met de Ijzerbedevaart een brede mix van zelfbewuste Vlamingen en potentieel geïnteresseerden aantrekken? Wil men een ijzerbedevaart voor de incrowd of wil men publiek aantrekken dat zich wel eens Vlaams voelt, maar toch nog hoopt op een revival van de Rode Duivels? Uit puur strategische overwegingen, namelijk de bedenking dat de mobilisatie in functie van de Vlaamse zaak liefst zo groot mogelijk is, zou ik opteren voor die bredere mix. Enkel zo zal de Ijzerbedevaart een nieuwe generatie jongeren aanspreken. Enkel zo maakt de Ijzerbedevaart een kans als én een herdenking van het verleden, én een bedenking bij de actualiteit én een perspectief voor de toekomst.

Eens te meer:
Hasta la republica flamenca!

Smithson.

2 opmerkingen:

  1. Misschien tijd om toe te treden tot het IJzerbedevaartcomité? Ze kunnen daar elke verse kracht gebruiken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ... Wordt vervolgd, Brecht... Ik laat het allemaal nog eens wat bezinken...

    Groeten,
    Joris

    BeantwoordenVerwijderen