SOCIALE SOLIDARITEIT: De 'Vlaamse' pers - uitgegeven door kapitaalkrachtige groepen en via de reclame grotendeels door het bedrijfsleven gefinancierd - heeft het vaak over 'transfers' van 'Vlaanderen' naar 'Wallonië'. Maar de geldstromen van de belastingsbetalende burger naar het bedrijfsleven zijn veel groter. Na een splitsing van de Belgische solidariteit zal het patronaat verder willen gaan, door te streven naar een Amerikaans systeem met nog nauwelijks enige solidariteit tussen 'rijk' en 'arm'. Dit alles 'uiteraard' steeds met het argument dat de bespaarde gelden de bedrijven én dus de werkgelegenheid ten goede komen.
Als er dus één argument is tegen nationalisme dat echt wel steek houdt, dan is het dit wel: nationalisme verhindert dat klassen zich internationaal verenigen in hun strijd tegen het kapitalisme. Een Vlaamse arbeider wordt in een nationalistisch denkpatroon verondersteld eerder solidair te zijn met andere Vlamingen, of ze nu arbeider zijn of ondernemer, terwijl hij objectief gezien (en nu zeker in de globaliserende wereld) eigenlijk solidair zou moeten zijn met andere arbeiders, aangezien het kapitalisme zich ook mondiaal gaat organiseren.
Ik geef hier dus meteen eerlijk toe dat dit argument echt wel pleit tégen een Vlaamse onafhankelijkheid waarbij Wallonië de dieperik ingaat. Persoonlijk ben ik een voorstander van een blijvende solidariteit met Wallonië, ook na de scheiding. Niet alleen omdat we er als Vlamingen geen belang bij hebben een economische woestijn aan onze achterdeur te hebben, maar ook vanuit een warme sociale bezorgdheid voor elk lid van onze samenleving, die voorlopig nog Belgisch is, en bij uitbreiding voor elke mens, zelfs al weet ik dat dit niet pragmatisch is. Maar politieke gedachten die zich enkel laten leiden door pragmatiek zijn niet meer ideologisch verankerd.
Waar ik wel kanttekeningen bij plaats is of onze solidariteit met Wallonië de gewone Waal eigenlijk wel ten goede komt. Dat solidariteit met een zwakker landsdeel noodzakelijk en goed is, daar is iedereen wel van overtuigd, maar hoe die moet gebruikt worden, daarover bestaan uiteenlopende meningen. Al meer dan 30 jaar zijn we via allerhande wegen (sociale zekerheid, afbetaling staatsschuld, overheidssteun aan economische sectoren voor heel het land, maar die enkel in Wallonië voorkomen, dotaties aan gewesten met een moeilijker sociaal-economisch profiel) geld in Wallonië aan het pompen, en toch betert het maar niet.
De uitleg is eenvoudig: het geld dat naar Wallonië vloeit wordt op een wijze gebruikt die de Waalse economische heropleving eerder doet stagneren dan uit het slop te halen. Het geld dat zou moeten dienen als een soort economisch doorstartfonds zoals dat in Limburg ook gebeurd is bij de reconversie van de mijneconomie – ook al zijn daar schandalen mee gemoeid geweest - wordt vooral opgesoupeerd aan politiek cliëntelisme. Dit cliëntelisme bestaat in een nabijheidspolitiek van dienstbetoon. Sociale woningen, jobs bij de overheid, het dossier dat van boven op het stapeltje gelegd wordt met de juiste connectie kunnen wij ons in Vlaanderen niet meer voorstellen, in Wallonië is het schering en inslag.
Het geld dat wel gebruikt wordt om in de economie te investeren, wordt vooral geïnvesteerd in sociale economie en overheidsjobs. Dit is voor werkloze Walen natuurlijk een micro-economische oplossing, maar op macro-economisch niveau zijn het in feite geen banen die waarde toevoegen aan het bruto regionaal product. Sociale economie, waarbij een economisch niet rendabele activiteit gesubsidieerd wordt om tewerkstelling te veroorzaken is daarom per definitie ook geen economie. En als je weet dat de overheidstewerkstelling in Wallonië ongeveer 40 % van de actieve beroepsbevolking te werk stelt, kan men zich gaan indenken hoe weinig jobs er effectief geld opbrengen om de staatskas mee te spijzen.
Zolang op deze manier met het solidariteitsgeld omgesprongen wordt in Wallonië, zal er wezenlijk niets veranderen. Dit geld moet geïnvesteerd worden in de private economie, in plaats van in de publieke sector, die de individuele Waal wel aan een inkomen helpt, maar hem niet zelfstandig maakt.
Besluit: Het solidariteitsargument is het sterkste argument uit deze reeks van tien, en ik kan er slechts gedeeltelijk een repliek op geven. De vraag waarom een Vlaamse arbeider eerder solidair zou moeten zijn met een Vlaamse ondernemer dan met een Waalse arbeider blijft onbeantwoord. Dit neemt echter niet weg dat de solidariteitsstromen van Vlaanderen naar Wallonië inadequaat aangewend worden, waardoor ook de doorsnee Waal het economisch niet beter krijgt. Zonder de solidariteit te willen opheffen, zou Vlaanderen zelf moeten kunnen beslissen hoe het geld dat jaarlijks over de taalgrens vloeit, zou moeten besteed worden. Nu wordt dit eerder opgesoupeerd door politici die aan klantenbinding willen doen, dan geïnvesteerd in de Waalse economie om ze slagkrachtiger te maken. En dat moet stoppen.
HLRF!
Smithson
Powered by ScribeFire.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten