vrijdag 29 mei 2009

Het belang van recht

Republikeinse vrienden,

Ik ben er eindelijk eens toegekomen mijn map "Schrijfsels" uit te kuisen, en daar zitten soms artikeltjes tussen die ik volle verontwaardiging schreef, na het lezen van het zoveelste intellectueel lui of laf artikel in DM, maar die op één of andere manier hun weg toch niet naar een publicatie (krant, magazine of blog) gevonden hebben. Omdat ik mijn ei toch ergens kwijt moet, zal ik ze bij deze nu en dan eens op Facebook en via deze blog loslaten. Ik kijk al uit naar jullie reacties.

Onderstaand stukje dateert van juni 2008, toen de Franse burgemeester Guégan België bezocht in het kader van een onderzoek naar de toestanden rond BHV. Het is al een beetje gedateerd dus, maar het legt wel een fundamenteel onderscheid bloot tussen rechten en belangen, iets wat ter wille van het behoud van de Belgische constructie, maar al te graag door elkaar gegooid wordt.

Beste groeten,

Brecht Arnaert
==========================


Het belang van Recht

Sinds het rapport van de Franse burgemeester Guégan staat het vast: Vlaanderen is onverdraagzaam en ondemocratisch. De houding van de Vlaamse overheid inzake de niet-benoeming van de drie weerspannige burgemeesters schendt de rechten van de Franstaligen in Vlaanderen. Dat is althans het officiële Franstalige discours dat steeds gehanteerd wordt. Alle aanmoedigingen van Minister Keulen ten spijt, zoals het advies aan de burgemeesters om alle wettelijke middelen tegen zijn beslissing uit te putten, blijft men afwijzen: “De Raad van State kan geen soelaas brengen, dit is immers een politieke kwestie”, aldus de drie burgemeesters.

Deze uitspraak is van een nauwelijks te overschatten belang. Ze legt immers “het” Belgisch probleem tot op het bot bloot. Dat probleem is in essentie geen kwestie van geld, noch een van talige aard. De moeder van alle Belgische problemen is het fundamenteel democratisch vraagstuk van de verhouding tussen de rechten van meerderheden en minderheden. Hoe zorg je er namelijk voor dat de rechten van een minderheid beschermd worden tegen de dictatuur van de meerderheid? En hoe zorg je er tegelijk voor dat een minderheid vanuit die rechten het democratisch proces niet kan blokkeren?

Dit vraagstuk is zo danig fundamenteel, dat er zelfs geen consensus bestaat over de zinnigheid van de vraag op zich. Immers, voor wie de democratische regels van de meerderheid strikt wiskundig toepast, is zelfs de vraag irrelevant: de meerderheid, dat is de helft plus één, beslist. De minderheid moet zich hier maar bij neerleggen. De werkelijkheid zit natuurlijk ietwat complexer in elkaar dan dat. Indien het werkelijk zo eenvoudig was, dan zou het Belgisch model zeer voorspelbaar zijn. Het zou erop neerkomen dat de Vlamingen met hun meerderheid alle beslissingen zelf kunnen nemen, en de Waalse volksvertegenwoordigers een eeuwig ticket op de oppositie zouden krijgen. De uitkomst van bijna elke beslissing zou dan op voorhand bekend zijn. Democratie zou aldus eigenlijk zelfs geen menselijke tussenkomst meer vereisen, maar tot een wiskundige formule herleid kunnen worden, die enkel een input behoeft die dan volgens geijkte wetmatigheden een output levert.

Maar democratie is natuurlijk meer dan dat. Het is in de eerste plaats een waarde en dan pas een techniek. Meer nog, de loutere invulling van democratie als techniek is zelfs gevaarlijk en komt in de praktijk neer op de dictatuur van de meerderheid. Want wat als die meerderheid bijvoorbeeld democratisch beslist dat het katholicisme staatsgodsdienst moet worden en alle moslims vervolgd moeten worden? Of wat als men democratisch beslist de privacy af te schaffen? Of erger nog: wat als men democratisch beslist de democratie af te schaffen? Vanuit de wiskundige, technische interpretatie van democratie zou dat perfect verdedigbaar zijn.

Er moet dus buiten de democratische techniek om ook nog steeds gestreefd worden naar de waarde ervan. Al bij de stichting van de Verenigde Staten van Amerika in 1776 had was men zich hiervan bewust. Na de "Declaration of Independence" werd in 1787 "The Constitution of the United States" aangenomen, maar niet voordat de tegenstanders onder leiding van Jefferson meteen ook tien amendementen konden laten goedkeuren, die later bekend werden als "The Bill of Rights". Burgerrechten dus.

Deze amendementen werden geëist als "countervailing power" voor een al te dominante grondwet, die louter de democratische spelregels vastlegt, maar geen uitspraak doet over de rechten van de burger an sich. Met die amendementen, vastgelegd in een aparte tekst, werd de burger beschermd tegen het mogelijk democratisch geweld van de meerderheid. De burger is kan dan wel onderhevig zijn aan haar beslissingen, maar dat neemt niet weg dat die beslissingen de grondrechten moeten respecteren. De rechterlijke macht is daar de bewaker van.

In die discussie neemt het Belgisch model een beetje een aparte plaats in. Terwijl elke Belg zijn burgerrechten kan terugvinden in Titel II van onze Grondwet, bleek deze verankering bij de federalisering van België nog niet voldoende. De perceptie ontstond dat de rechten van de minderheid in dit land daarnaast ook nog eens moesten verankerd worden in eigen instellingen. De Gemeenschappen en Gewesten zouden naast die verankering van individuele rechten nog voor een bijkomende collectieve waarborg van die rechten zorgen.

En daar is het misgelopen: er is een totale begripsverwarring ontstaan tussen rechten en belangen, tussen legaliteit en opportuniteit. De splitsing van BHV bijvoorbeeld schendt geen enkel recht van de Franstalige minderheid in Vlaanderen, maar wel haar belangen. Dat is een belangrijke nuance. In tegenstelling tot wat Reynebeau schrijft, worden de Franstaligen met het splitsen van BHV niet ontzet uit hun recht tot politieke expressie. Christian Van Eycken, die voor Union Francophone in het Vlaams Parlement zetelt, is daar het levende bewijs van. Wat de Brusselse Franstaligen echter wel ontzegd wordt is het nastreven van hun eigen electoraal belang om Franstalige stemmen te kunnen blijven ronselen in de Vlaamse Rand. En dat is niet eens erg. Dat is politiek.

Het behoort namelijk tot de essentie van politiek dat belangen geschaad worden. Politiek zou je zelfs kunnen omschrijven als het geciviliseerd schaden van belangen binnen een wettelijk kader. Elke maatschappelijke groep probeert immers steeds zoveel mogelijk van zijn eigen ideologisch project te realiseren, tegen andere projecten in. En zolang dat daarbij geen burgerrechten geschonden worden is daar ook niets mis mee. Het feit dat er dissensus kan bestaan binnen een kader van een aantal overeengekomen grondafspraken, zoals de zekerheid dat de regerende partij de mening van de andere niet zal onderdrukken, is net het wezen van democratie.

Maar in België werd de individuele vrijwaring van die burgerrechten vermengd met de vrijwaring van de collectieve belangen van een minderheid. Terwijl burgerrechten an sich geen aanspraak maken op de manier waarop de staat ingericht wordt, zijn het wel degelijk belangen die er haar constituerende elementen van zijn. Bekijken we in deze optiek onze grondwet, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat naast een verzekering van de grondrechten voor alle Belgen, ook de belangen van de Franstalige minderheid van dit land erin verankerd zijn. Alarmbelpocedures, belangenconflicten, dubbele meerderheden, zeven parlementen, drie hoofdstedelijke comissies en een paritaire regering, het zijn allemaal geen juridische, maar politieke instrumenten.

De vraag stelt zich stilaan hoe een democratische meerderheid überhaupt nog kan functioneren in een staatsstructuur waarin niet louter de rechten, maar ook de belangen van de minderheid geïnstitutionaliseerd zijn. Hoe is politiek dan nog mogelijk? Hoe kan ónze politieke expressie dan nog ruimte vinden? Het wordt hoe langer hoe meer duidelijk België eigenlijk een pervertering is van de democratie. Onder het mom van de bescherming van de minderheidsrechten, laten wij toe dat de belangen van de meerderheid geblokkeerd worden, zelfs al wordt daarmee geen enkel basisrecht geschonden. Hoe duidelijker dat wordt, hoe sneller België zijn legitimiteit verliest.

België zal daarmee een unicum vestigen. Het zal het enige land in de geschiedenis worden dat niet uit elkaar is gevallen door de schending van de rechten van haar minderheid, die daardoor haar onafhankelijkheid opeist, maar door de blokkering van de belangen van haar meerderheid, die er zelf de stekker uittrekt. De wereld op zijn kop. België ten top.

Brecht Arnaert

2 opmerkingen:

  1. Ik ben aangenaam verrast door de helderheid hoe je de Belgische on-democratie uit de doeken doet. Het is altijd een zwak punt gebleken dat binnen de Vlaamse Beweging men uit ging van recht en onrecht. Zij schreven reeds in Nieuwpoort "Hier ons bloed, wanneer ons recht!". Onze Vlaamse politiekers hebben het nog altijd over het Vlaamse onrecht. Zij verloren ons belang uit het oog. Zij lieten zich inpakken bij elke staatshervorming omdat zij het zo moeilijk hebben over geld en macht te onderhandelen. Voor het Vlaamse gezegde "Arm maar proper." koop je niet veel.

    Brecht, heb je deze stelling kunnen ontwikkelen in debat met de huidige Vlaamse politiekers ? Wat hadden zij te zeggen over deze 'disfunctie' ?

    mvg, W.Rutten

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste W. Rutten,

    Deze stellingen heb ik ontwikkeld door de studie van de Federalist Papers van Madison, Hamilton & Jay. Ik moet ze idd eens in het debat gooien, maar zolang ik zelf niet actief politiek op de voorgrond treed, zoek ik liever nog extra argumenten om aan te tonen dat het Belgische probleem geen kwestie is van geld, noch van taal, maar van de democratie zelf.

    Bedankt voor de interesse. U kunt mijn blogs volgen via Google Friend Connect, hier in de zijbalk.

    Beste groeten,

    Brecht Arnaert.

    BeantwoordenVerwijderen